Browsing "David Geens – De kunst van het mogelijke"
apr 12, 2007 - Schipdonkkanaal    No Comments

Zomergemse infokrant over de verbreding van het Schipdonkkanaal

In Zomergem verscheen deze week een nieuwe infokrant met daarin een chronologisch overzicht van de afgelopen weken omtrent de verbreding van het Schipdonkkanaal.

Veel extra informatie kunnen we hier niet uit halen: het meeste hadden we hier al geschreven. Het is natuurlijk wel meegenomen dat ook de meerderheid van Zomergem zich blijft verzetten.

Hopelijk blijft burgemeester Jo dat doen en wordt hij niet van de blauwe top teruggefloten.

Het artikel staat bij “meer lezen”…

Luc Lampaert heeft echter terecht opgemerkt dat het artikel meer vragen dan antwoorden opwerpt.

Het artikel uit de infokrant: <%media(20070412-infokrant-zomergem.pdf|Infokrant Zomergem 11 april 2007)%>

Luc Lampaert gaat volgende vragen stellen aan de administratie:

Het schipdonkkanaal gaat nu met buizen onder de Brugse vaart (het verschil van het waterniveau is nu minimum 50 cm) Komt er een nieuwe sluis aan ’t sas? Komen er elders nog sluizen op het traject? Als ’t niveau van de Brugse vaart gelijk komt met het Schipdonkkanaal, hoeveel zal ’t waterniveau dan stijgen? (zeker minimmum 50 cm) Worden er extra dijken voorzien langs het kanaal. Hoe men de terugsteek van water in beken en zijkanalen tegenhouden? Welke aanpassingen zullen er gebeuren aan de installatie van Heist (waar het water, bij wateroverlast gepompt wordt in de zee). Waarom zijn er steile wanden (rechte oevers) in Meirlare?

Ik zou zeer graag een gedetailleerd budget zien van die 450.000 euro: wat wordt er voorzien? Zitten er daar sluizen, bruggen, dijken, onteigeningsgeld….in?

Wat voorziet de overheid langs de oevers van het schipdonk: nieuwe industrie? Welk transport voorziet men over het kanaal: zowel opwaarts als afwaarts. Wat is de toekomstvisie van de haven van Zeebrugge: blijft het een gas en containerhaven of wordt het ook een bulkhaven en zullen schepen deze goederen vervoeren langs die waterweg. Is dit geen concurrentie aan Gent en Antwerpen. Elke haven heeft toch zijn eigen affiniteit?

Waarom is het kanaal nodig (indertijd werd het Albertkanaal gegraven tegen de Duitsers en omdat er koolmijnen waren in Limburg. Wat kan dit kanaal als meerwaarde betekenen voor onze streek? Hoe breed is schipdonk nu? Het zou maar (?) 50 m worden: is danvoldoende voor schepen van 4500 ton??

Nu kan men het schipdonkkanaal niet uitbaggeren want men weet geen raad met het giftige baggerslib: wat gaat men doen bij een verbreding en een uitdieping: het boeltje samen (aarde en vervuild slib) storten? Alle bruggen moeten zeker weg (zie het zijn hoge schepen) Hoe hoog zal zo een nieuwe brug zijn. Veronderstel dat het kanaal inderdaad maar 50 m breed wordt: hoever begint de aanloop van zo een brug? Hoeveel extra zal moeten onteigent worden?

Die uitwijkstroken dat moeten ze mij een keer uitleggen.

Van zodra we de antwoorden krijgen, zullen we ze hier posten…

apr 11, 2007 - In Knesselare en Ursel    3 Comments

Smalle Maldegemseweg

Volgens mij heeft Fredy Tanghe zich een openVLD-lidkaart aangeschaft.

De communicatie van het beleid is inderdaad verbeterd, maar het lijkt op Guy Verhofstadt: veel beloven en weinig resultaten.

Ik las vandaag in Het Laatste Nieuws dat de wegversmallingen in de Maldegemseweg er binnenkort aankomen. Er moest eerst een politiereglement komen en dan pas konden de blokken besteld worden.

Op z’n Verhofstadts ontbreekt er wel iets in die berichtgeving.

Met name dat er eigenlijk al tijd genoeg was. Het gebruik van straatmeubilair in de Maldegemseweg is een GVP-idee. Er wordt daar te snel gereden, dat weet iedereen.

Permanente oplossingen nu inbouwen is weggegooid geld: “binnenkort” wordt de straat toch heraangelegd.

Daarom wilde de GVP twee vliegen in één klap: werk met een tijdelijke opstelling. Probeer desnoods verschillende opstellingen om te kijken wat het beste effect heeft. Op die manier kan je nadien met een gerust hart de tijdelijke opstelling die het best scoort omzetten in een permanente oplossing bij de heraanleg van de straat. En tegelijk moet je niet wachten tot Aquafin start aan de rioleringswerken maar scoor je onmiddellijk een verbetering van de verkeersveiligheid.

Tweede vaststelling: in die twee jaar had een politiereglement er al lang kunnen zijn.

Derde vaststelling: kijk nog eens naar het filmpje op “Geen containerpark voor 2010”. Gezien? Neen, ik heb speciaal de aandacht er op gevestigd. Die blokken zijn er dus ook al een tijdje…

Ik hoop ook dat men tegelijk een dommigheid van Eandis of Belgacom of andere nutsmaatschappij rechtzet.

Jean-Pierre Galle wees er tijdens een fractievergadering vorige maand op dat één of andere nutsmaatschappij een extra verdeelkast had geplaatst op de hoek van Kouter en Maldegemseweg, die het uitzicht belemmerd en het kruispunt een stuk onveiliger maakt dan het al was.

Er stond er al ééntje, maar die was net wat kleiner en stond zodanig dat men tussen de haag en die verdeelkast naar rechts kon kijken. En dat is op die plaats wel heel belangrijk, want zelfs met de nieuwe reglementering die de voorrang van rechts altijd waarborgt, ook al heeft men eerst gestopt, zijn er daar maar weinig chauffeurs die de voorrang spontaan zullen verlenen aan diegene die uit de Kouter komen.

Ik heb op aanwijzen van Jean-Pierre enkele foto’s gaan nemen.

Op deze eerste foto zie je goed wat het effect is als je stopt zodat de neus van je wagen nog voor de rode suggestiestrook van de Maldegemseweg staat.

Op deze tweede foto zie je het effect van de nieuwe verdeelkast.

Zoals je op deze foto kan zien, kon je vroeger nog enigzins een idee hebben of er een wagen aanstormde of niet. Nu heb je er maar het raden naar.

Ik heb de test gedaan hoe ver je met de auto moet vooruit rijden om terug zicht te krijgen, zoals je op de volgende foto kan zien.

Je moet dus met je neus tot over de suggestiestrook gaan. Niet echt veilig als er weer eens zo’n niet-voorrang-verlenende laagvlieger op je afkomt of een fietser zich over de rode strook begeeft en dus van de andere kant van die kast ook niet echt ziet wat er uit de Kouter komt.

Onze suggestie van de GVP is dan ook: plaats ter hoogte van die twee verdeelkasten zo’n blokken zodat je daar komende van de N44 moet uitwijken naar de linkerkant van de Maldegemseweg: het vertraagt het verkeer en geeft de kouterverlatende chauffeurs de gelegenheid meer te zien.

Allé, ’t is een idee en het moet uiteraard met de politie bekeken worden, want een weg versmallen aan een kruispunt heeft ook consequenties, maar er moeten mogelijkheden zijn, denken we.

Kam drukkerij Verstraete uit

Groot natuurnieuws. In de fnuiken die Natuur- en Landschap Meetjesland (NLM) uitzet rond Drukkerij Verstraete in Ursel (Knesselare) is plots de kamsalamander (Triturus cristatus gevonden.

De kamsalamander kan 20 cm lang worden en is de grootste in zijn soort in de Benelux. Het is een bedreigde diersoort.

Voldoende reden voor NLM om nog maar eens ten strijde te trekken tegen de drukkerij. Hun strijd leek gestreden toen de Vlaamse regering op 8 december 2006 het Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan voor het historisch gegroeid bedrijf vastlegde.

Maar de kamsalamander brengt goed nieuws voor de natuurliefhebbers, want die zien nu kans opnieuw klacht neer te leggen bij de Raad van State op basis van de Europese habitatrichtlijn.

Stof tot nadenken waarom dit diertje nu opduikt en mee kan helpen in een verbeten strijd van economie versus ecologie…

Even schetsen: drukkerij Verstraete werd in 1950 opgericht, in het centrum van Ursel. In 1974 verhuisde het bedrijf naar zijn huidige locatie aan de Urselseweg (gewoon omdat de toenmalige zaakvoerder daar woonde, te midden van het heerlijke groen).

In 2002 werd er om talrijke redenen een tweede locatie geopend in het industrieterrein te Maldegem – niet te Knesselare want in nog geen 10 jaar lukt het bestuur daar er in om een bedrijventerrein wat extra speelruimte te geven zodat een belangrijke lokale werkgever moest uitwijken naar een andere gemeente.

Drukkerij Verstraete ligt middenin natuurgebied: het Drongengoedbos. Voor alle duidelijkheid: de natuur was er eerst, maar het gewestplan heeft het maar als natuurgebied ingekleurd in 1978, dus pas na de verhuis van de drukkerij naar deze locatie.

Op 8 december 2006 het Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan voor het historisch gegroeid bedrijf goedgekeurd door de Vlaamse Regering.

Dit betreft een uitzonderingsmaatregel op de Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. Deze mogelijkheid is gecreëerd omdat als je nu eenmaal plannen vastlegt, je op dat moment je ogen niet moet dichtdoen voor wat al jaren bestaat. Je kan zomaar niet tegen iemand zeggen “het is hier nu groen geworden, jij moet opkrassen“…

Het is ook een faire maatregel. Wie het besluit en het RUP degelijk naleest, zal verbaasd staan over de maatregelen die Verstraete zelf al genomen heeft en welke beperkingen er allemaal opgelegd zijn aan het bedrijf. Het komt er op neer: wat vandaag bestaat, mag blijven, maar het mag geen hinder vormen en het mag zeker niet uitbreiden.

Niet naar de zin van de groene jongens, want die willen het bedrijf weg en hiep hiep hoera, ze hebben nu wel vijf kamsalamanders gevonden die hen hierin gaan helpen.

Hoedadde? Met de Europese habitatrichtlijn, beweert NLM.

Een beetje voorbarig, als je het mij vraagt, want de Europese habitatrichtlijn is bedoeld om in communautair overleg de gebieden aan te duiden waar bedreigde diersoorten voorkomen en welke maatregelen moeten genoemen worden door de lidstaten om deze natuurlijke habitats te beschermen. Niet dat eender welk gebied waar een bedreigde diersoort gevonden wordt, zomaar van elke menselijke activiteit gezuiverd moet worden.

En daar komt al mijn eerste vraag

Is dit de natuurlijke habitat van de kamsalamander? Waarschijnlijk wel, omdat hij er aangetroffen werd. Maar sinds wanneer dan? Want de kamsalamander is er nu pas aangetroffen: 33 jaar na de implanting van de drukkerij, een jaar na het definitief vastleggen van alle maatregelen die de drukkerij moet nemen om de natuur te beschermen.

Is dit dan een zaak van de kip of het ei? Misschien was de salamander helemaal niet afgezakt in de vijf poelen in de 100 meter rond het bedrijf als het bedrijf er niet was geweest. Misschien zijn net de extra aanplantingen en alle zuiveringsmethodes van het bedrijf er wel de oorzaak van dat onze minidraak het daar zo leuk is gaan vinden dat hij is gaan blijven hangen? Misschien zou het weghalen van het bedrijf er wel toe leiden dat ook de salamander verdwijnt?

Ik ben misschien maar een lichtgroene jongen, maar dan licht in de betekenis van verhelderend licht dat nodig is om een beetje realistisch te blijven denken.

Ik lees bijvoorbeeld over initiatieven om de salamander te kunnen behouden het volgende:

Initiatieven door particulieren en groepen, zoals het aanleggen van geschikte nieuwe poelen in gebieden waar de salamander al voorkomt kunnen de stand weer een impuls geven. Het is wel erg belangrijk dat het landbiotoop ook goed bewaart blijft. Kleine bosjes en hagen in de buurt mogen niet opgeruimd worden. Het is daarbij wel belangrijk dat een min of meer aaneengesloten gebied ontstaat en de kamsalamander geen drukke verkeerswegen hoeft te passeren om het landbiotoop te bereiken.

OK, twee zaken om te onthouden om impulsen te geven daar waar de salamander al voorkomt:

  1. landbiotoop in stand houden
  2. geen drukke verkeerswegen

Ik ben misschien een simpele jongen, maar de conclusie is dus: de omgeving bewaren en niks veranderen (en dus die drukkerij laten staan) en wel die drukke verkeersweg daar dringend weghalen.

Dus NLM kan best aan de Raad van State vragen om de bouwvergunning van de Urselseweg te verbreken, zodat eerstdaags kan gestart worden met het opbreken van de beton en het omvormen van de Urselseweg tot lokale aarde- en bosweg. Auto’s zeker niet toegelaten. Ursel en Knesselare kunnen mekaar bereiken via rondrijden langs Aalter of Adegem/Maldegem (leve de extra CO2-uitstoot voor de extra kilometers).

Als lichtgroene jongen hecht ik wel belang aan onze natuur en het behoud. Sinds het zonnetje is beginnen schijnen en onze maartse en aprilse temperaturen boven een lekker gemiddelde zaten, staat onze verwarmingsketel al een tijdje uit. Da’s al twee weken gas en CO2-uitstoot bespaard. De paradox van de opwarming: door de warmere temperaturen moeten we minder stoken en daalt de CO2-uitstoot… Of ben ik nu weer al te simpel in die conclusie?

Hoedanook, als ik in het Drongengoedbos ga wandelen, dan kan ik daar lekker van genieten, net zoals een kamsalamander. Waar ik het van op mijn heupen krijg, is het eeuwige geronk en gedaver van die rotvliegtuigen en die hoop beton midden in zo’n groot schoon natuurgebied. Moest ik een salamder wezen, ik zou twee keer nadenken voor ik daar wil vertoeven. Maar onze kamsalamander lijkt er zich minder aan te storen dan ikzelf.

Mijn tweede vraag is eigenlijk hoe dat dat beest daar nu eigenlijk zo plots komt?

En dan leg ik in deze vraag de nadruk op “daar”, “nu” en “zo plots”.

Daar? Vijf poelen in een omtrek van 100 meter rond de drukkerij… En verder? Niks? Zijn deze salamanders misschien junkies, verslaafd aan het snuiven van de solventen die in een drukkerij worden gebruikt?

Wederom, heeft NLM dan geen schrik dat als de drukkerij verdwijnt, onze minidraak ook het hazenpad kiest?

Nu en zo plots? Timing is ook wel perfect van dat beest. Net nu NLM echt niet meer wist van welk hout pijlen te maken. In 1991 werd een Bijzonder Plan van Aanleg (ambachtelijke zone Hellegat) goedgekeurd om het bedrijf bestaanszekerheid te geven, in 1999 werd dit vernietigd. In 2000 een nieuw BPA voor zonevreemde bedrijven, waartegen een vraag tot nietigverklaring loopt bij de Raad van State. En inmiddels in 2006 het Gewestelijk RUP… En joepie, daar is de draak die mee zal helpen strijden tegen die draak van een drukkerij.

Ik suggereer zeker geen complottheorie. Maar ik heb even opgezocht waar het diertje eerder werd aangetroffen:

bron: Natuurpunt.be

Niet echt in de buurt. In een artikel uit Het Nieuwsblad las ik: “de kamsalamander komt in onze streken nog voor in Merelbeke, Temse en Wetteren” Ook niet echt in de buurt… Misschien is de kamsalamander meegelift met een vriendelijke jongeman op een fiets…?

Kortom, ik hoop dat NLM dringend initiatieven neemt om de kamsalamander een degelijke habitat te geven in onze bossen in Ursel en Knesselare. Waak over het behoud van de poelen, van de kleine bosjes en hagen in de buurt.

Ik hoop ook dat drukkerij Verstraete haar groen hart laat zien en de Kamsalamander adopteert. Het is een eer dat een bedreigde diersoort u als buur heeft uitgekozen. Ik denk dat de directie van de drukkerij maar al te graag op haar manier initiatieven zal steunen voor het behoud van de minidraak.

Moest ik directeur zijn in die drukkerij, ik zou de optie overwegen om een nieuw logo uit te tekenen waar de kamsalamander in voorkomt.

Ook een bedrijf kan best (licht)groen zijn. Het is geen strijd van wie mag blijven en wie niet. Ecologie en economie hoeven geen vijanden te zijn, integendeel! De handen in mekaar slaan voor een cohabitation kan soms veel meer opleveren dan een blinde oorlog waar alleen maar verliezers zijn.

Kinderen willen lopen, spelen, fietsen

Vorige week haalde dit item nog het VTM Nieuws.

Kinderen spelen tegenwoordig veel minder op straat dan vroeger. Niet omdat ze dat niet leuk zouden vinden, maar omdat hun ouders te bang zijn om ze nog buiten te laten: het verkeer is te gevaarlijk, en er lopen teveel mensen rond met slechte bedoelingen, vinden ze. Dat staat allemaal in een studie van het speelgoedmuseum in Mechelen.

(beeldfragment staat bij meer lezen)

Volgens deze studie speelde van de Vlaamse kinderen geboren na 1970 nog 41 procent buiten. Sinds 2000 is dat nog maar 15 procent. “76 procent speelt in de tuin, daarna komen de straat (58 procent) en een park of plein (17 procent)“, aldus Marc Wellens, conservator van het Speelgoedmuseum.

© 28/3/2007 VMMa

In De Morgen las ik ik toen een goede samenvatting van het rapport van Wellens.

In Vlaanderen gaat het bergaf met het buiten spelen, zeker op straat. Dat wijst onderzoek van het Speelgoedmuseum uit. “Sommige kinderen weten zelfs niet meer hoe ze moeten knikkeren”, aldus Marc Wellens. “Ze gooien gewoon met de knikker in plaats van hem met duim en wijsvinger weg te schieten.”

Als kinderen minder buiten ravotten, komt dat niet omdat ze liever binnen zitten met hun gameboy. Belgische kinderen vinden buiten spelen leuker dan binnen spelen, zo bleek nog uit een onderzoek uit 2005 van Duracell bij negenhonderd Belgische ouders en evenveel kinderen. Zes op de tien zouden graag wat meer buiten spelen.

Maar 77 procent van de ouders is bang voor gevaarlijke situaties als ongevallen of vreemde mensen. Daarmee zijn de Belgische ouders de bangste van heel Europa.

Dat is niet onlogisch, gezien België een van de dichtstbevolkte landen is, met druk verkeer, ook op kleinere banen. “Het verschil tussen plattelandskinderen en stadskinderen wordt daardoor kleiner”, meent Wellens. De drukke bebouwing zorgt er ook voor dat de geliefdste speelplekjes van kinderen, een onbenut veldje, een verlaten koertje, almaar schaarser worden. “Kinderen kiezen liever een eigen, wat afgezonderde speelplek, dan naar het speelplein bij het park te moeten gaan”, zegt Johan Meire, stafmedewerker bij Kind en Samenleving. “Zulke plekken verdwijnen. Ik hoorde laatst nog van een paar jongens dat ze hun speelplek kwijt waren, omdat de grond verkaveld was.”

Een tweede reden waarom je kinderen minder vaak buiten ziet ravotten, is demografisch van aard. “Ouders met één kind laten dat kind niet makkelijk alleen buiten spelen”, aldus Johan Meire. “Als een oudere broer of zus meegaat, hebben ze er meer vertrouwen in. In plaats van samen op een plein te voetballen, zitten veel van deze enige kinderen alleen thuis. Buiten spelen is nochtans belangrijk om vrienden te maken, buiten de school.”

© De Morgen 27/3/2007

Deze week ontving ik van het ACW van Knesselare een strooifolder en een mooie affiche die dit thema nog eens onder het lokale licht brengt.

Kinderen

willen

lopen , spelen, fietsen

Beste buurtbewoner,

Maak van je buurt een kindvriendelijke buurt. Samen met je buren.

Hang deze affiche aan het raam.

En geef daarmee aan dat kinderen de nodige ruimte verdienen.

Niet zelden schrikken ouders en grootouders ervoor terug om de (klein)kinderen buitenshuis te laten spelen omwille van veiligheidsredenen.

Nochtans hebben kinderen nood aan voldoende bewegingsruimte en aan speelkameraadjes.

Ruimte voor kinderen is zowel een verantwoordelijkheid voor de inwoners als voor het beleid.

Met deze affiche moedig je meteen ook de lokale overheid aan om werk te maken van een kindvriendelijke gemeente.

Alvast bedankt voor uw medewerking

(achterzijde)

Lopen staat voor open ruimte, voor vrije natuur waar kinderen kunnen ravotten, kampen bouwen, … Spelen gaat over de nood die kinderen voelen om zich uit te leven op een speelplein, in een recreatieve zone, … Met fietsen vragen kinderen naar een verkeersveilige omgeving zodat ze met hun fiets veilig naar school de sportclub of de muziekschool kunnen gaan.

Ruimte voor kinderen kan niet in elke buurt op dezelfde manier worden ingevuld. ACW Knesselare wil dan ook in Knesselare…

  • elke (nieuwe) relevante woonwijk voorzien van een speelplein, zodat het een ontmoetingsplek wordt voor de kinderen (en ouders) uit de buurt/
  • een goed onderhoud van de speelinfrastructuur door de gemeente en de inwoners.
  • voldoende speel- en ontmoetingsruimte voor jongeren, in een veilige omgeving (verkeersmatig, veilige speeltoestellen) met genoeg sociale controle (vanuit de buurt, de jeugdbeweging enzovoort).
  • verdraagzaamheid tegenover spelende kinderen, lawaaihinder kan mits goede afspraken tot een minimum herleid worden.>

Hebt u vragen, opmerkingen of suggesties over de actie of wil u affiches, neem dan contact op met:

  • Anny De Boever, H. Sakramentstraat 18, 9910 Knesselare, 09/374.27.31
  • Gerard Versluys, Kloosterstraat 74, 9910 Knesselare, 09/375.16.84

Het ACW engageert zich om de actie verder op te volgen!

Het ACW is de koepelorganisatie van de christelijke werknemersorganisaties

bron: ACW Knesselare

Meer informatie over deze actie vind je ook op de website van ACW Gent-Eeklo.

Ik ben blij dat dit thema zo veel aandacht krijgt en tegelijk kijk ik ook in eigen boezem. Het is waar: als ouder van twee kindjes flitst het ook door mijn hoofd dat ik ze liever niet op straat zie spelen. OK, ze zijn nog maar twee en vier, da’s extreem jong en door het autisme is er sowieso al een gebrek om gevaar te herkennen.

Maar los daarvan is er inderdaad het verkeer, de schrik voor onbekenden, de resultaten van de Dutroux psychose…

De straat terug ombouwen tot een veilige speelomgeving, is volgens mij onrealistisch om te wensen. Veilige speelruimtes daarentegen moeten het alternatief vormen. Veilig in al zijn betekenissen. Veilig qua ligging, veilig qua omgeving, veilig speeltuig, veilig door sociale controle maar ook waar de kinderen zich veilig voelen en niet constant in de gaten worden gehouden.

Kortom, die vier aandachtspunten van het ACW zeggen het allemaal: plek om te spelen, goed onderhouden, veilig in elke zin en vedraagzaamheid van de buurtbewoners.

Onze gemeente telt gelukkig hier en daar enkele leuke speelplekken. In de H. Sakramentsstraat vind ik de inplanting wel ongelukkig gekozen: een voorbeeld van een niet-veilige omgeving. Een kavel in de Groene Vijvers had een mooie bestemming kunnen krijgen. Normaal moet er nu wel een open ruimte behouden blijven in de nieuwe wijk De Wijngaard. Ik hoop dat we als gemeente daar de nodige investeringen zullen doen om het er kindvriendelijk te maken.

Persoonlijk blijf ik er ook voorstander van om deze twee nieuwe wijken, die duidelijk jonge gezinnen aantrekken, om te vormen naar een woonerf. De Groene Vijvers trekt doorgaand verkeer aan tijdens de begin- en einduren van de school in de Sportstraat en de “randparking” daar is ook een spijtige zaak. Men moet geen extra verkeer in zo’n wijk aantrekken, vind ik.

Ik hoop ook dat het nieuwe bestuur snel werk kan maken van het fijnmazig netwerk van veilige fiets- en wandelwegels. Vele buurtwegen en kerkwegels (waar we nog voor gestreden hebben om deze te behouden daar waar het vorig bestuur ze soms nog weg wilde hebben) hebben dringend een opknapbeurt nodig. Zo kunnen kinderen op een veilige manier, zonder al die auto’s rondom hen, zich verplaatsen.

Om deze actie te steunen, wil ik heel graag luisteren naar voorstellen. Als u een idee hebt om uw buurt kindvriendelijker te maken, door betere verkeersveiligheid, door omgevingsingrepen, door plek te maken voor kinderen, … dan hoor ik het graag. Ik wil al de ideeën op hun haalbaarheid beoordelen en indien onze fractie daar goede voorstellen in vindt, dan wil ik ze natuurlijk ook naar de gemeenteraad brengen.

apr 4, 2007 - In de pers    No Comments

Wegdek

De Geuzestraat en de Wolvestraat, die in slechte staat verkeren, krijgen een nieuw betonlaagje. Oppositiepartij GVP oppert dat er straten nog slechter liggen, maar merkt op dat die straten aangepakt worden omdat er schepenen wonen. In de Geuzestraat komt ook een asverschuiving omdat daar op bepaalde plaatsen te snel gereden wordt. Op de begroting staat 50.000euro voor herstel van wegen en nog eens 125.000 voor het vernieuwen en herstellen van verscheidene asfalt- en betonwegen. (cte)

© Nieuwsblad 3/4/07

apr 4, 2007 - In de pers    No Comments

Nieuw betonlaagje in Geuze- en Wolvestraat

Het gemeentebestuur van Knesselare voorziet dit jaar in de nodige budgetten om een nieuwe betonlaag te gieten in de Geuzestraat en de Wolvestraat. Het wegdek is er in slechte staat en is dringend aan vernieuwing toe. Oppositiepartij GVP merkt op dat net in die straten schepenen wonen.

«De Geuze- en Wolvestraat liggen er slecht bij en moeten een nieuwe betonlaag krijgen», zegt burgemeester Fredy Tanghe (Groep 9910). «Dat is zo omdat de staat van de weg erg slecht is en niet omdat daar toevallig een schepen woont. De slechtste wegen worden eerst aangepakt. En die twee straten staan nu eenmaal bovenaan die lijst. In de Geuzestraat zal ook met een asverschuiving gewerkt worden omdat daar op bepaalde plaatsen te snel gereden wordt.» Knesselare voorziet voor dit jaar in de nodige budgetten. Op de begroting staat 50.000 euro voor herstel van wegen en nog eens 125.000 voor het vernieuwen en herstellen van verscheidene asfalt- en betonwegen. (JSA)

© Het Laatste Nieuws 30/3/07

apr 4, 2007 - In de wereld    No Comments

Ik sta Pfaff

OK, voor wie het nog niet weet, Jean-Marie Pfaff, bijgenaamd El Sympatico, ooit de beste doelman van de wereld toen de Rode Duivels nog wisten wat voetballen was, heeft – hou u vast – een neger een trap tegen zijn kant gegeven en dat is wereldnieuws.

Eerst de achtergrond info: een beeldfragment uit het VTM Nieuws van dinsdag 3 april 2007.

De Pfaffs waren op vakantie in Barbados, een plek waar rijke blanken gaan genieten van luxe en rust, aangeboden door hardwerkenden andersgekleurden. In het kielzog van de Pfaffs reist altijd een cameraploeg mee en die beelden worden nadien grondig geselecteerd op hun kijkcijferaantrekkelijkheid. Niet te verwonderen dus dat net dit fragment werd uitgezonden.

Maar de reacties… Man man man… Pfaff is een racist! Punt uit. Schoppen tegen een zwarte negerkont kan gewoon niet…

Het centrum voor gelijke kansen en racismebestrijding, je weet wel, die overheidsorganisatie die meer dan 5 miljoen euro verbruikt per jaar, gaat de heer Pfaff en VTM een brief schrijven.

De kranten, ook in het buitenland, staan er bol van. Het merendeel van de commentaren geeft het centrum gelijk en vindt “den Jean-Marie” een dikke racist. Eén van de weinige andere commentaren komt trouwens van Sven Ornelis.

Die spreekt over het gezond verstand van zijne bakker en ik kan me daar wel in vinden.

Kijk, wat Jean-Marie gedaan heeft, was ongemanierd. Je stampt niet zomaar iemand tegen zijn gat, zeker niet met de bedoeling om er eens goed mee te kunnen lachen. De verhouding van de rijke hotelgast en de arme hardwerkende tuinman maakt het er niet beter op. Stampen naar ondergeschikten is echt niet meer van deze tijd.

Maar omdat die tuinman nu net een donkere huidskleur heeft, moet de wereld op zijn kop gezet worden.

Neem van mij aan dat als dit hotel aan de Costa Brava had gestaan en de tuinman gewoon een wat gebruinde Europeaan was, er geen kat naar gekraaid had.

Die verbeten strijd tegen het racisme, draait uit op hetgene wat ze bestrijden. Een gedachtenpolitie die alles wat volgens hen incorrect is, gaat opsporen en bestraffen. Men bestrijdt racisme om geen 40-45 meer mee te maken, maar wat is het verschil tussen een geheime politie van één of andere dictator (vaak zwart van huidskleur nota bene) die andersdenkenden opspoort en laat verdwijnen en deze massale jacht op alles wat ook maar op racisme zou kunnen lijken.

Ik weet soms niet meer of ik nog mag lachen met een mop over Joden, Limburgers, homo’s, negers, … Het CGKR heeft daarover trouwens ook ooit al stelling ingenomen: je mag enkel nog lachen met meerderheden. Lachen met een minderheid ist verboten…

Ik begin veel gelijkenissen te zien tussen de middeleeuwse inquisitie en het CGKR.

Voor het eerst in jaren betrap ik mezelf er op dat ik mijn mening “zuiver”, dat ik oplet om misschien per ongeluk te zeggen dat een bepaalde minderheid aan deze of gene eigenschap voldoet…

Ik ben tegen racisme, maar ik ben ook tegen de gedachtenpolitie die zich stilaan vormt in onze democratie. Men tornt langzaam maar zeker aan een fundament van onze moeizaam veroverde vrijheden en ik krijg er grijs haar van.

Deze storm vind ik er dus gewoon over. Pfaff was fout, maar dit is géén racisme. Het gezonde bakkersverstand geniet mijn voorkeur: ga niet jagen op enkelingen. Steek dat geld liever in dingen die iets opleveren. Vecht tegens de kansarmoede onder de migr*** – alloch**** – euh nieuwe vlamingen. En niet tegen ex-nog-trappende-doelmannen, tegen kantelpoortenfabrikanten, tegen beveiligingsfirma’s…

Stop deze inquisitie aub en geef mijnheer De Witte een job als pastoor of zo… Da’s een minderheid die ook versterking kan gebruiken!

apr 1, 2007 - Schipdonkkanaal    No Comments

Bijkomende informatie over de verbreding van het Schipdonkkanaal

In het project Seine-Schelde-West (en ik ben het eens met de journalisten en commentatoren die zeggen dat deze naam gewoon werd gekozen om er een schijnbaar Europese dimensie aan te geven) lijkt het soms dat het om politieke redenen al een uitgemaakte zaak is dat het Afleidingskanaal van de Leide (alias Schipdonkkanaal alias De Stinker) zal verbreed worden.

Eén van de trouwe lezers van deze blog heeft me wat extra informatie bezorgd en ik heb zelf ook nog even teruggegrepen naar enkele citaten uit twee artikels uit Knack die wat extra denkwerk moeten verzetten. Die twee artikels zijn trouwens aanraders, maar omwille van copyright kan ik me uiteraard enkel beroepen op het citaatrecht om enkele passages aan te reiken die voer tot discussie moeten geven.

Voorts heb ik ook nog de tekst omtrent de bespreking van deze hot issue in de “Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie” (=de bevoegdheden van minister Peeters, nota bene) online geplaatst omdat het ook enkele standpunten, oa dat van de minister en dus van de Vlaamse Regering, mooi samenvat.

En als laatste het standpunt van Natuur en Landschap Meetjesland over dit dossier.

Heel wat leesvoer dus bij meer lezen.

Allereerst de citaten uit Knack:

Het is immers zeer de vraag wie bereid is een honderdtal kilometer extra te betalen om zijn goederen in Zeebrugge eerst op een kaai en daarna op een binnenschip te laten overslaan om die ladingen dan, via de sluizenhals van Terneuzen, de Wester- en de Oosterschelde, uiteindelijk op de oevers van de Rijn te lossen. Als dezelfde goederen vanuit Rotterdam of Antwerpen haast rechtstreeks via het Schelde-Rijnkanaal ter plaatse worden gebracht. Theoretisch bezit de haven van Zeebrugge ongetwijfeld een onbenut potentieel om containers te verhandelen, maar om hogergenoemde redenen zal deze haven nooit aantrekkelijk zijn voor containertrafiek.

Zelfs als Antwerpen en Zeebrugge hun krachten zouden bundelen, waarover havenbeheerders al eens hardop denken, rest de vraag welke verkeersassen en -middelen beide havens kunnen verbinden zonder de verkeersoverlast op de betrokken wegen te vergroten en de mobiliteit in Vlaanderen nog verder te beperken. Zeebrugge is nu eenmaal geen ’trimodale'(spoor, weg, water) haven, maar gedoemd om een ferryhaven te blijven en nu ook autotrafieken van Antwerpen en Gent af te snoepen. Terwijl Le Havre en Duinkerke zich verder uitbreiden, Vlissingen reuzenplannen koestert, Antwerpen uitdijt, de Maasvlakte-II in Rotterdam haast goedgekeurd is en in Amsterdam een nieuwe containerkaai klaarligt. Voor wie het destijds niet geloofde: Zeebrugge is nu eenmaal uitgebouwd volgens de verkeerde premissen.

© 2001 Roularta Media Group NV – Frank De Moor, “Moeten er nog kanalen zijn?”, Knack 31-1-2001

Een alternatief tracé, dat de Vlaamse Gemeenschap op verzoek van het Zeebrugse havenbestuur (MBZ) in de jaren 1990 liet bestuderen, is het nieuw te graven Noorderkanaal. Dat zou vanuit Maldegem in een rechte lijn langs de autoweg N49 lopen tot aan het kanaal Gent-Terneuzen. Maar anno 2007 durft niet één politicus het woord ‘Noorderkanaal’ nog in de mond te nemen. ‘Het is onbespreekbaar’, stelt huidig MBZ-voorzitter Joachim Coens.

Voormalig havenvoorzitter Fernand Traen …: ‘De studie uit 2001 heeft al de impact van beide alternatieven bestudeerd. Waarom moet dit huiswerk overgedaan worden? Het tracé van het Noorderkanaal is korter, gaat door een landschap zonder enige specifieke waarde en volgt de N49 autoweg. Het aantal onteigeningen is zelfs iets kleiner dan voor een verbreding van het Afleidingskanaal: 180 woningen!’

Fernand Traen ziet dan ook het nut niet in van die omweg tot in Merendree om aan te sluiten op het Seine-Scheldebekken: ‘De binnenvaart tussen België, Nederland en de Rijn is zeven keer belangrijker in volume dan die met Frankrijk. Wij moeten daarom in de eerste plaats naar het noorden kijken. Het Noorderkanaal laat veel grotere binnenschepen toe. De norm moet zijn dat dezelfde binnenschepen Zeebrugge kunnen bereiken als de schepen die de grote Duitse containerterminals aandoen.’

‘De nieuwe studie richt zich in tegenstelling tot de eerdere rapporten tot één concreet project en kan dus relatief vlug afgewerkt worden. Heel belangrijk is ook dat het project een oplossing biedt voor de afwatering van onze polders én van de Gentse regio.’ De haalbaarheidsstudie moet in principe in 2009 afgerond zijn. Alle procedures zouden dan in de periode 2009-2015 doorlopen worden. ‘In theorie kan de realisatie van deze aansluiting via een publiekprivate samenwerking (PPS) gelijklopen met het Seine-Scheldeproject’, hoopt Joachim Coens.

© 2007 Roularta Media Group NV – Stefan Vankerkhoven, “Met de boot van Zeebrugge naar Parijs?”, Knack 24-1-2007

De bespreking in de commissie:

Vraag om uitleg van de heer Jef Tavernier tot de heer Kris Peeters, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, over de studie van het project Seine-Schelde-West

De voorzitter: De heer Tavernier heeft het woord.

De heer Jef Tavernier: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega´s, het project Seine-Schelde-West betreft de eventuele verbinding van Zeebrugge met het Seine-Scheldeproject via de zogenaamde ‘Stinker´ en ‘Blinker´ – het Schipdonkkanaal en het Leopoldkanaal – en het kanaal Gentbrugge-Merendree, om zo uit te monden in de Ringvaart rond Gent. Eigenlijk gaat dit over de 40 of 50 jaar oude droom van Zeebrugge om een nieuwe ontsluiting van de haven via een nieuw binnenvaartkanaal te realiseren. Vroeger is voorgesteld om het fameuze Noorderkanaal te realiseren: een kanaal waarop schepen tot 9000 ton van Zeebrugge via Maldegem en het Meetjesland over Zelzate en Evergem naar het kanaal Gent-Terneuzen zouden kunnen varen. Op basis van milieuprotesten maar ook op basis van studies is dat voorstel afgewezen.

Op een bepaald ogenblik kwam men met een variant: Kanaal 9000, voor schepen tot 9000 ton. Daartoe zouden de ‘Stinker´ en de ‘Blinker´ worden gebruikt: het zijn twee aparte kanalen op een verschillend niveau, die wel vanaf Maldegem over Damme tot Lissewege parallel lopen. Het voorstel kwam erop neer om het tracé vanaf Maldegem niet naar Zelzate-Evergem door te trekken, maar een afslag richting Merendree, tot aan het afleidingskanaal van de Leie, te creëren. Het gabarit zou schepen tot 9000 ton toelaten. Dat voorstel is ernstig onderzocht. In een maatschappelijke impactstudie werden kosten-batenanalyses gemaakt die toestonden om te besluiten dat dit economisch niet haalbaar is. Het zou een slechte investering zijn.

Ik ben van mening dat serieuze infrastructuurprojecten niet alleen vanuit een ecologisch en verkeerstechnisch oogpunt, maar ook vanuit een bedrijfseconomisch oogpunt moeten worden onderzocht. De overheid moet zuinig omspringen met onze beperkte middelen uit belastingen. Toen Zeebrugse havenkringen zich realiseerden dat het project voor het vervoer per schip tot 9000 ton niet haalbaar was, richtte men zijn aandacht op het trans-Europese netwerk, waarvoor subsidies kunnen worden gevraagd. Het gaat over de Scheldeverbinding, die goed is voor vervoer tot 4500 ton. Men wou een bocht nemen en daarop aansluiten. Twee jaar geleden noemde men dat voorstel nog de Brugse Ommevaart, nu spreekt men van het project Seine-Schelde-West.

Het project Seine-Schelde-West ‘klinkt´ Europees. Misschien kan men daarvoor ooit nog subsidies ontvangen, ook al is het project Seine-Schelde-West helemaal niet grensoverschrijdend? De enige grens die wordt overschreden, is die tussen West- en Oost-Vlaanderen: daar heb je geen Europees geld voor nodig. Hier en daar stelt men het voor alsof het project al in kannen en kruiken is en men volgend jaar aan de werken zou kunnen beginnen. In het kader van de Oost-Vlaamse staten-generaal over mobiliteit en de missing links heeft gouverneur André Denys zich anderhalve maand geleden plotseling met zijn volle gewicht achter dat project geschaard. Ik maakte enkele kritische bedenkingen, waarop hij helemaal uit zijn rol viel. Hij zei dat ik vreselijk tendentieus bezig ben. Ik neem hem dat niet kwalijk: ik ken zijn dynamisme en zijn temperament.

De heer Denys verdedigde het project, en voegde er nog aan toe dat er ook een spoorweg zou moeten worden aangelegd, zodat Oost-Vlaanderen kan dromen van ‘trimodale logistieke terreinen´. Het is een project waar veel Open Vld´ers oren naar hebben. Nadien was ik verbaasd toen ik in de krant las dat ook de minister zich achter het project lijkt te zetten. Ik vind dat vreemd, want volgens mij moeten we eerst studeren, en op basis van het geleverde studiewerk beslissingen nemen. We mogen niet de kar voor het paard spannen. Eerst moet er een serieuze kosten-batenanalyse komen; nadien kunnen we beslissingen nemen.

Ik wil de minister enkele vragen voorleggen. Ik veronderstel dat de kranten u een beetje verkeerd hebben geciteerd. Ik veronderstel dat u hebt gezegd dat u het project Seine-Schelde-West ernstig wilt onderzoeken. Ik heb niets tegen studies, al vind ik dat we daar soms veel geld aan uitgeven. Wordt er inderdaad een haalbaarheidsstudie uitgevoerd? Welke zijn de uitgangspunten van die studie? Hoeveel scenario´s worden onderzocht? Wat zijn de uitgangspunten van de verschillende scenario´s? Wat weegt men tegenover elkaar af? Houdt men voldoende rekening met de ontwikkeling van andere vervoersmodi, en dan vooral van de kustvaart? Ik wijs erop dat de Vlaamse Regering, met instemming van Europa, steun verleent voor de uitbouw van de kustvaart. Zo´n studie besteedt men normalerwijze niet helemaal uit aan een studiebureau. Is er een begeleidings-of klankbordgroep voor die studie, zodat met alle maatschappelijke elementen rekening wordt gehouden? Hoeveel tijd zal die studie in beslag nemen?

Is er in Europese subsidies voor die studie, en eventueel ook voor dat – voorlopig hypothetisch – project voorzien? Welke aanpassingen worden intussen gepland om het bestaande kanalennet voor de hinterlandverbinding van Zeebrugge via de binnenvaart te verbeteren? Los van de langetermijnprojecten zijn een aantal aanpassingen aan het bestaande kanalennet nodig. Zo wordt gesteld dat de halfhoge brug in Steenbrugge moet worden aangepakt. Ik sta daarachter. Worden die aanpassingen de eerstkomende drie jaar uitgevoerd, en zijn daarvoor kredieten uitgetrokken? Of bent u van mening dat die aanpassingen niet moeten gebeuren en u voor het grote langetermijnproject kiest?

De timing is belangrijk, want in verschillende milieus en gemeenten bestaat daar onrust over. Ik denk dan aan Damme en Zomergem. Ik denk bijgevolg dat er een klaar en duidelijk antwoord moet komen. Wanneer komt die studie er, en wanneer wordt ze opgeleverd?

De voorzitter: De heer Matthijs heeft het woord.

De heer Erik Matthijs: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, geachte collega´s, het is juist dat er een studie wordt uitgevoerd. Het forum of de klankbordgroep heeft de eerste keer vergaderd op 9 oktober, de dag na de gemeenteraadsverkiezingen – maar daar bedoel ik niets mee. De tweede keer was dat op 23 februari. Op voordracht van de minister zetelen in de klankbordgroep werkelijk alle maatschappelijke geledingen: de administratie Waterwegen en Zeekanaal, de provinciebesturen van Oost- en West-Vlaanderen, het havenbestuur, de polderbesturen, de RESOC´s, de sociale partners, de natuurverenigingen, Promotie Binnenvaart en de diverse gemeenten van Oost- en West-Vlaanderen: Knokke, Damme, Maldegem, Eeklo, Zomergem, Nevele en Merendree. Namens de stad Eeklo ben ik lid van de klankbordgroep.

In het Structuurplan zijn drie mogelijkheden voor de ontsluiting van Zeebrugge naar de binnenwateren vermeld: het kanaal Oostende-Brugge-Gent, een verbreed Schipdonkkanaal en het Noorderkanaal. In de MaISstudie of maatschappelijke-impactstudie is men tot de conclusie gekomen dat het kanaal Oostende-Brugge-Gent de beste oplossing schijnt te zijn. We hebben daarover in het Meetjesland nog gedebatteerd; ik weet niet of u daaraan hebt deelgenomen. Ondertussen kennen we de verkeersproblemen van de stad Brugge. Naar aanleiding van het door de Vlaamse Regering goedgekeurde trans-Europese netwerk, waarvan Seine-Schelde-West een onderdeel is, is men opnieuw gaan nadenken over de mogelijkheid van de verbreding van het Schipdonkkanaal en het samenvoegen van de Stinker en de Blinker. Die verbreding zou wel minder groot worden dan aanvankelijk gepland.

Het is de verdienste van de regering, de minister en zijn administratie dat ze een grondige studie aan deze zaak wijden. Ik denk dat de uitvoering van die studie een jaar, of iets meer, in beslag zal nemen.

Mijnheer Tavernier, u weet dat ik in het verleden altijd de bewoners in de reservatiezone heb verdedigd, die zich in een miserabele toestand bevinden. Ze kunnen daar geen verbouwingswerken doen om hun woningen aan de moderne noden aan te passen, tenzij ze de meerwaarde bij eventuele onteigeningen laten vallen. In de vorige legislatuur heb ik ex-minister Bossuyt daarover geïnterpelleerd. Toen keurde het Vlaams Parlement unaniem een met redenen omklede motie goed.

Volgens die motie moesten de woningen in de reservatiezone aan beide zijden van het Schipdonkkanaal dezelfde rechten krijgen als zonevreemde woningen in agrarisch gebied, en de bewoners hadden het recht om aan de overheid te vragen om op vrijwillige basis onteigend te worden.

Als ik dat dossier ter harte neem, dan is dat omdat vele bewoners van het Meetjesland al tientallen jaren in onzekerheid leven. Ik hoop dat die studie uitsluitsel brengt en de toekomst van die mensen duidelijker maakt. Ik steun dan ook de optie van de regering om eindelijk komaf te maken met de ontsluiting van de haven van Zeebrugge, en om duidelijkheid te verschaffen aan de mensen die in de reservatiezone wonen. Ik hoop dat in het nieuwe decreet Ruimtelijke Ordening de met redenen omklede motie, die begin 2004 werd goedgekeurd, wordt geïmplementeerd, want dat was de wil van het voltallige Vlaams Parlement.

De voorzitter: De heer Roegiers heeft het woord.

De heer Jan Roegiers: De twee vorige sprekers hebben het dossier goed ingeleid. Ik wil enkel principieel tussenkomen, al was het maar omdat ik van Merendree afkomstig ben. Op 24 januari is een artikel verschenen in Knack, waarin de twee tracés mooi zijn uitgetekend. Er zijn toch wel wat vragen en ongerustheid. Mijnheer de minister, u weet dat in de tracés 180 en 187 woningen verdwijnen. Dan is het logisch dat daarover vragen bestaan.

Mijnheer de minister, hoeveel tijd zal de studie in beslag nemen? Hoeveel tijd trekt u uit voor het hele project?

De voorzitter: Minister Peeters heeft het woord.

Minister Kris Peeters: Mijnheer de voorzitter, collega´s, mijnheer Tavernier, we hebben het al gehad over dit probleem, zelfs in de plenaire vergadering. Ik ga ervan uit dat elk commissielid de binnenvaart wil promoten en de containers die weg op wil sturen in plaats van op onze wegen. In dat kader zoeken we oplossingen.

Over het Noorderkanaal werd jarenlang gesproken. Het maatschappelijke draagvlak is heel klein, zelfs onbestaande, los van het budget. Naar aanleiding van een studiedag in Zeebrugge wilden we de binnenvaart, zeker vanuit Zeebugge, meer gebruiken en nieuwe mogelijkheden ontwikkelen. Er wordt een haalbaarheidsstudie uitgevoerd. Die dient om met kennis van zaken een beslissing te nemen. We investeren daar heel veel in en we betrekken daar alle actoren bij: de gemeente, de provincie, de administratie, de natuurverenigingen enzovoort.

De uitgangspunten van de studie zijn duidelijk: het promoten van de binnenvaart en het ontsluiten van de zeehaven naar het hinterland. Zowel in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen als in het Mobiliteitsplan Vlaanderen wordt aandacht geschonken aan de betere ontsluiting van de kusthavens via de binnenvaart. Ik ga ervan uit dat daarover geen discussie bestaat.

Er worden vijf scenario´s onderzocht. Een eerste scenario geldt als een nul-plus-alternatief, waarbij op het kanaal Gent-Brugge enkel de brug van Steenbrugge wordt herbouwd, met aanpassing van de directe omgeving. De scenario´s twee en drie betreffen een aanpassing van het kanaal Gent-Brugge tussen Beernem en Brugge voor kruisend scheepvaartverkeer klasse IV, dus voor schepen van 1350 ton, met minimale grondinname, maar duurdere oeververdedigingen, en een klassieke verbreding met ruimere grondinname wegens oevers onder talud.

Het scenario vier betreft een aanpassing van het Afleidingskanaal van de Leie door de verbreding van dit kanaal. Het scenario vijf betreft de aanpassing van het Afleidingskanaal van de Leie, waarbij geheel of gedeeltelijk de middendijk tussen het Afleidingskanaal en het Leopoldkanaal wordt weggenomen.

Bij de trafiekprognose zal rekening worden gehouden met alle beschikbare modi, dus naast de weg, het spoor en de klassieke binnenvaart zal ook de ontwikkeling van de estuaire vaart in rekening worden gebracht.

Er is een klankbordgroep opgericht die de studie zal begeleiden. Deze klankbordgroep bestaat uit vertegenwoordigers van de betrokken gemeenten en provincies, Polders en Wateringen, werkgevers- en werknemersorganisaties, de milieubeweging, Promotie Binnenvaart en schippersverenigingen.

De totale contractuele uitvoeringstermijn van het studiecontract bedraagt 16 kalendermaanden. De studie is gestart op 5 maart 2007.

Gelet op de inhoud van de zopas gestarte haalbaarheidsstudie worden er voor de komende drie jaar geen aanpassingswerken aan de bestaande infrastructuur gepland. Wel zullen de nodige instandhoudingswerken worden uitgevoerd. Tevens heb ik opdracht gegeven tot het uitvoeren van een studie verkeersmanagement, die op korte termijn moet leiden tot vlotter verkeer – zowel weg- als scheepvaartverkeer – te Brugge.

Mijnheer Tavernier, op de staten-generaal heb ik tien beginselen benadrukt die belangrijk zijn in het kader van de uitvoering van de studie. Ik begrijp dat sommigen bezorgd zijn, maar dat gebeurt vaker. Als we studies uitvoeren over een langere periode, waartoe ik soms decretaal verplicht word, bijvoorbeeld betreffende de grindontginning, dan is er altijd enige ongerustheid in de gebieden waarover het gaat. We moeten misschien nadrukkelijker beklemtonen dat, als we een studie uitvoeren, we daar iedereen bij betrekken. Als de studie klaar is, heeft iedereen een inbreng gehad. Beslissingen worden pas genomen als de conclusies van de studie op tafel liggen. Ik heb dat al vaker meegemaakt. Als je zaken structureel en met visie aanpakt, dan brengt dat reacties teweeg.

De heer Tavernier: Mijnheer de minister, ik verneem dat de studie is gestart. Aan wie is die toegewezen?

Minister Kris Peeters: Ik zal het u laten weten.

De heer Jef Tavernier: Wat me in het hele verhaal verontrust, is dat u in de volgende drie jaar geen aanpassingswerken uitvoert op de bestaande kanalen, wat ook het resultaat is van de studie. Terwijl vorig jaar een meerderheidspartij, die niet de uwe is, een mooie folder uitdeelde in Brugge over de halfhoge brug van Steenbrugge. Die zou in de eerste jaren worden gerealiseerd.

Mijnheer de minister, in uw antwoord hoor ik dat daarvan geen sprake is in de drie eerstvolgende jaren, dat u integendeel het einde van de studie afwacht voor een beslissing. Het komt erop neer dat de mensen zich eens te meer bedrogen zullen voelen. Los van de uitslag van de studie, moet u zich afvragen of er toch niet een aantal aanpassingswerken nodig is in de omgeving van Brugge. Ik denk dan specifiek aan de halfhoge brug van Steenbrugge.

De heer Jan Roegiers: Mijnheer de minister, kunt u minstens de drie vraagstellers van vandaag of zelfs alle commissieleden informeren over de opdracht tot en het voorwerp van die studie?

Minister Kris Peeters: Ik zal dat nagaan. Voor mij is het geen probleem om de studie en de opdracht ertoe te bezorgen.

De heer Erik Matthijs: De opdracht is duidelijk uiteengezet in de haven van Zeebrugge. De studie is veelomvattend en zal heel grondig zijn. Het gaat ook over de problemen van de waterbeheersing in Gent en het Meetjesland. Dat is geen geheim. De mensen van het studiebureau hebben dat duidelijk uiteengezet.

De voorzitter: Het incident is gesloten.

Bron: www.vlaamsparlement.be – Handelingen uit de commissies

Persbericht van Natuur- en Landschap Meetjesland

De Seine-Scheldeverbinding: standpunt van NLM vzw

Binnen de Vlaamse regering en de provincie Oost-Vlaanderen groeit de idee om het Schipdonkkanaal te verbreden met als doel een betere ontsluiting van Zeebrugge te realiseren en de verbinding te maken met de Seine. NLM dringt aan dat hier grondig over nagedacht wordt. In eerste instantie willen we pleiten om de alternatieven grondig te onderzoeken. En wanneer alsnog zou geopteerd worden voor een verbreding van het Schipdonkkanaal willen we alvast dat er voldoende aandacht is voor de impact op de natuur en het landschap.

Het klopt dat de uitbreidende haven van Zeebrugge momenteel problemen heeft om het hinterland te bedienen. De via de haven aangevoerde goederen moeten vanaf de haven immers het binnenland in getransporteerd worden.

Hiertoe zijn verschillende transportmogelijkheden die elk op hun eigen merites moeten onderzocht worden. Zeker is dat men het wegverkeer maximaal moet beperken. De alternatieven zoals het spoorverkeer, waarvan de capaciteit verhoogd kan worden, de scheepvaart , waarvoor de kustvaart , het graven van nieuwe kanalen of het optimaliseren van nieuwe kanalen in aanmerking komen, dienen onderwerp te zijn van ernstig onderzoek vooraleer beslissingen te nemen.

Met de verbreding van het Schipdonkkanaal wil men een éénrichtingskanaal met inhaalstroken (type 4B) creëren, wat ten dele moet instaan voor de ontsluiting van Zeebrugge en voor de verbinding met de Schelde en Leie. Dit project wordt Seine-Schelde West genoemd en zal – gezien de passage van het Schipdonkkanaal door het Meetjesland – wel degelijk een belangrijke impact hebben op onze regio. Een verbreding van het kanaal Gent-Brugge lijkt minder een optie gezien de problemen die men ondervindt om Brugge te passeren. Een verbreding van het kanaal Gent-Brugge zou ook een grote ecologische impact hebben.

Vanuit NLM willen we in eerste instantie pleiten om maximaal de mogelijkheden van de alternatieven te onderzoeken en versneld werk te maken van een betere ontsluiting via het spoorverkeer. We zijn er van overtuigd dat dit de meest ecologische en ook toekomstgerichte transportmogelijkheid is. Een verbreding van het Schipdonkkanaal, de optie die nu naar voor geschoven wordt, is voor NLM alleen bespreekbaar wanneer blijkt dat bovenstaande opties niet haalbaar zijn en mits de impact op natuur en landschap niet verwaarloosd wordt.

Een verbreding van Schipdonkkanaal mag natuur en landschap van onze streek niet schaden!

Wat de rechtstreekse impact zou zijn op de natuur en landschap van een verbreding van het Schipdonkkanaal is nu nog moeilijk in te schatten, gezien de plannen nog niet geheel duidelijk zijn. Zo is de invloed op de waterhuishouding nog niet gekend. Uit de ervaringen met de verbreding van het kanaal Gent-Brugge hebben we alvast geleerd, dat deze gevolgen niet alleen voor de mens (overstromingen waar ze voorheen nooit optraden) maar ook voor natuur en landbouw toch wel heel belangrijk kunnen zijn. We denken in dat verband zeker ook aan het waterrijke krekengebied, dat nu reeds erg te lijden heeft onder een ongunstige waterhuishouding. Kleine veranderingen kunnen in dit internationaal beschermde gebied grote gevolgen teweegbrengen. Een zeer grondige studie van de gewijzigde waterhuishouding is dan ook essentieel. Niet alleen de voorkoming van nieuwe ongewenste overstromingen maar ook de relatie met het grondwaterregime en de impact van dit alles op de natuur moet zeer grondig bestudeerd worden vooraleer een beslissing genomen kan worden.

Plaatselijk gaan er ecologisch belangrijke bermen verloren. Zo denken we bijvoorbeeld aan de tussenberm tussen Strobrugge en de Expresweg: hier bevindt zich de op één na grootste populatie Gulden Sleutelbloem in Vlaanderen (buiten de kustduinen en Limburg)

Ook De Zaan te Zomergem dreigt verloren te gaan.

Maar de te verwachten effecten zullen wellicht voornamelijk indirect zijn. Zo is de scheidende invloed van het kanaal tussen bijvoorbeeld het Leen en het Drongengoed (over het Keigat) nu reeds aanzienlijk. De bestaande natuurgebieden staan daarom zwaar onder druk. De kanaalverbreding zal op dit vlak een serieuze verergering zijn van de reeds erg penibele situatie.

Ook de landschappelijke waarden en andere aspecten van het landschap zullen ongetwijfeld sterk aangetast worden bij een realisatie van het project.

We zijn dan ook van oordeel dat de verbreding van het Schipdonkkanaal onaanvaardbaar is zonder dat verschillende maatregelen genomen worden om de globale ecologische en landschappelijke kwaliteit van het gebied te behouden en waar mogelijk versterken. Dit kan door de natuurgebieden en hun verbindingen in de omgeving van het kanaal te versterken. Men moet vanzelfsprekend bereid zijn om hiertoe de nodige investeringen te voorzien. Als men bereid is om op een ernstige manier het belang van natuur en landschap mee in te passen in het project, dan kan het project mogelijks een voor de natuur in onze regio evenwaardige balans opleveren. Voorbeelden van projecten op vergelijkbare schaal zijn er elders in Vlaanderen. Bij deze projecten werden ter ‘compensatie’ van de verliezen aan natuur nieuwe gebieden aangelegd of bestaande natuurgebieden versterkt, heringericht of beter beheerd. Al is het duidelijk dat het ene project al sneller wordt uitgevoerd dan het andere en in Vlaanderen enige argwaan gewettigd is over de uitvoering ervan. Belangrijk bij de uitvoering is dat de compensaties tezelfdertijd worden uitgevoerd en de uitvoering afdwingbaar is binnen een te overziene termijn…

Vanzelfsprekend verwachten we ook een maximale ecologische invulling van het nieuwe kanaal zelf (plasbermen, botanisch bermbeheer enz.). Daarom vragen we aan de overheid dat men ernstig werk wil maken van het voorkomen van negatieve gevolgen voor natuur en landschap. Zoniet zullen wij de aantasting van het gebied aanvechten met alle middelen die ons ter beschikking staan.

In dit concrete geval komen nu reeds doch niet limitatief, twee duidelijke prioriteiten naar voren:

  • Versterken van de bossengordel in het Meetjesland door het voorzien in een robuuste bosverbinding tussen het Leen en het Drongengoed. Het ‘ontsnipperend’ effect dat hiervan het gevolg is, moet de bijkomende versnippering als gevolg van de kanaalverbreding meer dan compenseren.
  • Compensatie van de natuur die verloren gaat door het vergraven van de schrale kanaalbermen. Dit kan door te investeren in dijkherstel en ecologisch dijkbeheer in het Meetjeslands Krekengebied. Het ontbreekt Natuurpunt niet aan expertise of goede wil, maar wel aan middelen om de dijken te verwerven en in functie van hun natuurwaarden te beheren. Omdat deze zo veel meer potentie hebben dan hun huidige toestand, liggen hier goede mogelijkheden tot compensatie van wat bij de kanaalverbreding dreigt verloren te gaan.

We noemen deze twee voorbeelden omdat ze zo voor de hand liggend zijn. Dit neemt niet weg dat een grondige inventaris van knelpunten langsheen het kanaaltracé noodzakelijk is. Daaruit komen waarschijnlijk nog heel wat andere pijnpunten, die vanzelfsprekend ook om een oplossing zullen vragen.

Vanuit NLM willen we ook wijzen op de grote impact die een verbreding zou betekenen voor heel wat bewoners van de kanaalomgeving (vooral in Zomergem). Hier kan niet lichtzinnig over gedaan worden.

Verder mag het kanaal ook niet de deur open zetten voor een wildgroei aan nieuwe industrieterreinen midden in de landelijke gebieden die het doorsnijdt. Dit is voor NLM een absolute voorwaarde!

NLM vindt daarnaast dat de ecologische, landschappelijke en recreatieve functie van het kanaal Gent-Brugge verder versterkt moet worden.

Samenvattend:

Natuur en Landschap Meetjesland volgt deze hele zaak op de voet. Indien men werkelijk bereid is om op een ernstige manier met de wensen en desiderata van NLM rekening te houden, dan zal men in ons een constructieve gesprekspartner vinden. Of men daartoe bereid is, moet echter nog blijken. Er zijn voldoende slechte ervaringen uit het verleden en men is voorlopig niet al te best van start gegaan. Maar er zijn elders ook voorbeelden van het tegendeel. Het is nu aan de overheid om een positief signaal te geven en op een ernstige manier het gesprek aan te gaan. De oplossing van het probleem van de Zeebrugse haven mag niet resulteren in het scheppen van nieuwe ecologische problemen of leefbaarheidproblemen in het Meetjesland. Als men dit probeert, dan zal onze huidige afwachtende en constructieve houding snel omslaan.

Bron: persbericht Natuur- en Landschap Meetjesland

mrt 30, 2007 - Schipdonkkanaal    No Comments

Brieven aan de gouverneur

Na enkele dagen mooi weer, is het spijtig genoeg wat minder. Nu ja, minder, voor de tijd van het jaar hoor je mij zeker niet klagen.

Leuk is ook dat het een beetje is beginnen waaien en als het waait, waait er al eens wat vanalles door mekaar op mijn bureau en als ik dan opruim, merk ik soms dat de wind mij iets heeft meegvoerd vanuit verre streken.

Deze keer vanuit het exotische Gent, blijkbaar uit de schatkist van de heer gouverneur.

In “meer lezen” vindt u een reeks kopies van mooie brieven die oprecht van uit het hart van meetjeslandse bewoners komen en die een ware reden geven waarom men met zijn handen van het Schipdonkkanaal moet afblijven.

Er zijn echt mooie verhalen bij. Persoonlijk heb ik genoten van een kleine PS: “Laat dit alles niet louter een herinnering worden“… Prachtig gewoonweg…

De meetjeslanders hebben gesproken: hopelijk heeft de politiek een beetje geluisterd.

Ik publiceer ze hier, zodat ze nog meer weerklank vinden en beter gehoord zullen worden; deze keer misschien helemaal tot in Brussel. Dan weet men daar ook dat we neen zeggen aan de verbreding.

<%media(20070330-brieven-aan-de-gouverneur.pdf|Brieven aan de gouverneur over de verbreding van het Schipdonkkanaal)%>

mrt 29, 2007 - In de pers    No Comments

Burgemeester Tanghe: "Belastingverhoging niet aan de orde"

Het investeringsprogramma van de gemeente Knesselare is vrij bescheiden en daar zitten de beperkte middelen van de gemeente voor veel tussen. Oppositieman David Geens (GVP) is er dan ook van overtuigd dat de gemeente binnenkort een belastingverhoging zal doorvoeren. Maar burgemeester Fredy Tanghe (Groep 9910) ontkent in alle toonaarden.

«De vraag in Knesselare is niet of er een belastingverhoging komt, maar gewoon wanneer ze er komt», zegt David Geens scherp. «De begroting schittert vooral in wat er niet in staat. Het grootste bewijs dat onze gemeente virtueel failliet is. In de meerjarenplanning staan vanaf 2009 zelfs geen investeringen meer. Het geld is op en bijlenen kan niet. Een verhoging van de belastingen zal voor de meerderheid onontkoombaar worden. Er wordt niet gesnoeid aan de uitgavenkant, dus is dat voor hen de enige oplossing.»

Burgemeester Fredy Tanghe doet de uitspraken af als zuivere oppositiepraat. «We horen nu al jaren van de oppositie dat onze gemeente virtueel failliet is», wuift Tanghe alles weg. «Onze leninglast is niet buitensporig. Feit blijft wel dat een gemeente als Knesselare met 1 procent belasting veel minder binnenhaalt dan dat Aalter met 1 procent belasting binnenhaalt. Om gelijk te staan met Aalter zouden wij wellicht 12 procent moeten aanrekenen. Maar de belastingen verhogen, gaan we niet doen. 8 procent personenbelasting is voor ons genoeg. We zullen met die inkomsten de tering naar de nering moeten zetten.» (JSA)

© Het Laatste Nieuws 29/3/07

Pagina's:«1...69707172737475...115»