apr 18, 2007 - Schipdonkkanaal    No Comments

Is de verbreding nog wel te stoppen?

Die vraag stel ik me na afloop van de vergadering van gisteravond. Het was een nuttige bijeenkomst, vooral wie tussen de lijnen wil lezen.

Ik heb er alvast enkele opmerkelijke zaken gehoord, die me aan het denken hebben gezet.

Zo heb ik er onder andere geleerd dat op geen enkele manier estuaire vaart voldoende kan zijn voor de ontsluiting van onze zeehavens. Estuaire vaart heeft zijn blijkbaar zo zijn beperkingen.

Het meest opmerkelijke dat ik heb horen zeggen, is omtrent de vermaarde studie die nu loopt. Kostprijs van de studie: 450.000 ¤. Een heel pak geld, want men bestudeert niet zomaar of een verbreding nut heeft of haalbaar is, maar het eindresultaat is een plan dat gewoon zo gebruikt kan worden om het project uit te voeren.

Wat me opviel is dat Dominique Van Hecke, adviseur van minister Peeters in dit dossier, er vaak de klemtoon op legde dat deze studie uitermate rekening moet houden met het maatschappelijk draagvlak en aanvaarding van de eventuele verbreding van het Schipdonkkanaal.

Het was me al opgevallen dat dit vaak genoemd werd, maar door de speech van Johan De Roo op het einde, heb ik een aantal dingen juist kunnen plaatsen en zijn er volgens mij al conclusies te trekken.

De Roo gaf als voorzitter van Resoc Meetjesland uitleg bij het feit dat hij (en het Resoc) nu nog geen standpunt innemen. Wie dat wel doet, geeft de studie geen kans. Da’s waar als je het puur objectief bekijkt, maar een felle tegenstander heeft evenzeer gelijk als hij door zijn njet de studie totaal overbodig vindt.

Johan legde omstandig en heel goed uit dat de belangrijkste voorwaarde vanuit het Meetjesland voor de (maatschappelijke) aanvaarding van de lasten van de verbreding van het Schipdonkkanaal bestaat uit twee delen: het wegnemen van de onzekerheid omtrent onteigeningen en reservatiestroken enerzijds en anderzijds voldoende voordelen voor het Meetjesland. Dat laatste is voor de goede verstaander: toelating van het Vlaamse Gewest om waar mogelijk nieuwe regionale industrieterreinen aan te boren of uit te breiden, bij voorkeur lansgheen het verbrede Schipdonkkanaal.

Voorts heeft Johan ook samen met dhr Van Hecke voldoende benadrukt dat de lokale actoren voldoende inspraak zullen hebben om lokale klemtonen te leggen. Het voorbeeld van Zomergem werd gegeven dat als voor Zomergem voorop staat dat elke brug moet behouden blijven om Zomergem leefbaar te houden, dat dit gewoon een vaststaand feit zal worden in de studie.

De noodzakelijkheid van meer binnenvaart en een betere ontsluiting werd ook dik in de verf gezet. Momenteel gebeurt 65% van het containertransport uit Zeebrugge via de weg. Nog een goeie 20% via het spoor en dus maar een 15% via binnenvaart. Naar de toekomst wil men dit op 20-40-40 brengen. Dus daarvoor is er een kanaal nodig.

Tel dat allemaal samen op, rekening houdend dat men nu niet meer zoekt naar een alternatief (het enige valabele alternatief, zijnde het Noordkanaal, is al lang afgeschoten wegens – en let nu op – een ontbreken van een maatschappelijk draagvlak), dan krijg ik alvast het sterke gevoel dat de studie voornamelijk tot doel heeft alles uit te tekenen tot in de kleinste details om ieder punt van mogelijke weerstand en kritiek weg te werken, gaande van bruggen, onteigenen waar nodig en ter compensatie de rest van de reservatiestroken afschaffen om zo zekerheid te geven aan de omwonenden, de hele waterbeheersing, de milieuschade opwegen tegen het positieve millie-effect van minder vervoer via de weg, enz…

Het doel van de studie lijkt soms wel: hoe zorgen we er voor dat iedereen voldoende gecompenseerd wordt om dit te aanvaarden? Strikt genomen is dat inderdaad een haalbaarheidstudie: zoeken naar de weg van de minste weerstand.

Ik vernam dan ook dat de studie bgein maart werd opgestart en dat de doorlooptijd 18 maanden is. Dus eind augustus 2008 moet de studie klaar zijn. Maar er werd door minister Kris Peeters verklaard dat als (sic!) de studie groen licht geeft, de werken reeds midden 2008 zouden starten. Dhr Van Hecke heeft klaar en duidelijk gezegd dat de minister inderdaad reeds in het voorjaar van de studie verwacht of de verbreding van het Schipdonkkanaal haalbaar is zodat dan al een beslissing kan genomen worden. De resterende maanden van de studie zijn dus nu al ingecalculeerd. Moest een neen echt een mogelijkheid zijn, dan zou de studie in twee delen gesplitst zijn, neem ik aan, ten einde nu al niet het geld op tafel te moeten leggen voor een onderdeel van een studie die niet nodig zou zijn.

Want als men na een jaar al voldoende bestudeerd heeft om een beslissing te nemen, dan kan het niet anders dan dat de laatste maanden voorzien zijn om verdere concrete plannen uit te tekenen. En als men nu al niet quasi zeker zou zijn van een ja op dat moment, zou men dat deel van de studie al niet meegerekend hebben.

Dat is alleszins mijn analyse van dat gegeven omtrent reeds voor het einde van de studie te beslissen, maar ik kan me echt niet inbeelden wat nuttigs men nog anders kan bestuderen na het nemen van een beslissing behalve het verder uit werken van een positieve beslissing…???

Kortom, ik vrees dat de verbreding er komt. En als je van die stellingaanname vertrekt, heeft Johan De Roo nog geen ongelijk om in plaats van radicaal tegen de studie te zijn, er zo veel mogelijk te gaan op wegen. Als deze studie inderdaad dient om het maatschappelijk aanvaardbaar te maken, dan kan je misschien als lokale gemeente inderdaad beter er voor zorgen dat je heel wat verzuchtingen opgenomen hebt in het plan. Gewoon neen zeggen om dan vast te stellen dat de verbreding er toch komt en dat je kans verkeken is om voldoende compensaties te krijgen en lokale eisen te stellen, is ook voor de lokale bevolking niet goed.

Persoonlijk vind ik het dus een moeilijke keuze. Het is charmant om als Don Quichote tegen windmolens te vechten, maar het levert niks op. Het is makkelijk om radicaal tegen te zijn (en begrijp me niet verkeerd, ik sta nog altijd achter wat ik schreef over de gevolgen die ik voor Ursel vrees bij een eventuele verbreding van het Schipdonkkanaal) – maar je staat wel met lege handen nadien.

Reflectie en overleg is broodnodig in dit dossier om te kijken wat de slimste aanpak is. Langs de kant gaan staan en stilzwijgend aanvaarden is geen optie. Ik ga hierover oa nog eens met gedachten van wisselen met Johan De Roo. Dit is een dossier waarop mijn blogtitel van toepassing is: “(Politiek is) De Kunst van het Mogelijke”…