David Geens – De kunst van het mogelijke

Ik kreeg eindelijk een antwoord op mijn vragen aan minister Crevits omtrent de bomenkap te Damme (en volgende):

Geachte Heer,

Minister Hilde Crevits heeft me gevraagd uw mail te beantwoorden.

De bomenkap betreft het kappen van kaprijpe bomen en kadert dus binnen het gewone onderhoud van kaprijpe bomen, dit door afdeling Wegen en Verkeer. Dit alles kadert in een natuurlijk proces om tijdig de bomen te vervangen.

De wortels die nog in de grond zitten, zal men nog moeten uitfrezen. In elk geval is de heraanplanting gepland.

Vriendelijke groet,

Sofie Decavele

Kabinetsmedewerkster

Minister Hilde Crevits

Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur

Koning Albert II-laan 20 bus 1 – 1000 Brussel

Ik kreeg zopas een anoniem bericht via mijn site:

vooraleer er weer een hitse onstaat bij de mensen meld ik u dat er terug een kapping word uitgevoerd dit zijnde van duivekeetbrug tot aan lindekensbrug (meer gekend als motjes brug) aan het containerpark van zomergem

de werken starten op 28 januarie zullen ongeveer 14 dagen duren of of zoveel langer als korter indien nodig.De schipperij dient deze locatie met de nodige voorzichtigheid voorbij te varen.

Ik kan het op dit moment zelf niet natrekken of dit klopt; ik hoop dat één van de bezoekers van mijn blog dat even kan en eventueel bevestiging of ontkenning geeft in de comments.

Op de gemeenteraad van 16 januari heeft onze schepen van Sport Erné De Blaere laten weten dat onze gemeente het charter voor ethiek in de jeugdsport heeft ondertekend en zal respecteren in haar sportbeleid, wat we alleen maar kunnen toejuichen.

Voor de volledigheid, hieronder het charter:

PANATHLON VERKLARING OVER ETHIEK IN DE JEUGDSPORT

Met deze verklaring gaan we de verbintenis aan om, over de discussie heen, heldere gedragsregels vast te leggen bij het nastreven van de positieve waarden in de jeugdsport.

We verklaren dat:

1. We de positieve waarden in de jeugdsport actiever, met volgehouden inspanning en met goede planning zullen nastreven.

• Op het vlak van training en competitie zullen we op evenwichtige manier vier hoofddoelen nastreven: de ontwikkeling van de motorische (technische en tactische) vaardigheid, een gezonde en veilige competitieve stijl, een positief zelfbeeld en goede sociale vaardigheden. Hierbij zullen we ons laten leiden door de noden van het kind.
• We geloven dat de drang om uit te blinken en te winnen, succes en plezier net als mislukking en frustratie te ervaren, integrerend deel uitmaken van de competitiesport. We zullen kinderen de kans geven zich dit eigen te maken en het te intergeren (binnen de structuur, de regels en de beperkingen van het spel) in hun prestatie en we zullen hen helpen hun emoties te beheersen.
• We zullen speciale aandacht schenken aan de leiding en opleiding van kinderen aan de hand van modellen die de ethische en humanistische principes in het algemeen en de fair play in de sport in het bijzonder naar waarde schatten.
• We zullen ervoor zorgen dat kinderen betrokken worden bij het besluitvormingsproces in hun sport.

2. We onze inspanningen zullen voortzetten om alle vormen van discriminatie uit de jeugdsport te bannen.

Dit heeft te maken met het fundamentele ethische principe van gelijkheid, dat sociale rechtvaardigheid en gelijke verdeling van de mogelijkheden vereist. Laatmaturen, gehandicapten en minder getalenteerde kinderen zullen dezelfde kansen krijgen om aan sport te doen en zullen dezelfde professionele begeleiding krijgen die ter beschikking staat van vroegmature, valide en meer getalenteerde kinderen zonder onderscheid van geslacht, ras of cultuur.

3. We erkennen en aanvaarden het feit dat sport ook negatieve effecten kan veroorzaken en dat er preventieve en curatieve maatregelen nodig zijn om kinderen te beschermen.

• We zullen de psychische en fysieke gezondheid van kinderen maximaal bevorderen door ons in te spannen om bedrog, doping, misbruik en uitbuiting tegen te gaan en de kinderen te helpen mogelijke negatieve effecten ervan te overwinnen.
• We aanvaarden dat het belang van de sociale omgeving van het kind en het motiverende klimaat nog steeds onderschat worden. Daarom zullen we een gedragscode ontwikkelen, aanvaarden en toepassen met klaar vastgelegde verantwoordelijkheden voor allen die betrokken zijn bij het netwerk rond de jeugdsport: sportorganisaties, sportleiders, ouders, opvoeders, trainers, sportmanagers, sportbesturen, artsen, kinesisten, diëtisten, psychologen, topatleten, de kinderen zelf…
• We raden sterk aan dat ernstig wordt overwogen om organen te creëren op de gepaste niveaus om deze code op te volgen.
• We steunen systemen ter registratie en accreditatie voor trainers en coaches.

4. We verwelkomen de steun van sponsors en de media, maar we geloven dat die steun in overeenstemming moet zijn met de hoofddoelstellingen van de jeugdsport.

• We verwelkomen sponsoring van organisaties en bedrijven alleen wanneer dit niet botst met het pedagogische proces, de ethische basis van de sport en de hoofddoelstellingen van de jeugdsport.
• We geloven dat het niet alleen de functie van de media is om reactief te zijn, dit betekent een spiegel te zijn van de problemen van onze maatschappij, maar ook pro-actief, dit betekent stimulerend, opvoedend en vernieuwend.

5. Daarom onderschrijven we formeel het ‘Panathlon Charter over de Rechten van het Kind in de Sport’. Alle kinderen hebben het recht

• Sport te beoefenen
• Zich te vermaken en te spelen
• In een gezonde omgeving te leven
• Waardig behandeld te worden
• Getraind en begeleid te worden door competente mensen
• Deel te nemen aan training die aangepast is aan hun leeftijd, individueel ritme en mogelijkheden
• Zich te meten met kinderen van hetzelfde niveau in een aangepaste competitie
• In veilige omstandigheden aan sport te doen
• Te rusten
• De kans te krijgen kampioen te worden, of het niet te worden

Als alles gaat zoals momenteel gepland (en dat is bij deze openbare werken nog niet echt het geval geweest), dan gaat eind deze week de verbinding Urselseweg aan de kant van Ursel weer open.

Op het kruispunt met de N44 zal het dan mogelijk zijn voor het verkeer komende van Aalter af te slaan richting Ursel en voor het verkeer komende van Ursel kan men dan afslaan richting Maldegem.

Aangezien de tussenstrook zichtbaar nog niet klaar is, is de doorsteek niet mogelijk. Van Ursel afslaan naar Aalter of van Knesselare afslaan richting Maldegem blijft voorlopig dus nog onmogelijk.

Er wordt nu gemikt om vanaf 11 februari de situatie weer normaal te laten verlopen.

Sommige mensen (en ik ook) hebben al luidop de bedenking gemaakt: “Wat is daar nu eigenlijk veranderd en bijgevolg zoveel veiliger gemaakt?”. Ik weet het dus ook niet, als ik er nu sta op de kijken. Misschien dat als de lichten eenmaal terug werken, we meer duidelijkheid krijgen.

Want ik vermoed dat er net zoals in Maldegem zal gewerkt worden met afzonderlijke pijlen voor het afslaand verkeerd.

Ursel ligt nog steeds pal tussen Eeklo en Aalter. ik heb reeds regelmatig mijn bezorgdheid geuit over het feit dat op korte tijd drie dossiers in bespreking zijn die alle drie boven onze gemeentelijke hoofden worden beslist, alle drie plaatsvinden buiten ons grondgebied maar toch o zo veel gevolgen kunnen hebben voor Ursel.

Ik heb het dan over de mogelijke verbreding van het Schipdonkkanaal, het nieuwe industrieterrein Woestijne in Aalter en de doortrekking van de ring rond Eeklo.

Rond dat laatste dossier was het de afgelopen maanden wat stiller en had ik wat minder te melden.

Nu echter werd mijn aandacht getrokken dat het planMER Ring rond Eeklo ter inzage ligt op het stadhuis van Eeklo. In Knesselare werd geeneens een aankondiging hieromtrent verspreid. Ook het schepencollege meldde vorige week niks op de gemeenteraad. Ofwel weten ze dus van niks en moeten ze leren hun ogen open houden (als ik dat als simpel gemeenteraadslid zonder een batterij ambtenaren dat kan, moeten zij dat zeker kunnen) ofwel hebben ze hun mond gehouden om vervelende vragen van ondergetekende te vermijden.

Hoedanook, het planMER ligt ter inzage en ik heb het inmiddels grondig gelezen.

Daarbij heb ik één grote opmerking: er wordt veel te weinig aandacht besteed aan de effecten op de N499 doorheen Ursel. Nochtans bevat de aankondiging zelf genoeg cijfers en aanwijzingen dat dit effect zeker niet klein te noemen is.

Verder houdt het plan geen rekening met het feit dat de combinatie met de twee andere dossiers een nog veel groter effect zal hebben op de N499 dan in de huidige situering van het plan wordt weergegeven.

Ik kan enkel maar iedereen in Ursel oproepen om dit plan door te nemen en net zoals ik uw bezwaren kenbaar te maken aan de Vlaamse overheid.

Tot 5 februari 2008 kan u uw opmerkingen m.b.t. de te onderzoeken aspecten binnen deze op te stellen planMER bezorgen aan uw gemeentebestuur of aan de dienst Milieueffectrapportage op het onderstaande adres:

Vlaamse Overheid

Departement Leefmilieu, Natuur en Energie

Dienst MER

PlanMER “Ring Rond Eeklo”

Koning Albert II laan 20 bus 8

1000 Brussel

Of op e-mailadres: [email protected]

Het plan kan u <%media(20080120-mer eeklo.pdf|hier)%> downloaden en bij meer lezen hebt u alvast de email die ik stuurde met mijn opmerkingen.

Ik heb inmiddels ook onze burgemeester gevraagd of het college opmerkingen zal formuleren op dit planMER.

Geachte,

Bij deze bezorg ik u mijn opmerkingen bji het voorgestelde MER “Ring rond Eeklo”

Algemeen

Algemeen vind ik het MER-onderzoek te eng op het grondgebied van Eeklo. De doortrekking van de ring kan behoorlijke gevolgen hebben op de verkeersstromen, zodat ook de gebieden rond Eeklo hierbij betrokken worden.

In het bijzonder vind ik dat er geen aandacht wordt gegeven aan de effecten op het grondgebied van Knesselare, deelkern Ursel.

Op verschillende punten die volgen zal mijn aandacht vooral gaan naar elementen die er op wijzen dat de gevolgen op de N499 Tieltsesteenweg te weinig aan bod komen, vaak zelfs gestaafd door cijfers uit deze MER aankondiging.

Situering van het plan

Pagina 16

In de deelcijfers over de vaststelling van het doorgaand verkeer kan men vaststellen op de figuren op pagina 16 dat 16% inkomend en 21% uitgaand verkeer op de N499 Tieltsesteenweg van doorgaande aard is.

Dit is mijn inziens reeds voldoende als bewijs om aan te tonen dat het belang van degelijk onderzoek naar de effecten op Knesselaars grondgebied mee moeten opgenomen worden in dit onderzoek.

Pagina 19

Omtrent de maasverkleining kondigt men aan dat oa het effect op de N499 onderzocht moet worden. De figuren verplaatsing E40-Oostkust beelden echter geen situatie uit betreffende verkeer Antwerpen/Zelzate naar Aalter en omgekeerd.

We mogen echter niet vergeten dat Aalter en Eeklo beiden regionale economische knooppunten zijn. In Aalter wordt zeer binnenkort een nieuw industrieterrein langsheen de N499 gevestigd notabene. Dat dit nieuwe industrieterrein via de N499 op de nieuwe R43 een ideale ontsluiting richting Gent en Antwerpen krijgt, moet bijgevolg grondig onderzocht worden.

Indien tevens de verbreding van het Schipdonkkanaal zou leiden tot meer containervracht in Eeklo, zal het belang van de ontsluiting van de R43 naar N499 tot in Aalter enkel maar toenemen.

Bijgevolg is het nodig dat in dit MER veel meer onderzoek gebeurd naar de effecten van bovengenoemde combinaties.

In paragraaf 3.1.3.3. Potentieel van de R43 staat ook te lezen dat er een behoorlijk verschil in belasting is tussen de beide helften van de R43 weerszijde van de N499. Ook deze cijfers nopen tot diepgaander onderzoek waarom de N499 zo’n belangrijke ontsluitingsrol speelt: als ruim een kwart van het verkeer op de R43 ophoudt te bestaan op het kruispunt met de N499, wil dit zeggen dat dit verkeer geacht wordt verder te rijden langsheen de N499.

In paragraaf 3.4.4. wordt de R43 genoemd als drager van bedrijventerreinen. Omwille van de reeds genoemde redenen ontbreekt mijn inziens in deze opsomming ook het nieuwe industrieterrein Woestijne te Aalter; opdat zeker in het verder onderzoek het belang van de ontsluiting van die nieuwe industrieterrein niet uit het oog zou verloren worden.

Aandachtspunten

Pagina 67

In hoofdstuk 9.1 zou ik graag toegevoegd zien “impact op de verkeersleefbaarheid van Ursel langsheen de N499” en “in kaart brengen van mogelijke effecten op een weg van lokaal niveau N499 Eeklo-Aalter”.

En op pagina 69 in hoofdstuk 9.9 Mens (socia-organisatorische aspecten) zou ik graag de leefbaarheid van Ursel-dorp toegevoegd zien, met speciale aandacht voor de effecten van toegenomen verkeersdruk op de N499, rekening houdend dat woongebied en schoolcomplex ieder langsheen een andere zijde van deze N499 te Ursel gelegen zijn.

Methodologie per discipline

Pagina 83

Paragraaf 11.1.1 Afbakening studiegebied

Zoals reeds eerder gezegd vind ik dat de afbakening te eng is en de effecten ruimer rond Eeklo moeten gemeten worden.

De paragraaf omtrent maasverkleining zou op het einde best vermelding maken van de extra effecten van het nieuwe industrieterrein in Aalter en de verbreding van het Schipdonkkanaal met betrekking tot extra verkeer die gebruik kan maken van maasverkleining tov het huidig verkeer dat minder effect zal hebben in een maasverkleining ten opzichte van de huidige situatie.

Voor paragraaf 11.9 Mens gelden de zelfde opmerkingen: het studiegebied is te eng en de effecten van de R43 moeten ook in Ursel onderzocht worden.

Hopend dat u rekening zal houden met bovenstaande opmerkingen,

Teken ik,

Met hoogachting,

David Geens

Gemeenteraadslid Knesselare

Nieuwstraat 11

9910 Knesselare

Tel 09/25.88.311

Op de gemeenteraad van 16 januari 2008 heeft het schepencollege meegedeeld dat betreffende het MER verbreding Schipdonkkanaal er via de gemeente geen reacties binnenkwamen, maar dat ze wel zelf een tweetal opmerkingen heeft geformuleerd.

Kort samengevat vindt het college dat er meer gemeenten betrokken moeten worden bij dit onderzoek omdat, en dit snijdt ook het tweede punt aan in hun brief, de waterhuishouding bij een eventuele verbreding in een veel groter gebied betrokken is.

De volledige brief kan u <%media(schipdonkkanaal/20080117-MER reactie cbs knesselare.pdf|hier)%> nalezen.

Bij deze het volgende verslag van de klankbordgroep.

Ik vond één stukje wel bijzonder genoeg om het apart te belichten:

Johan De Roo (Maldegem) merkt op dat er nog steeds geen duidelijkheid is of het project al dan niet doorgaat. Nochtans wegen de nadelen voor Maldegem volgens hem veel zwaarder dan de voordelen. Op macro-economisch vlak (i.e. voor heel Vlaanderen) zal dit allicht anders zijn. Hij vraagt zich dan ook af of de gemeente de afweging van de voor- en nadelen dient te maken vóór 7 januari 2008.

Ewald Wauters licht nogmaals de procedure van de kennisgeving toe. De inspraak speelt zich niet af op het niveau van het voor of tegen het project zijn, maar betreft de te volgen procedure: zijn er nog andere te onderzoeken alternatieven of bijhorende aspecten die nader bestudeerd moeten worden? Hij deelt tevens mee dat dit zeker niet de laatste stap in de procedure is. Vooraleer een eerste spadesteek kan gegeven worden, dienen nog heel wat stappen te worden uitgevoerd.

Het volledig verslag vind je <%media(schipdonkkanaal/20080117-Verslag klankbordgroep Seine-Schelde West 14-12-2007.pdf|hier)%>.

De verstralers die de kerken van Knesselare en Ursel verlichten, zullen tijdens de vastenperiode gedoofd worden. Het voorstel van oppositiepartij Groen! werd door de voltallige gemeenteraad aanvaard.

Van 6 februari tot 23 maart zullen de lichten aan de kerken van Knesselare en Ursel gedoofd worden. ‘De vastenperiode is een periode van bezinning die onze levenswijze in vraag stelt’, verduidelijkt Ann De Poortere (Groen!). ‘Voorts is de maatregel een aanklacht tegen de stijgende energieprijzen, haalt het de CO2-uitstoot naar beneden.’

Het voorstel werd eenparig goedgekeurd. ‘We zullen elk jaar de lichten in deze periode doven tot het einde van deze legislatuur’, belooft burgemeester Fredy Tanghe (Groep9910).

Een voorstel om de lichten weer aan te steken bij speciale gelegenheden zoals een kermis, kroegentocht of Pierlala, kende geen bijval. ‘De verlichting draagt bij tot de verkeersveiligheid op de parkings’, vond oppositieraadslid Joeri Roose (GVP). (bvk)

© 18/1/2008 Nieuwsblad

Het Streekplatform+ heeft in oktober 2007 beslist om van het Meetjesland een sterk merk te maken.

Met dit nieuw plan willen de belangrijke organisaties uit de regio beschrijven hoe ze de streek de komende tien tot vijftien jaar willen ontwikkelen.

Als gemeentebestuur willen we dit uiteraard ondersteunen en het college heeft er dan ook voor gezorgd dat alle gemeenteraadsleden tijdens de zitting van 16 januari een pin kregen die we fier kunnen dragen om dit merk uit te dragen.

Bij deze dus een herinnering aan dit heuglijke moment.

Meer info op de site van Meetjesland 2020.

In de talrijke discussies omtrent de implanting van het nieuwe industrieterrein Woestijne op de grens tussen Aalter en Knesselare/Ursel was er veel bezorgdheid vanuit de buurt omtrent de implanting van mestverwerkende bedrijven. Hier en daar dook immers die mogelijkheid op. Het Aalters gemeentebestuur heeft die vraag altijd ontwijkend beantwoord.

Een bezorgde inwoner stuurde me vandaag de opmerking dat er nu blijkbaar weliswaar niet op het nieuwe industrieterrein, maar wel vlak in de buurt een mestverwerkend bedrijf zou komen. Ik citeer even uit zijn mail:

Zonder dat het gemeentebestuur van Aalter de omwonenden en inwoners van Aalterbrug en Dries (Aalter en Knesselare) er specifiek van op de hoogte heeft gebracht, loopt, met als uiteindelijke opdrachtgever een groot Nederlands energieconcern, een vergunningsanvraag voor het opzetten van een grootschalige mest- en afvalvergistingsinstallatie aan de Aalterweg/Knokkeweg in Aalterbrug, niet ver van de grens met Knesselare.

Er was weliswaar de normale aankondiging in de lokale pers van een wijziging aan de vergunning voor een plaatselijk landbouwer/veekweker doch in eerste instantie hebben denkelijk weinigen goed begrepen om welk grootschalig project het hier gaat. De bezwaartermijn loopt af op 18/01/2008. De vraag kan worden gesteld waarom het college van burgemeester en schepenen van Aalter niet een breder opgezette en voorafgaande informatieronde naar de wijkbewoners heeft uitgevoerd. Heeft men geen slapende honden willen wakker maken of wat is hier aan de hand?

Specifiek de mobiliteitsproblematiek van dit project zal tot gevaarlijke situaties aanleiding geven zowel in de Grote Dries als de Pietendries in Knesselare daar de aan- en afvoer van de te vergisten mest, maïs en bioafval wellicht grotendeels langs deze kleine landelijke straten zal dienen te verlopen gezien de moeilijke en in de toekomst wellicht volledig onmogelijke directe toegang tot de Knokkeweg voor deze zware en dagelijks uit te voeren transporten. Het gaat hier gemiddeld om minstens tien zware transporten per dag. De landbouwer zelf zal enkele procenten van de te verwerken mest toeleveren de rest moet worden aangevoerd samen met grote hoeveelheden te vergisten maïs en andere bioafvalstoffen.

Kopie van de aankondiging:

Dossiernr. : 200797/2007/1/55 Bijlage 8

Vlarem – besluit van 6 februari 1991

Provincie Oost-Vlaanderen (zoals vervangen door bijlage1 BVR 3 juni 2005)

Gemeente Aalter

BEKENDMAKING VAN EEN MILIEUVERGUNNINGSAANVRAAG EN OPENBAAR ONDERZOEK

Gegevens over de bevoegde overheid

de Bestendige Deputatie van de Provincieraad

Gegevens over de aanvrager/exploitant

voornaam en achternaam of

naam van de rechtspersoon

De heer Peter Wittevrongel

straat en nummer en busnummer

maatschappelijke zetel indien rechtspersoon

Aalterweg 4

postnummer en gemeente

maatschappelijke zetel indien rechtspersoon

9880 Aalter

Gegevens over de inrichting

Adres waarop de exploitatie plaatsvindt of plaats zal vinden

straat en nummer en busnummer Aalterweg 4

postcode en gemeente 9880 Aalter

Kadastrale gegevens

afdeling sectie perceelnummers

1 A nrs. 515 A, 516 A, 517, 521 B, 522 C, 523 A,

526 B, 526 C, 526 D

Soort inrichting

Omschrijf in het algemeen (hoofdactiviteit) : een rundveehouderij met vergistingsinstallatie

Toepasselijke indelingsrubrieken van de Vlaremindelingslijst voor deze aanvraag :

2.2.3.c: opslag van organisch biologisch afval met vergisting

2.2.5.e.2: opslag en menging van niet gevaarlijke afvalstoffen, met een opslagcapaciteit van 2 x

360 ton

3.1.1: het lozen van bedrijfsafvalwater met een debiet van 0,18 m³/u

3.6.1: afvalwaterzuiveringsinstallatie voor de behandeling van huishoudelijk afvalwater

3.6.3.1: het zuiveren en lozen van bedrijfsafvalwater dat gevaarlijke stoffen bevat met een effluent

van 10 m³/u

9.4.3.c.1: stallen met plaatsen voor 134 runderen

12.1.2.b: elektriciteitsproductie (3 x 835 kW)

12.2.2: transformatoren met een individueel nominaal vermogen van 3.000 kVA

15.1.1: het stallen van 13 voertuigen en/of aanhangwagens

15.4.2.a: het wassen van max. 9 voertuigen en hun aanhangwagens per dag

16.1.b.3: productie van gassen met een productiecapaciteit van 1.255 m³/u

16.3.1.1: een beluchter met een totale geïnstalleerde drijfkracht van 7,5 kW

17.3.3.2.b: opslagplaatsen voor oxiderende, schadelijke, corrosieve en irriterende stoffen met een

totaal inhoudsvermogen van 26.650 kg

17.3.6.1.a: de opslag van 5.000 l mazout

17.3.6.1.b: de opslag van 9.500 l mazout

17.3.7.1: opslag van 2.000 l oliën

17.3.9.3: 2 verdeelslangen voor brandstof

28.2.c.1: de opslag van 3.920 m³ mest

28.3.c: inrichting waar dierlijke mest bewerkt of verwerkt wordt met een bewerkings of verwerkingscapaciteit op jaarbasis van 36.000 ton mest

29.5.2.1.b: metaalbewerkingstoestellen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 10 kW

31.1.3: Vast opgestelde motoren met een totaal nominaal vermogen van 6.294 kW

39.4.1: Warmtewisselaars 2 x 2 m³ voor pasteurisatie

43.2.1: verbrandingsinrichting met elektriciteitsproductie met een totaal warmtevermogen van 2.808kW

45.14.3: de opslag van 1.100 m³ groenvoeders en 5.340 m³ energiegewassen

53.8.2: een grondwaterwinning met een opgepompt debiet van max. 930 m³ per jaar

Een niet-technische samenvatting is te vinden in bijlage bij de aanvraag klasse 1

Voorwerp van de aanvraag

een aanvraag voor een nieuwe vergunning voor de hele vergunde inrichting en een een aanvraag voor

het veranderen van de inrichting door uitbreiding (vergroting in capaciteit, drijfkracht of oppervlakte) en

toevoeging (nieuw perceel)

Meer gegevens met betrekking tot de procedure en de inspraakmogelijkheden

De procedure is gestart op 10 december 2007

Meer informatie betreffende deze aanvraag bij

de hierna genoemde dienst van de gemeente

adres

telefoonnr. en eventueel e-mailadres

Dienst Milieu en Stedenbouw

Europalaan 22, 9880 Aalter

09/325 22 83

(Openingsuren: elke werkdag van 8.30u tot

12.00u, dinsdagnamiddag van 16.00u tot

19.00u, vrijdagnamiddag van 13.30u tot

17.00u)

De vergunningsaanvraag met bijlage, ligt

gedurende de volgende periode ter inzage van

het publiek bij de hierboven genoemde dienst

van 20 december 2007 tot 18 januari 2008

Gedurende deze periode kunnen bezwaren en opmerkingen schriftelijk worden gericht aan het College

van burgemeester en schepenen en/of mondeling worden meegedeeld aan de Burgemeester of aan

de gemeentelijke Milieuambtenaar, de heer Bart Van de Weghe, die daarvan een door de

betrokkene(n) te ondertekenen proces-verbaal opstelt.

Er wordt geen informatievergadering georganiseerd.

Opgemaakt te Aalter op 19 december 2007.

De Burgemeester,

Pieter De Crem

Veel tijd om te reageren is er niet meer, ik vond het toch belangrijk om de informatie van de bezorgde buurtbewoners met anderen te delen.