De fanfare van willen maar niet kunnen

Alea iacta est!

Vandaag heb ik na een paar ultieme gesprekken beslist de handdoek in de ring te gooien en niet op te komen bij de volgende gemeenteraadsverkiezingen.

Het is ongelooflijk hoeveel mensen mij de afgelopen weken aanspreken voor dit of dat, maar vooral om te zeggen dat ze het huidige bestuur echt fout bezig vinden en roepen om verandering. Die toon is heel duidelijk aanwezig.

Maar tegelijk stel ik vast dat als je inzet van mensen vraagt, ze hier in dit dorp nogal makkelijk hun staart intrekken. De nek uitsteken (ja, dat andere deel van het lichaam) laat men liever aan anderen over. Zelf uit de luie zetel komen en zich inzetten, de moeite doen om hun standpunt te verkondigen of simpelweg opkomen voor een democratisch recht waar generaties voor gevochten hebben en nu in het niet zo verre Oosten nog bloedig slag wordt geleverd… Het is niet aan de Knesselarenaar of Urselnaar besteed.

In een democratie geldt één principe: een volk krijgt de leiders die het verdient en het is hier in Knesselare niet anders. Als je verwacht dat enkel gepensioneerden die te veel tijd hebben zich inzetten in de politiek of als je denkt dat politiek betekent dat je om 5u nog in La Mouche te vinden bent, dan kan je ook moeilijk anders verwachten dan gelal en gezever aan bestuurskant.

Voor mij stopt het verhaal hier. Sorry aan al de mensen die gehoopt hadden op een alternatief voor de huidige bestuursploeg. Ik denk dat er voor jullie maar 1 ding opzit: blanco stemmen en voor de rest aanvaarden dat onze gemeente de komende zes serieus achteruit zal boeren.

Ik heb geprobeerd mensen te vinden die wel de capaciteiten hadden om een gemeente te besturen, maar die mensen hebben geen zin om hun energie in een verloren project zoals Knesselare-Ursel te steken (niet mijn woorden trouwens). Als je dan geen A-ploeg kan vormen, hoeft voor mij ook geen B-ploeg. Die is nu al aan het bewind.

Ik ben een inwijkeling in Knesselare. Ik woon hier tien jaar, maar ik heb (misschien net daarom) me wel het lot van deze gemeente aangetrokken. Ik heb alles bij mekaar acht jaar veel tijd en energie gestoken in heel veel dossiers. Ik ben fier op dat traject. Zelfs vanuit een kleine oppositie heb ik de meerderheid dikwijls duidelijk gemaakt dat er andere waarden aan het spelen waren. De mooiste punten blijven het feit dat de verhoging van de grondbelastingen ingeperkt werden en recent de 180° bocht van het gemeentebestuur die nu plots wel opkomt voor de belangen van Groen Ursel.

Mijn energie is op. Nog eens zes jaar alleen de kar trekken, daar pas ik voor. Het gaat jullie allemaal goed in dit dorp. Wie ik nu nog hoor klagen krijgt van mij het antwoord “je had er maar iets moeten aan doen in plaats van alleen maar te klagen”. Ik ga nu een Fredy Tanghe’tje doen: mijn kop in het zand steken en doen alsof er geen probleem is.

Mijn aandacht gaat vanaf vanavond nog uitsluitend naar mijn gezin, mijn bedrijf en mijn taken in de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen waarin ik actief ben. Die drie groepen grijpen wel de kansen aan die hen geboden worden om iets te betekenen, om er samen iets moois van te maken. Daar kan ik mij veel meer aan optrekken dan zitten toe te kijken hoe een dorp met zoveel prachtige kansen verkloot wordt omdat niemand zijn nek wil uitsteken, tenzij om zelf schone schijn te maken.

Dit is dus ook de laatste entry op deze blog. Of ik hem laat staan als getuige van een stuk geschiedenis of niet, daar beslis ik later over.

Ik wil nog eindigen met een woord van dank aan de meerderheid: ondanks het fundamentele verschil hoe je een gemeente bestuurt, is er zelden of nooit op de man gespeeld. Regelmatig was er wel te weinig respect voor de democratische waarde van de oppositie, maar dat is altijd te verklaren geweest van schrik voor de eigen onmacht.

Ik wens Knesselare en Ursel nog het beste toe. Hopelijk staan er over zes jaar misschien wel een nieuwe generatie klaar die beseft dat een goed dorp niet vanzelf komt, maar dat daar voor gewerkt moet worden. Of misschien is ons dorp dan echt een slaapdorp geworden waar iedereen slaapt.

Salut!