dec 29, 2009 - In Vlaanderen    No Comments

Onderwijsstress

Ik las onlangs volgend stuk:

Dokter Luc Swinnen, die gespecialiseerd is in gezondheidseconomie, is al een tiental jaar bezig met onderzoek naar stress. 1171 kinderen van het vijfde en zesde leerjaar alsook van het eerste en tweede jaar secundair onderwijs werden onderzocht. Bij eenderde van de onderzochte kinderen werd stress vastgesteld. Zijn advies aan de scholen luidt als volgt: ‘Intussen raad ik leerkrachten toch aan kinderen minder onder druk te zetten en rekening te houden met individuele verschillen. Kinderen met stress zijn geen uitzonderingen meer.’

[…]

Het rivaliserende puntensysteem maakt van jonge mensen meer en meer kleine concurrentjes. Waarom leggen we niet meer de nadruk op teamwerk? Waarom leerlingen niet samen een taak laten volbrengen? Door de zogenaamd slimste van de klas te laten samenwerken met de zogenaamd minst begaafde leren ze vooral veel van elkaar. Ze leren elkaar beter kennen en appreciëren. Ze leren samenwerken: solidariteit in plaats van rivaliteit. De knapste leerling beseft ineens wat het betekent als je niet zo royaal bedeeld bent met intelligentie. Hij leert rekening te houden met een ander door zich in diens plaats te stellen. Het is alvast een leerzame les in empathie. Diegene die altijd aan het staartje van de klas bengelde, kan nu ook eens een behoorlijke prestatie leveren. Eindelijk voelt hij zich ook eens iemand. Plots is naar school gaan niet meer te reduceren tot het incasseren van frustraties. De vreugde van het samenhorigheidsgevoel is zoveel groter dan het ijdele succes dat te rapen valt uit een meedogenloze concurrentiestrijd waarbij mensen tegen elkaar worden opgezet en leren elkaar genadeloos te bestrijden.

De alsmaar toenemen prestatiedruk in het onderwijs is zeker niet toe te schrijven aan de houding van de leerkrachten. integendeel, velen van hen zetten zich in met een bewonderenswaardig idealisme. De meesten van hen zijn zelf niet gelukkig met de ontwikkeling, waarvan ze trouwens ook het slachtoffer zijn. […] Zou het niet beter zijn het programma wat draaglijker te maken in de plaats van diegenen die het ondraaglijke ritme niet meer aankunnen te leren beter op hun tenen te lopen?

bron: Moordenaars En Hun Motieven, Jef Vermassen, EAN 9789059900226

Ik vind dit een goed stukje om eens te mijmeren over ons onderwijssysteem.

Laat ik beginnen met de argumenten waarmee ik het eens ben.

Ja, de druk op onze kinderen is soms te hoog. Al van in de kleuterklas ligt er veel nadruk op het cognitieve. Misschien herinner ik het mij allemaal niet meer zo goed, maar onze voornaam kunnen schrijven en een beetje tellen was zowat het maximale wat er qua schoolse kennis van mij werd verwacht in het derde kleuterklasje.

Als ik dat vergelijk met de zaken waarmee mijn jongste naar huis komt plus wat ik hoor op de besprekingen van zijn vorderingen… Zo ben ik het volmondig eens met directeur Daan dat er niet enkel aandacht moet zijn voor het intellectuele niveau (waar Lucas inderdaad het al zou aankunnen naar het eerste leerjaar te gaan), maar er is ook het emotionele niveau.

Kortom, scholen zijn te sterk geneigd naar het IQ te kijken en minder naar het EQ.

Waar ik het niet mee eens ben is dat uit de vaststelling van het voorgaande zomaar een gelijkschakeling moet gebeuren. Een systeem waarbij ook de zwaksten altijd moeten meekunnen, is ronduit een nivellering, en altijd in neerwaarste richting.

De emancipatie van het onderwijs heeft tot doel gehad (en heeft tot doel) iedereen gelijke kansen te bieden. Die gelijke kansen slaan dan wel op de gelijke toegang tot de onderwijssystemen en niet noodzakelijkerwijs ook op de gelijke uitgang.

Want naast een neerwaarste nivellering van het niveau, heeft dit ook gelijd tot de opwaarste druk, waar Jef Vermassen naar verwijst. Er wordt van iedereen verwacht mee te kunnen. Zo zijn we tot het vermaledijde watervalprincipe gekomen waarbij iedereen maar wanhopig tracht te overleven in het ASO en enkel de mislukkelingen afzakken naar het TSO of – erger nog – naar het BSO…

En dat terwijl we moeten vaststellen dat we op zijn 18de een diploma ASO in handen heeft, gedoemd is om nog bij te studeren vooraleer hij iets waard is op de arbeidsmarkt. De handige harry met een goede technische opleiding wordt quasi van de schoolbanken gesleurd om aan de slag te gaan in het arbeidscircuit. Spijtig genoeg wordt dit sociaal niet genoeg gewaardeerd, hoewel we met zijn allen zuchten als we dringend een loodgieter nodig hebben en die pas na een week tijd heeft voor een dringende klus.

Ik vind dan ook dat de oplossing er niet in ligt om het ASO “haalbaarder” te maken voor meer, maar wel de diversiteit zijn eigenwaarde terug te geven.

In die zin ben ik ook altijd tegenstander geweest van het eenheidstype. Ik ben nooit voor eenheidsworst: hetzelfde voor iedereen. Da’s de basisgedachte van het communisme en die leerstrekking heeft al lang haar eigen failliet bewezen.

Ik ben het met Vermassen eens dat er in de klas ook aandacht voor groepswerk moet zijn en tevens aandacht voor de diversiteit. Misschien is de wiskundig begaafde wel een muzikale zwakkeling. Het is de kunst van de school in ieder kind de eigen waarde te ondekken, zodat het kinds eigenwaarde stijgt en tegelijk de weerbaarheid tegen stress toeneemt.

Het mag echter geen constante afremming worden voor de intellectueel sterkeren. De war for talent zal nooit (meer) stoppen en dat is maar goed ook. Stel je eens voor dat we Einstein constant verplicht hadden makkelijke wiskunde te bedrijven? Of dat Newton zich enkel moest bezighouden met hoe hij van die gevallen appel appelmoes kon maken?

Diversiteit is belangrijk. Mijn grootmoeder zei altijd “er zijn er van alle soorten nodig”. Deze simpele boerenwijsheid lijken we soms te vergeten. Het lijkt alsof er maar van één soort nodig zijn en vooral dat veroorzaakt stress in het onderwijs.

Laat ons dus meer aandacht krijgen voor diversiteit. Als we in ieder van ons de eigen-waarde kunnen aanstippen, is er meer ruimte ook de ander-waarde van anderen te (h)erkennen. Als we zelf weten wat we waard zijn, is er minder nood aan navelstaarderij (iets waar Vermassen ook regelmatig naar verwijst in zijn boek als mogelijke oorzaak voor het meer voorkomen van geweldplegingen).

Zegt een andere oude wijsheid niet immers “hou van een ander zoals van jezelf”? Of anders gezegd: je kan pas van een ander houden als je van jezelf houdt…

Ik hoop dan ook dat het komend decennium het onderwijs in zijn geheel eens terug durft afwijken van het linkse politiek-correcte denken dat we allemaal universiteitsstudenten in spe zijn en dat er eens terug een minister van onderwijs komt die durft zeggen dat er verschil moet zijn.