mei 27, 2009 - In Vlaanderen    No Comments

Meer zorg voor en door huisartsen

Zorg is voor mij persoonlijk als N-VA-kandidaat een zeer belangrijk thema in de huidige campagne naar aanleiding van de Vlaamse verkiezingen.

De huisartsen zijn perfect geplaatst om het belang ervan aan te voelen: elke dag opnieuw komen ze in contact met gezondheidsproblemen bij alle leeftijdscategorieën. De overheid miskent te vaak hun belangrijke taak.

Vlaanderen heeft belangrijke bevoegdheden in verband met thuiszorg, geestelijke gezondheidszorg, ouderenzorg en palliatieve zorg. Er moet daarvoor meer geld vrijkomen eerder dan jobkortingen te verhogen op een ogenblik dat het economisch minder goed gaat. Wellicht vallen er straks heel wat ontslagen en duiken er – tengevolge daarvan – nog extra gezondheidsproblemen op.

Uit contacten met verscheidene huisartsen weet ik dat de voorkeursbehandeling van de Franstaligen, die de studierichting geneeskunde willen beginnen, als zeer oneerlijk worden ervaren bij veel Vlaamse huisartsen.

Vanuit N-VA wil ik proberen de andere partijen te overtuigen dat een ingangsexamen, alleen voor Vlaamse kandidaat-artsen, niet correct is.

De Vlaamse leden van de Planningscommissie Medisch Aanbod zijn akkoord. Er moeten dringend maatregelen komen, die het beroep aantrekkelijker maken. De numerus clausus mag niet verder door de Franstaligen uitgehold worden.

Het ondersteunen van alle huisartspraktijken – en niet alleen de groepspraktijken – kan nu reeds vanuit de Vlaamse begroting. Dit moet nu eindelijk gebeuren.

De ongelijke toegang tot de huisartspraktijk versus de spoedgevallendiensten kan niet langer: iedereen – en niet enkel wie sociaal achtergesteld is – moet in dezelfde voorwaarden in de eerste plaats beroep kunnen doen op de huisarts. Uitbreiding van de Regeling Derde Betalende kan daarbij een nuttig instrument zijn.

N-VA eist een stevige “injectie” van middelen om eindelijk de wachtlijsten in de gehandicaptenZORG te doen verdwijnen. Meer dan

10.000 gehandicapten blijven wachten op voor hen absoluut noodzakelijke voorzieningen. Aan dit onrecht moet onmiddellijk een eind gemaakt worden.

Er dienen sterkere stimuli te komen, die de zieke overtuigen EERST beroep te doen op een GMD-houdende HUISARTS.

In verband met de belangrijke functie van de huisarts in een ruimer preventiebeleid moet de Vlaamse regering resoluut deze bevoegdheid terugeisen en Minister Onkelinx “halt” toeroepen.

Onder meer daaraan wil ik – in regelmatige samenspraak met Vlaamse huisartsen – hard werken de komende jaren.