jun 16, 2008 - Schipdonkkanaal    No Comments

Vragen in het parlement over het Schipdonkkanaal

Actuele vraag van de heer Bart Van Malderen tot mevrouw Hilde Crevits, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, over de resultaten van de haalbaarheidsstudie voor de verbreding van het Schipdonkkanaal

Actuele vraag van mevrouw Joke Schauvliege tot mevrouw Hilde Crevits, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, over de resultaten van de haalbaarheidsstudie voor de verbreding van het Schipdonkkanaal

Actuele vraag van de heer Patrick Lachaert tot mevrouw Hilde Crevits, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, over de resultaten van de haalbaarheidsstudie voor de verbreding van het Schipdonkkanaal

Actuele vraag van de heer Jef Tavernier tot mevrouw Hilde Crevits, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, over het ontsluiten van de Zeebrugse haven en de eventuele verbreding van het Schipdonkkanaal

Het antwoord staat bij meer lezen…

De voorzitter:

Minister-president Peeters zal namens minister Crevits antwoorden.

De heer Van Malderen heeft het woord.

De heer Bart Van Malderen:

Mevrouw de voorzitter, als ik zou zeggen dat het Schipdonkkanaal de gemoederen beroert, zou ik een open deur intrappen. Enerzijds hebben een paar weken geleden enkele duizenden mensen nog op ludieke wijze tegen de aanleg van dit kanaal geprotesteerd. Anderzijds zitten we met het economisch belang van de haven van Zeebrugge en van de Vlaamse havens in het algemeen en met de uitdrukkelijke wens van het Vlaams Parlement met betrekking tot die havens een betere modal split tot stand te brengen.

Het protest is begrijpelijk. Zoals het er nu bijligt, bepaalt het Schipdonkkanaal in sterke mate het beeld van de hele regio. Al 30 jaar woedt met tussenpozen het debat over de verbreding van dit kanaal. Het gaat hier dan ook om een moeilijke beslissing.

Gezien de omvang van het project moet de rendabiliteit in ogenschouw worden genomen. Het verleden werkt op dit vlak tegen ons. In Vlaanderen en in Wallonië staan tal van constructies die indertijd met vuur en met toen plausibel lijkende argumenten zijn verdedigd, maar die sindsdien nutteloos zijn gebleken. Aangezien ze niet in die val wilde trappen, heeft de Vlaamse Regering besloten een multicriteria-analyse uit te voeren. Hierbij moeten alle aspecten van de problematiek worden onderzocht. Het is steeds de bedoeling geweest hierbij ook rekening te houden met het maatschappelijk draagvlak en een maatschappelijke kosten-batenanalyse uit te voeren. Kortom, het inzetten van een hele batterij aan onderzoeksmiddelen moet tot een weloverwogen keuze in verband met de eventuele verbreding van het kanaal leiden.

We wisten dat dit proces in de loop van het voorjaar van 2008 tot een beslissing moest leiden. Dat is overigens ook gebleken uit het antwoord van een schriftelijke vraag die ik minister Crevits hierover heb gesteld. Mijn verbazing was dan ook niet gering toen ik gisteren plots via teletekst en via het radiojournaal vernam dat de rentabiliteit van de verbreding volgens een persbericht hoogst twijfelachtig zou zijn. Mijn verbazing werd des te groter toen deze ochtend bleek dat de klankbordgroep, het forum om de maatschappelijke kosten en baten te beoordelen, pas deze ochtend zou vergaderen en dat de mensen die hier deel van uitmaken vooraf niet over teksten konden beschikken. Ze hebben enkel een link naar een website gekregen. Op die website staat te lezen dat de nodige documenten pas op donderdag 30 mei 2008 zullen verschijnen. Ik vind deze praktijk bedenkelijk.

Indien ik burgemeester van een van de betrokken gemeenten zou zijn, zou ik me ernstig benadeeld voelen indien ik berichten over een dossier van dergelijke omvang in de pers zou moeten lezen. Ik hoop dat dit voorval er niet toe leidt dat de bespreking van het dossier bijna onmogelijk wordt. De haven van Zeebrugge heeft ondertussen uiteraard ook al gereageerd. Dat betekent dat we het debat over dit dossier in de pers voeren en niet op de plaats waar het zou moeten worden gevoerd.

Mijnheer de minister-president, kunt u ons duidelijk maken over welke deelstudie het precies gaat? Over welke conclusies beschikt u? Volgens de pers zou de verbreding min of meer rendabel zijn. Er is ook sprake van de goedkoopste optie en van een welbepaalde groei die nodig is om een investering te rechtvaardigen. Dat lijken me weinig exacte gegevens. Kunt u ons meer inzicht verschaffen?

Is daarmee de kous af? Is er een beslissing? Is er een standpunt van de Vlaamse Regering? Zo neen, wanneer kunnen we dat verwachten? Wat met verdere onderzoeken? Er is nog het milieueffectenrapport en er zijn nog andere haalbaarheidsstudies lopende, zoals een landbouwstudie. Hoe verhoudt dit alles zich tot een persbericht, dat volgens mij te vroeg is gelanceerd? Ik betreur dit lek. Ik hoop dat u met uw antwoord zekerheid kan verschaffen in een regio die uiterst zenuwachtig reageert op dit dossier.

De voorzitter:

Mevrouw Schauvliege heeft het woord.

Mevrouw Joke Schauvliege:

Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister-president, het klopt dat de eventuele verbreding van het Schipdonkkanaal heel wat ongerustheid teweegbrengt bij zowel besturen van gemeenten die langs het kanaal gelegen zijn als omwonenden die ermee geconfronteerd zouden kunnen worden. Ik vind het een zeer goede zaak dat de beslissing genomen is om op een objectieve en onderbouwde manier naar dit dossier te kijken. Er zijn studies besteld en het is een goede zaak om de resultaten daarvan af te wachten alvorens beslissingen te nemen.

Ik was net als de heer Van Malderen verbaasd dat gisteren in Terzake de technische haalbaarheidsstudie uitgebreid is besproken met experts en met mensen van de Zeebrugse haven. Vandaag kwam de klankbordgroep samen die is samengesteld uit alle betrokken actoren, ook de maatschappelijke geledingen. Dat is nu net het forum waar dergelijke zaken moeten worden besproken. Als ik goed ben geïnformeerd, is die klankbordgroep vandaag om 11 uur bijeengekomen om de technische haalbaarheidsstudie te bespreken. Het is jammer dat daar al uitspraken over zijn gedaan in de pers.

Ik heb de studie zelf nog niet kunnen inkijken, zoals waarschijnlijk niemand hier. Ik haal mijn informatie dan ook uit de pers. Uit die studie zou blijken dat het economisch niet haalbaar is om het Schipdonkkanaal te verbreden. Mijnheer de minister-president, klopt het dat de technische haalbaarheidsstudie af is? Kunnen daar conclusies over de haalbaarheid uit worden getrokken? Andere belangrijk aspecten zijn leefmilieu, mobiliteit, de verzilting, het waterpeil enzovoort. Lopen de studies over die aspecten nog? Kunnen daar al conclusies uit worden getrokken?

De voorzitter:

De heer Lachaert heeft het woord.

De heer Patrick Lachaert:

Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister-president, ik zoek al veertien dagen naar die bewuste studie. Op legale manier heb ik ze niet kunnen verkrijgen. Ik vond het dan ook erg eigenaardig dat gisterenavond plots die studie werd uitgelegd aan om het even wie. Het parlement is waarschijnlijk niet voldoende belangrijk opdat die studie ook hier zou verzeilen. Is de verstrekte informatie juist? De media zijn de media. Ik zal daar niet meer over zeggen. (Gelach)

De perswoordvoerder van minister Crevits stelt namens de minister: “Ondertussen is al duidelijk welke alternatieven die onderzocht zijn voor het kanaal haalbaar zijn en welke niet.” Daaruit leid ik af dat de minister de haalbaarheidsstudie wel al een tijdje heeft, aangezien ze die evaluatie tekstueel maakt. Welke onderzochte alternatieven zijn haalbaar en welke niet? Ik kan het u niet kwalijk nemen als u daar, als plaatsvervangend lid in de Vlaamse Regering, niet op kunt antwoorden. Er moet echter vlug duidelijkheid komen zodat we niet in een Doel-scenario terechtkomen. Daar is in de jaren zeventig beslist dat er onteigeningen en innemingen door de overheid zouden gebeuren. Die zijn pas in de periode 1990-1995 gerealiseerd. We moeten eerder in een Kluizendok-scenario komen waarbij de overheid ofwel een beslissing neemt en ze uitvoert, ofwel ze niet neemt en dan ook niet uitvoert. Er moet klaarheid zijn voor de betrokken.

De voorzitter:

De heer Tavernier heeft het woord.

De heer Jef Tavernier:

Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister-president, geachte collega’s, er zijn inderdaad echo’s en voorlopige conclusies van een studie die niet verwonderlijk zijn. Ze liggen in de lijn van de studies die 40 jaar geleden zijn uitgevoerd, van de studies die 30 jaar geleden zijn uitgevoerd, die 20 jaar geleden zijn uitgevoerd en ook van de studies die 6 jaar geleden zijn uitgevoerd. Ik heb de indruk dat de havenlobby, telkens als er een ongunstige studie is, enkele jaren later het voorstel voor een nieuwe studie doet.

We komen dus tot een voorlopige conclusie. Er is nog geen regeringsbeslissing. Wat is de verdere procedure?

Er is een openbaar onderzoek verricht over het plan-MER. Met welke elementen uit het openbaar onderzoek is bij het verdere verloop rekening gehouden?

Ik verneem in discussies waar ook ambtenaren bij betrokken zijn, dat er een kanaal met sluizen zou worden gegraven, maar zonder waterverlies omdat de haven van Gent soms water te kort heeft. Hoe kan men een kanaal met sluizen aanleggen zonder waterverlies, maar toch met voldoende water voor onder meer de landbouw in de polders?

Ik heb ook de indruk dat men voortdurend een aantal infrastructuurwerken rond Zeebrugge, waarover geen discussie is – bijvoorbeeld de halfhoge brug in Steenbrugge, de aanpassing van het spoor, de N31 in Brugge die voor de verkeersveiligheid versneld zou moeten worden uitgevoerd – uitstelt omdat er geen geld voor is. Men zegt dat die werken nog jaren zullen duren. In plaats daarvan komt men op de proppen met een studie voor een megalomaan project dat honderden miljoenen euro’s zal kosten. Wanneer zullen die werken, waarover geen discussie bestaat, in het voordeel van Zeebrugge, worden uitgevoerd? Wanneer zal daar eindelijk geld voor zijn?

De voorzitter:

Minister-president Peeters heeft het woord.

Minister-president Kris Peeters:

Mevrouw de voorzitter, geachte collega’s, ik moet minister Crevits verontschuldigen omdat ze de Europese Raad in Bonn bijwoont. Ze had graag zelf op de vragen geantwoord.

Het is natuurlijk juist en het is een spijtig toeval, dat we het hier de laatste tijd zo vaak over ontwerpstudies hebben. Het is te betreuren hoe het de laatste dagen is gelopen, en ik denk dat de minister dat ook betreurt. Als er – mijnheer Tavernier, u kunt dit alleen maar toejuichen, want dit is ook wat het Vlaams Parlement vraagt – grote werken mogelijks kunnen worden uitgevoerd, worden daar heel wat studies voor uitgevoerd. U hebt het maar over studies en studies. Het is heel belangrijk dat we de zaak grondig voorbereiden.

Natuurlijk is het heel delicaat en valt te betreuren dat, als die studies bijna af zijn of in een finale fase zitten, de een of de ander er voordeel bij heeft om die studie op een illegale wijze – zoals u, mijnheer Lachaert – te pakken te krijgen en ermee naar de pers te stappen. Dan krijg je natuurlijk een hele discussie die wat gehandicapt wordt gevoerd omdat je er niet met de nodige sereniteit en klankbordgroepen over kunt praten.

De burgemeesters reageren – en terecht. Mocht u burgemeester zijn en op Terzake de plannen vernemen, dan zou u dat ook doen. Ik betreur dat. Het is een element waarmee je altijd rekening moet houden, en als het dan gebeurt, moet je de nodige sereniteit aan de dag leggen en het debat verder voeren op basis van objectieve elementen.

Ik wil kort de historiek schetsen. De vorige minister van Openbare Werken heeft het, naar aanleiding van een debat over de haven van Zeebrugge, gehad over het Noorderkanaal. Er wordt al dertig of veertig jaar over gesproken, maar het maatschappelijk draagvlak daarvoor is minder dan nul. Er moet iets gebeuren met de haven van Zeebrugge. Jullie zeggen het ook: de problemen inzake de congestie op de weg nopen ertoe dat iets wordt ondernomen om die haven te ontsluiten. Er is het groene licht van Europa voor de estuaire vaart, ten belope van 6,2 miljoen euro. Er varen al twee schepen, een derde komt er later bij. Men zegt ook dat de optie van Seine-Schelde-West moet worden onderzocht.

Bij mijn weten waren toen nog geen andere onderzoeken van dezelfde omvang en diepgang bezig. We hebben beslist dat dergelijke studie moet worden opgestart, want voor het Noorderkanaal is geen maatschappelijk draagvlak. De haalbaarheidsstudie is grondig uitgevoerd. Een belangrijk element daarin is de Klankbordgroep, waarin alle lokale actoren zetelen. In die groep wordt nagegaan welke stappen kunnen worden gezet. Vandaag heeft de Klankbordgroep vergaderd. Ik ken de resultaten van de bijeenkomst nog niet, maar ik vind het belangrijk dat dergelijke delicate dossiers met de nodige sereniteit en op basis van de nodige studies tot goede beslissingen leiden.

Het is duidelijk dat we geen studie om de studie uitvoeren. Er is terecht verwezen naar de plan-MER, die verder moet worden uitgevoerd. We moeten alles goed onderzoeken en alle elementen kennen vooraleer een beslissing kan worden genomen. Maar als het zo ver is, moeten we een beslissing nemen. Het kan dat wordt beslist dat de uitvoering niet haalbaar is, maar het kan ook dat het wel haalbaar wordt bevonden. In elk geval kunnen we vandaag die beslissing in een of andere zin nog niet nemen.

De heren Van Malderen en Lachaert vragen welke beslissing wordt genomen. Ik zeg u in alle duidelijkheid: de Klankbordgroep werkt voort, de studie wordt gefinaliseerd en de resultaten van het plan-MER worden tegen eind 2008 verwacht. Als we al die elementen in handen hebben, zullen we beslissingen nemen en die ook uitvoeren. Ik treed u wel bij dat u betreurt hoe het debat wordt gevoerd. Ik ga ervan uit dat de commissievoorzitter ervoor zorgt dat in de commissie aan de bevoegde minister alle vragen kunnen worden gesteld die ook hier zijn gesteld. Het is niet het moment om daar nu op in te gaan.

Tot de heer Tavernier wil ik wel zeggen dat het wat gemakkelijk is om hier te zeggen dat er over de werken een grote consensus bestaat, maar dat ze niet worden uitgevoerd. Ik zou wel graag weten over wat hij het precies heeft. De bevoegde minister zal u met plezier informeren over de timing van de werken. Bij mijn weten worden alle noodzakelijke werken die zijn afgesproken ook daadwerkelijk uitgevoerd, op basis van een tijdstabel. Dat wordt dus aangepakt.

De ontsluiting van de haven van Zeebrugge naar het hinterland kan niet op duizend verschillende manieren. Dat kan alleen via het spoor, de weg en de estuaire vaart. De vraag of het kan via de binnenvaart moet nog worden beantwoord. Dat mag niet gebeuren aan de hand van een tendentieus debat waarin men vooraf via de media laat uitschijnen dat dit niet rendabel is, maar op basis van grondige studies. Dat is de manier waarop dit parlement en de regering werken.

De heer Bart Van Malderen:

Mijnheer de minister-president, ik dank u voor uw antwoord. Ik leid er in elk geval uit af dat er nog geen beslissing is gevallen en ook niet, in tegenstelling met wat op mijn schriftelijke vraag werd geantwoord in het voorjaar van 2008, te verwachten valt.

In uw antwoord hoor ik wel een mogelijke tegenstelling met de verklaring van de woordvoerder van minister Crevits. Mijnheer Lachaert, u hebt er daarnet naar verwezen. De woordvoerder van minister Crevits zegt: we weten nu welke alternatieven haalbaar zijn. Op zijn minst wordt daardoor de indruk gewekt dat al een bepaalde richting is ingeslagen. Ik zou er toch voor willen pleiten om de rol van het forum, de maatschappelijke kosten-batenanalyse en de stakeholders ten volle te laten spelen, uit respect voor de rol die zij met heel veel overgave opnemen.

Mijnheer de minister-president, u verwijst terecht naar de noodzaak om in de afwikkeling van het vrachtverkeer van Zeebrugge een betere modal split na te streven. Ik denk dat daarover een kamerbrede consensus bestaat. Maar niet op alle plaatsen zijn alle vervoersmodi even haalbaar of wenselijk. In die zin is een degelijk onderbouwde studie absoluut een voorwaarde. De modal split kan gerealiseerd worden via meer binnenvaart, maar zal ook rendabel moeten blijven op die plaats. Elk project is particulier.

Het lijkt me noodzakelijk dat men bij een project van deze omvang, 40 kilometer nieuw kanaal graven, – men spreekt over een verbreding, maar eigenlijk is het een nieuw kanaal – en zeventien bruggen aanleggen, geen enkel risico kan nemen. Voor een investering van dergelijke omvang moet men absoluut de studie afwachten.

Ik wil er ook voor pleiten om nieuwe ontwikkelingen mee in ogenschouw te nemen. Er gaan geruchten over tolheffing die op het Franse traject van de Seine-Scheldeverbinding geheven zou worden. Ook dat heeft een invloed. Er is de tendens om grotere schepen te gebruiken, die sowieso Zeebrugge niet zouden aandoen enzovoort.

Ik denk dat er nog wat studiewerk is. Ik kan alleen nogmaals benadrukken dat ik het betreur dat dit op deze manier in de pers is gekomen. Ik hoop dat zo snel mogelijk zekerheid gecreëerd kan worden.

Mevrouw Joke Schauvliege:

Mijnheer de minister-president, het is goed dat u het maatschappelijk debat alle kansen wilt geven en ook de klankbordgroep zijn rol wilt laten spelen. Nog niet zolang geleden hebben we in de commissie een discussie gehad, waarbij een aantal collega’s zeiden dat die studies maar besteld zijn om de beslissing die in feite al genomen is te onderbouwen.

Als het klopt dat in de studie staat dat het economisch niet allemaal zo evident zou zijn, bewijst dat dat de studies op een objectieve en goede manier gebeuren en ook de Vlaamse Regering daar op een deftige en onderbouwde manier mee wil omgaan. Dat vind ik heel positief.

Mijnheer de minister-president, ik wil toch nog eens herhalen dat de economische haalbaarheid één zaak is, maar ik zou toch ook voldoende aandacht willen vragen voor de aspecten leefmilieu, waterpeil, verzilting en de omwonenden, want mensen zitten al jaren in de onzekerheid. Men moet al die elementen meenemen en een onderbouwde beslissing nemen, maar ik heb er vertrouwen in dat het ook op die manier zal gebeuren. Met respect voor overleg en alle belangen die ermee gemoeid zijn.

De heer Patrick Lachaert:

Mijnheer de minister-president, ik begrijp uit uw uiteenzetting dat wat de perswoordvoerder van minister Crevits heeft gezegd, enigszins voorbarig is. Hij stelde dat de studies die haalbaar zijn, onderzocht en duidelijk zijn, maar ze zijn nog niet duidelijk. Het was dus een enigszins voorbarige aankondiging.

Ik begrijp dat wat gisteren en vandaag in de media werd belicht, maar een deel van de werkelijkheid is. Er staat meer in de studie, maar die hebben we nog niet kunnen inzien, ook niet illegaal.

Zoals bij vele dossiers wil iedereen de kool en de geit sparen. Ecologie of economie, het is het ene of het andere. Maar als men dergelijke symbooldossiers inhoudelijk tracht te motiveren en te verwetenschappelijken, kan men dikwijls tot een oplossing komen die en het ecologische en het economische en het nimbysyndroom zou kunnen verzoenen.

De heer Jef Tavernier:

Het gaat hier niet over het nimbysyndroom, het gaat over waaraan men overheidsgeld besteedt op de meest efficiënte manier, met respect voor een van de mooiste landschappen van Vlaanderen. Mijnheer de minister-president, er zijn inderdaad studies gemaakt over het Noorderkanaal, 30 tot 40 jaar geleden. Nog niet zolang geleden, tijdens vorige legislatuur, was er de MaIS-studie, over ongeveer het traject dat men nu opnieuw bestudeert. Daarnaast is er de binnenvaart. Er zijn verschillende mogelijkheden om de binnenvaart te ontsluiten naargelang het type schepen en naargelang het traject. Dan moet men ook de verschillende elementen bekijken en de alternatieven: de nachtvaart rond Brugge, de halfhoge brug Steenbrugge, voetgangers- en fietsbruggen in Brugge. Dat is belangrijk, mijnheer Decaluwé, wetende dat vijf jaar geleden de heer Coens zelfs de estuaire vaart absoluut niet zag zitten. Gelukkig is hij van idee veranderd en vindt hij dit nu een goed alternatief, al was het maar tijdelijk en beperkt.

Men zal aan een goede trafiekanalyse moeten doen want sommigen, mijnheer Decaluwe, zeggen dat het belangrijk is om goederen te kunnen vervoeren van Zeebrugge naar Noord-Frankrijk. Dat komt bij mij over als het willen verbinden van zeehavens met zeehavens via de binnenvaart. Ik dacht dat wanneer je zeehavens met zeehavens verbindt, je dat best doet via de zee, een beetje logisch en economisch denkende, in plaats van een van onze mooiste landschappen te verknoeien in het kader van een bepaald waanbeeld dat sommigen hebben over steeds grotere containerschepen en steeds meer containertrafiek, wat nauwelijks een toegevoegde waarde heeft en nauwelijks tewerkstelling brengt.

De voorzitter:

Mevrouw Bruyninckx heeft het woord.

Mevrouw Agnes Bruyninckx:

Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister-president, ook het Vlaams Belang neemt met verbijstering kennis van het feit dat een zo belangrijk en zwaarwichtig dossier als de afgewerkte haalbaarheidsstudie aangaande Seine-Schelde-West te grabbel werd gegooid, nog voor de belanghebbenden, onder meer de parlementsleden en ook de mensen ter plaatse, inzage gekregen hebben in dit dossier. Het programma Terzake genoot blijkbaar wel van dit voorrecht. Men kan zich afvragen wie deze studie heeft gelekt en waarom. Voor sommigen is het blijkbaar belangrijker politiek te voeren in de media dan in het parlement.

Professor ruimtelijke planning Allaert trok nogal snel zijn conclusies in de media, misschien te snel, toen hij stelde dat het geheel nogal mager scoort. Alleen de hoge economische ontwikkeling van de haven zou het project rendabel kunnen maken. Daarop gaf de voorzitter van de MBZ, de heer Coens, als verdediging aan: “De hoge groei waarover het rapport het heeft, is de normale groei die de haven zal kennen volgens het normale scenario.”

Mijnheer de minister-president, ik zal u niet vragen wat vandaag uw beslissing is, want dat is onmogelijk. Er moeten nog zoveel studies worden afgewerkt en er moet nog een hoorzitting komen op 10 juni, waar de tegenstanders van het project aan het woord kunnen komen. Het zal dus nog een tijdje duren voor de echte beslissing is gevallen. Het Vlaams Belang zal pas een beslissing nemen wanneer we alle studies kennen en alle hoorzittingen afgelopen zijn. Het Vlaams Belang wil wel van u vernemen wat uw reactie is op het vroegtijdig uitlekken van dit dossier en op de reacties van professor Allaert, die mijns inziens te voorbarig waren, alsook die van de gedelegeerd bestuurder van de MBZ.

De voorzitter:

De heer Matthijs heeft het woord.

De heer Erik Matthijs:

Mijnheer de minister-president, ik vind het goed dat u zegt dat de studie moet worden afgewerkt. Ik heb al diverse vergaderingen van die klankbordgroep bijgewoond. De studie wordt zeer grondig uitgevoerd, rekening houdend met alle elementen. Ik hoop echter dat, mocht bij het opstellen van het plan-MER worden vastgesteld dat dit om een of meer redenen niet haalbaar is, de reservatiezone aan beide zijden van het kanaal, waarin het gewestplan voorziet, dan ook wordt tenietgedaan. De mensen die daar wonen, leven immers al dertig jaar in onzekerheid.

Op het einde van de vorige zittingsperiode is hier kamerbreed een motie goedgekeurd, waarin werd gevraagd aan de regering, die toen op haar laatste benen liep, om de mensen die in die reservatiezone wonen dezelfde rechten te geven als bij zonevreemde woningen in agrarisch gebied. Het is belangrijk dat ook de mensen die langs het Schipdonkkanaal wonen, duidelijkheid krijgen. Mijn stelling en ook de stelling van het Meetjesland is dat de studie haar beloop moet krijgen. De studie gebeurt grondig: daar kan ik van getuigen. Iedereen wacht het resultaat ervan af alvorens tot verdere besprekingen over te gaan.

De voorzitter:

De heer De Craemer heeft het woord.

De heer Gino De Craemer:

Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister-president, ik wijs erop dat we opnieuw discussiëren over een dossier waarvan de studie nog niet volledig is afgerond. Maar goed, ook ik betreur de negatieve sfeer waarin dit dossier is verzeild geraakt. Qua timing heeft het debat van gisteren in Terzake inderdaad allerminst bijgedragen tot een verbetering.

Ik pleit uiteraard voor een oplossing en een beslissing die ruim wordt ondersteund, over de betrokken regio’s heen – want diverse regio’s zijn hierbij betrokken – en ook in de diverse beslissingsniveaus.

Wat de economische haalbaarheid betreft: louter stellen dat het project momenteel niet rendabel is, is, met wat we nu weten, de waarheid geweld aandoen. Volgens de studie is het project op nationaal niveau niet batig, maar op Europees niveau zou er wel een rendement van 7 percent zijn. Maar goed, het lijkt me te vroeg daar conclusies uit te trekken.

Ik kijk ook uit naar het volledige MER. Momenteel is dat rapport immers niet volledig uitgewerkt. Er zijn immers nog niet voldoende gegevens over het uiteindelijke traject. Belangrijk is daarbij uiteraard dat rekening wordt gehouden met de impact op het landschap en met de problematiek van de afwatering. Ook een belangrijke factor is wat er met de landbouw gebeurt. Tenslotte moet er worden gewacht op de hoorzitting van 10 juni met ’t Groot Gedelf. Ook dat is een belangrijke factor waaraan dit parlement aandacht moet besteden.

Mijnheer de minister-president, ten slotte dring ik erop aan dat het voorstel van professor Allaert over het mogelijke alternatief langs het spoor ernstig zou worden onderzocht, zodat er eindelijk een beslissing kan vallen. Een oplossing is noodzakelijk en dringend, maar moet ook ruim worden gesteund.

De voorzitter:

De heer De Klerck heeft het woord.

De heer Patrick De Klerck:

Mijnheer de minister-president, dit dossier lijkt me inderdaad nog niet rijp voor een beslissing. Minister Crevits stelde deze ochtend in de pers dat het een ‘ja maar’-dossier is. Ik wil voornamelijk de aandacht vestigen op die ‘maar’. Er lopen een aantal studies. Er is de kosten-batenanalyse, het MER en de haalbaarheidsstudie. Later volgt er ook nog een ruimtelijk uitvoeringsplan. Er zullen dus nog heel wat afwegingen moeten gebeuren, alvorens er een uiteindelijke conclusie kan worden getrokken.

Er zijn ook heel wat sectorale afwegingen nodig in dit dossier. Een voorbeeld is de landbouw. Tussen Dudzele en Hoeke zou er 78 hectare landbouw verdwijnen. Als men zich niet beperkt tot de reservatiestrook langs het kanaal, zullen er zeer veel onteigeningen zijn. Ook met de kwaliteit van het landschap moet absoluut rekening worden gehouden.

Dit is voornamelijk een en-enverhaal. Het gaat niet enkel over het kanaal: het gaat zowel over de modal split als over de trajecten via de derde en vierde spoorlijn tussen Gent en Brugge en over de binnenvaart en de zeevaart. Het gaat ook over wegtrajecten, met de ondertunneling van de N31, die zeer belangrijk is. Daar is men al een heel eind opgeschoten, maar de uiteindelijke oplossing is nog niet bereikt. Dan is er nog de AX, waar toch ook een draagvlak voor bestaat. Ik pleit voor dat en-enverhaal en voor het nemen van de juiste beslissingen op het juiste ogenblik.

De voorzitter:

De heer Van Nieuwkerke heeft het woord.

De heer André Van Nieuwkerke:

Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister-president, geachte leden, we moeten ons eens dringend afvragen waarmee we hier bezig zijn. Dat is een fundamentele vraag. Er is doelbewust gelekt, vanuit een bepaalde stelling met betrekking tot het hele project. De stelling luidt dat het kanaal economisch gezien geen zin heeft.

Die stelling – een cruciale stelling – wordt bewust gelekt. Ik zou graag weten hoe dat komt. Los van de inhoud is dat tendentieus. De pers gaat daarop in. Het Vlaams Parlement gaat daarop in. Het is een loodzwaar dossier dat hier in de commissie pas kan worden besproken nadat de klankbordgroep – zoals vanmorgen – is samengekomen en een advies heeft geformuleerd. Ook de gemeenten en het bestuur van de haven van Zeebrugge moeten daar nog eens over nadenken en delibereren. We moeten weten waar we aan meedoen. Laten we ons meeslepen door de media of niet? Of gebruiken we ons gezond verstand en geven we het dossier aan de bevoegde commissie?

Ik hoor hier collega’s impliciet stellingen en meningen verdedigen waar ik het helemaal niet mee eens ben. Dat is desinformatie. Maar ik krijg de kans niet om tegen te argumenteren want dit hele dossier zit in een actuele vraag gepropt. Ik roep het parlement op om het gezond verstand te gebruiken. Ik sluit me grotendeels aan bij de minister-president, die betreurt dat het zo gelopen is.

De heer Carl Decaluwe:

Ik sluit me volledig aan bij de heer Van Nieuwkerke. Ik zal geen uitspraken doen over het dossier, ik heb het dossier noch de studies gelezen. Voor de tweede keer op rij verschijnen er studies over belangrijke dossiers en loopt het parlement achter de feiten aan.

Mijnheer Tavernier, het spijt me dat ik het zo moet zeggen: u bent precies een gazettencoureur, u neemt stellingen in zonder de studies te lezen. De waarheid heeft haar rechten. De heer Coens heeft hier in 1999 en 2000 als Vlaams volksvertegenwoordiger met redenen omklede moties en voorstellen van resolutie ingediend rond de estuaire vaart. Het voorstel voor nachtelijke vaart doorheen Brugge is te gek om los te lopen. De vaartuigen zijn te groot. Men zou de historische bruggen of de poorten in Brugge moeten afbreken om die grote binnenvaartuigen met drie, vier containers op elkaar door te laten. Ofwel kiezen we voor het historisch landschap, ofwel kiezen we voor de historische poorten van Brugge. Ik stel het nu zeer populistisch voor. We moeten dit dossier eerst te gronde bespreken in de commissie in plaats van hier gratuit op basis van krantenartikelen stellingen te komen verdedigen.

Minister-president Kris Peeters:

De sprekers hebben gelijk. We moeten het debat sereen houden. Ik zeg het nogmaals: ik betreur dat het is uitgelekt. Ik ga me daar verder niet in verdiepen. Het was de bedoeling om via dat lek het debat in een bepaalde richting te duwen. Gelukkig gaat het parlement daar niet op in. Het debat zal in de bevoegde commissie samen met minister Crevits worden voortgezet wanneer alle studies zijn afgerond.

De heer Bart Van Malderen:

Mijnheer De Craemer, u betreurt dat hier een onafgewerkte studie wordt besproken. Dat heeft u echter niet belet om enkele weken geleden al een stelling voor de verbreding in te nemen. Niemand hier heeft de studie kunnen inkijken, maar u weet al zeker dat de doortrekking wel rendeert. Het is dat soort stellingname dat ik betreur.

Alle betrokkenen – bewoners, bezoekers en de haven van Zeebrugge – hebben recht op een goeddoordachte, onderbouwde beslissing. Dat moet zo snel mogelijk gebeuren. De mensen in de reservatiestrook hebben daar recht op. Hun persoonlijke toekomst hangt daarvan af. Maar we mogen niets overhaasten. Het moet vooral een wijze beslissing zijn. Dit dossier zal zo’n enorme impact hebben – op heel Vlaanderen – dat we alles in ogenschouw moeten nemen. Met alles bedoel ik: en ecologie, en economie en waterhuishouding. Dat is hier al breed aan bod gekomen.

De heer Gino De Craemer:

Mevrouw de voorzitter, ik vraag het woord, want de heer Van Malderen heeft niet goed geluisterd naar mijn vorige uiteenzetting.

De voorzitter:

Mijnheer De Craemer, dit is de aanzet van het debat; in de commissie zal er nog uitgebreid op teruggekomen worden. Ik geef nu het woord aan mevrouw Schauvliege.

Mevrouw Joke Schauvliege:

Mevrouw de voorzitter, ik heb er alle vertrouwen in dat minister Crevits een goed onderbouwd dossier zal opstellen en een goed doordachte beslissing zal nemen, samen met dit Vlaams Parlement. Op 10 juni hebben we een hoorzitting, ook die moet alle kansen krijgen.

De heer Patrick Lachaert:

Ik sluit me daarbij aan. We moeten alle aspecten, openbare werken, milieu, economie en landbouw, goed bekijken en we moeten proberen om de kwestie zo diep mogelijk uit te spitten om tot een verstandige oplossing te komen.

De heer Jef Tavernier:

Mijnheer de minister-president, ik kijk er uiteraard naar uit om de volledige studie ten gronde te bestuderen.

Mijnheer Decaluwe, er is natuurlijk een verschil tussen schepen van 4500 ton met twee, drie of vier lagen containers en schepen van 1350 ton die er misschien wel door kunnen.

Mijnheer de minister-president, ik zeg niet dat men niet op schema, of op uw schema, zit, maar men zou al een aantal projecten waarover consensus bestaat, versneld kunnen uitvoeren.

Het zou misschien beter zijn om, voor wat het spoor betreft, eerst de spoorverbinding Zeebrugge-Brugge-Gent te optimaliseren vooraleer men begint te praten over weer een nieuw spoor. Doe eerst wat je kunt, zorg dat daar geld voor is en begin dan pas te dromen van andere dingen.

De voorzitter:

Het incident is gesloten