aug 11, 2007 - Geenszins    1 Comment

Joris De Smet aka Ophidia (15/9/69-11/8/05)

Vandaag is een dag dat ik me moeilijk kan concentreren, mijn gedachten meer ronddwalen op de strooiweide in Lochristi dan dat ze bij mij horen…

Het is vandaag twee jaar geleden – is het nog maar twee jaar? het gemis doet het zoveel langer lijken – dat mijn beste vriend Joris is overleden, na een slepende ziekte die hem meer dan welkom was…

Joris was op zijn zachts gezegd een rare kerel; hij zou nu glimlachen bij het compliment want voor hem was abnormaal zijn de norm.

Ik herinner me nog altijd de eerste keer dat ik hem zeg. Ik was toen manager bij Artcom en we hadden net beslist om onze eerste werknemer aan te trekken, als webmaster. Joris was één van de sollicitanten. En als een sollicitant uit de gruize massa moet opvallen, wel, dat was Joris goed gelukt. Half lang haar, grote en extreem magere kerel, in een uniform van Securitas. Waarvoor hij zich excuseerde, want hij moest na het gesprek nog vertrekken naar zijn job als nachtwaker. Maar computer sen vooral het internet was zijn grote hobby en zijn gedrevenheid ging steil omhoog naarmate hij zijn gezapig Gents accent minder onder controle hield.

Uiteindelijk ging de keuze tussen Joris en een pas afgestudeerde informaticus. Het is Joris geworden en ik heb het me raar maar waar dikwijls beklaagd, maar nooit spijt van gehad.

Want Joris was, zoals reeds gezegd, raar en moeilijk, maar getalenteerd en gedreven. Een combinatie die mij ook nogal eens verweten werd en wordt…

Misschien is het daarom dat we nachten konden samenwerken, urenlang alle mogelijke opties uitwerken en dingen bouwen die in die jaren nog niet gebouwd waren. En dat we ook ruzie konden maken, waarbij ik meerdere malen Joris letterlijk buitensmeet.

En toch… Zelfs na Artcom, wie liep ik weer tegen het lijf in mijn volgend project? Joris natuurlijk, zonder dat het gepland was, maar duidelijk wel voorbestemd. Een vriendschap gebaseerd op wederzijds respect. Ik bleek trouwens één van de weinigen te zijn die met Joris kon omgaan en waarmee Joris op zijn beurt kon omgaan.

Op zijn zachts gezegd een rare vriendschap, maar wel een hechte vriendschap zoals ik er nog niet te veel heb meegemaakt.

Joris was dan geniaal in zijn werk, als moeilijk karakter wilde het hem prive minder voor de wind gaan en zijn koppigheid – die quasi geen gelijke kent, ook mijn koppigheid niet – heeft hem letterlijk levensmoe gemaakt. Ik heb ooit vanuit het ziekenhuis zelf een reddingsoperatie op getouw gezet omdat hij een zelfmoordpoging aan het ondernemen was. Hij heeft toen geluk (in zijn ogen pech) gehad dat ik zelfs vanuit het ziekenhuis om middernacht nog mijn email las. Anders was zijn zelfmoordemail pas ’s anderendaags – zoals bedoeld – ontdekt…

Toen hij het vonnis kreeg een hartkwaal te hebben, is dat zijn kans geweest om te ontsnappen. Hij koos ervoor geen behandeling te krijgen en heeft zoch losgemaakt van de wereld. Hoezeer het me nog altijd pijn doet om hem los te laten, ik weet dat hij nu gelukkiger is dan zijn laatste anderhalf jaar.

Ze zeggen altijd dat iemand leeft zolang hij herinnerd wordt. Ik ben er zeker van dat Joris, die meer op het internet leefde dan in de echte wereld, het verdient om niet enkel in mijn hoofd herinnerd te worden, maar ook in de bits en bytes op dit internet. De mensen die hem online gekend hebben, zullen aan dit berichtje genoeg hebben om nog eens aan Ophidia te denken…

Smetje, vergeten ben je nog niet…