mei 21, 2007 - In Vlaanderen    No Comments

Het syndroom van de absolute verliezer door Reginald Moreels

Af en toe wil ik op mijn blog de mogelijkheid geven aan iemand om een gastcolumn te schrijven over een interessant thema.

Deze week kwam ik in contact met Réginald Moreels. U kent hem nog wel, neem ik aan. Hij was van 1995 tot 1999 staatssecretaris en minister van ontwikkelingssamenwerking. Réginald is een echte idealist, die zich in de politiek daardoor al eens heeft vastgereden.

Omdat ik dat gevoel herken, heb ik een boon voor deze man. Daarom publiceer ik bij deze eerst zijn mail die hij deze week stuurde omdat hij daarin eerlijk vertelt hoe het hem vergaan is sinds 1999, maar ook een stuk over zinloos geweld dat hij me vandaag toestuurde. De moeite waard om te lezen en nog eens te lezen…

Oh ja, ook belangrijk om te vertellen: Réginald duwt samen met Celie Dehaene de Senaatslijst…

Eerst de warme email:

Geachte mevrouw, geachte heer,

Tijdens een officiële reis naar Mozambique en Malawi vroeg Yves Leterme mij kandidaat te zijn op de senaatslijst. Ik heb volmondig ‘ja´ gezegd. Ik wens mij vooral verder te engageren voor de christelijke en ethische waarden van onze partij, van onze toekomstige regering.

Waarschijnlijk kent U mij nog een beetje. In Gent geboren in 1949, ben ik afgestudeerd als arts en (nog altijd) gelukkig getrouwd (1974 .) Wij hebben 4 kinderen en pas één kleinkindje.

In 1980 werd ik chirurg in Oostende tot 1995. Gedurende mijn verlof vertrok ik regelmatig op chirurgische zendingen in oorlogslanden en werd als vrijwilliger 8 jaar voorzitter van AZG.

Van 1995 tot 1999 was ik staatssecretaris ! en ten slotte minister van ontwikkelingssamenwerking . Dag en nacht heb ik toen gewerkt om alle corrupte dossiers uit te spitten, en ik heb de ABOS grondig hervormd. Elke cent belasting moet door de overheid eerlijk en nuttig gespendeerd worden ten bate ook van de armsten der armen. In 1999 hebben de kiezers mij bedankt, ondanks de dioxinecrisis, door mijn score te verviervoudigen. Helaas was ik totaal uitgeput en enorm ontgoocheld. Ik werd ziek en verliet de CVP om partijloos senator te blijven. Later aanvaardde ik een opdracht als humanitair gezant voor de Grote Merenregio in Centraal Afrika.

Einde 2002 heb ik mij aangesloten bij de nieuwe christen democraten waarvan ik te laat bewust werd dat het een opportunistisch avontuur was. Het was een vergissing. Een paar maanden waren echter genoeg om te beseffen dat ik mij niet los kon maken van mijn christen democratische wortels. Mijn sociaal, politiek en humanitair engagement (ik vertrek af en toe op zending) zijn intact gebleven, alhoewel ik het allemaal veel serener beleef. Met veel aandacht voor de persoonlijke ontmoetingen, zeker als ze niet moeten..

Meer dan twee jaar geleden, goed genezen en vooral innerlijk versterkt ben ik terug bij de vernieuwde CD&V komen aankloppen om vrijwillig mijn diensten aan te bieden. Toen heeft dhr. Verhofstadt mij nog een zeer interessante internationale functie aangeboden maar ik heb die geweigerd om terug bij de christen democratie te mogen aansluiten.

Na een specialisatie in urgentie- en rampengeneeskunde heb ik 2 jaar gewerkt als gezondheidsinspecteur in Vlaams-Brabant. Momenteel werk ik op het kabinet van Yves Leterme als arts expert.

Maatschappelijk blijven ziekte en handicap, de werkloosheid, de vereenzaming, alsook het veiligheidsgevoel zeer belangrijke uitdagingen. Mijn belangrijkste zorg is echter een efficiënte, betaalbare, toegankelijke gezondheidszorg. Zonder enige vorm van discriminatie. Wie daarover mijn standpunt wil lezen kan dit vinden op mijn website.

Tijdens de verkiezingscampagne kan ik onmogelijk elke Vlaming persoonlijk aanspreken. Ik zou heel dankbaar zijn indien er via uw familie en vrienden een ‘mond aan mond reclame´ zou gebeuren of een aanbeveling per mail doorsturen. (wie kaartjes wil, kan dit op mail aanvragen).

Als U één of meerdere effectieve kandidaten aanduidt, mag U ook voor één of meer opvolgers stemmen, dus denk even aan mij!

Een respectvolle en warmhartige groet,

Réginald.

Mei 2007.

Jakob Heremansstraat, 23 9000 Gent–0473 250286.

[email protected] ; [email protected]

www.reginaldmoreels.be

En dan de tekst die Réginald mij vandaag toestuurde:

Het syndroom van de ‘absolute verliezer’.

Bij elk nieuws van een neergestoken tiener, een zelfmoordaanslag in Bagdad of in Gaza, een huisvader die zijn vrouw en kinderen in bed neerknalt en zichzelf dan doodt, een HIV patiënt die zich wreekt door zoveel mogelijk partners te besmetten, een opvoeder die zich muslim noemt en in London een metrostation doet ontploffen, vraag ik me nog telkens af welke druppel de emmer deed overlopen?? Deze vraag houdt mij bezig omdat ik in de wereld toch als oorlogschirurg een en ander heb meegemaakt met die smerige tuigen van wapens, maar ook een aantal keren van aangezicht tot aangezicht werd geconfronteerd met de wanhopige haatblik van een kindsoldaat of het agressief machogedrag van een militieleider.

Is de mens echt slecht? Waarom kan een mens zo wreed zijn, wreder dan gelijk welk van de diersoorten waaruit we geboren en getogen zijn? En kan mij ook dit absolute kwaad overkomen?

Mijn voorzichtige hypothese is dat er eenzelfde rode draad loopt door het individueel en collectief geweld. Het gevoel een absolute verliezer te zijn. En met verlies bedoel ik vooral vernedering, de vonk van elke agressie die soms jaren na een vernedering, of ze terecht of onterecht zo wordt aangevoeld, kan optreden.

Daarna stelt zich de volgende vraag waarom de ene mens er extreem geweldig gaat op reageren, en de andere het zal blijven opkroppen of verwerken?! Of zijn het de omstandigheden die zo vernederde personen toevallig uitdagen om geweldig te reageren. Ieder mens heeft ten slotte de vrijheid en verantwoordelijkheid om niet in te gaan op zijn agressieve neigingen, zo leert ons toch de discipline van geweldloos omgaan met anderen.

Gedragswetenschappers, sociologen, psychotherapeuten, zelfs politici kunnen een multivariabele analyse maken van de meest relevante bevorderende factoren van geweld. Maar het crimineel gedrag hangt volgens mij van meer af dan van man of vrouw, ouder of jonger, homo-of heterofiel, allochtoon of autochtoon, langdurig werkloos of werknemer, alcohol en drug verslaafd of niet, rijker of armer, muslim of christen, gelovig of atheist te zijn…

Dat ‘agressief surplus’ dat impulsief of koelbloedig vanuit onze zogenaamde geevolueerde hersenschors een fatale steek toedient of een schot lost, kennen wij niet, ten minste ik niet. Toch denk ik dat het gevoel op alle fronten uw nut, uw waardigheid, uw houvast aan waarden zoals liefde, respect, eerlijkheid, kortom alle nestwarmte te verliezen misschien wel de enige gemene deler van ultiem geweld zou kunnen zijn.

  • Voor je jezelf als absolute verliezer ervaart moet je in de vicieuze cirkel geraakt zijn van de gemengde schuld. Je beschouwt wel de andere die u vernedert als een vijand maar je kunt er toch niet aan ontsnappen u af te vragen of je er zelf geen schuld aan hebt. Je begint jezelf als waardeloos te voelen, daardoor geen respect meer te verdienen van uw omgeving, op school, op de werkvloer, in uw eigen familie. De psychologen noemen dit de ‘identificering met de agressor’. Het komt erop neer dat je als buitenstaander ook iemand als uzelf vernederd zou hebben…Daarom zal de wraakgedachte van de verliezer zowel gericht zijn op de anderen,wie het ook weze, als op zichzelf. De waarde van uw medemens schat je maar aan uw eigen waarde.
  • Wat ik dramatisch vind en geen uitleg voor heb is dat het zwarte schaap niet noodzakelijk diegene is die je fysisch heeft aangevallen of psychisch gekwetst en vernederd, maar vaak een ‘rustige leerling of een lieve echtgenoot’ wild om zich heen begint te schieten of messteken uitdeelt zowel aan diegenen die hem of haar het meest bekend, zelfs geliefd, zijn als een toevallige nog onbekende voorbijganger. De man die zijn vrouw en kinderen in bed neerschoot was niet verwikkeld in een procedure van echtscheiding. En de jongens die recent aan Jo of Bart een messteek toedienden, maar het kon evengoed andere tieners zijn, werden misschien gepest op school of thuis maar reageerden zich niet af op de leerkracht of de medestudenten. Daarvoor vind ik reeds geen afdoende uitleg, zeker niet in een klimaat van maatschappelijk onbehagen, want dan hoeven we ons serieuze zorgen te maken over iedere malcontente burger, vereenzaamde mens als een potentiële moordenaar..

De absolute verliezer heeft zijn natuurlijke drang naar zelfbehoud verloren. De enige zin die hij aan zijn geweld wil geven haalt hij bewust of deels bewust uit de martelaarsgedachte. Dit geldt vooral voor de mensen die hetzij om politiek-nationalistische, met de religie als strategisch voorwendsel, gaan opofferen maar ook anderen mee gaan offeren. Dit maakt het verschil uit tussen een echte martelaar die alleen de hand aan zichzelf legt uit ideaal en de zelfmoordterrorist die zijn dood maar zinvol vindt als hij anderen ook doodt. En het vaak doet omdat hem een beloning is beloofd in een ingebeeld hiernamaals. Zo gaan ook terroristen te werk die onschuldige slachtoffers in een lijnbus opblazen, want voor hen bestaat er geen onschuldige burger ten minste niet in het kamp dat zij bestrijden.

Waar ik me verder vragen over stel is het weinig verband tussen de scholingsgraad, de opleiding, de sociale uitsluiting, armoede, van de extreme verliezer. Wetenschappelijk is reeds aangetoond dat de terroristen zowel uit de Russische revolutie, de Rode Brigades ea. in onze contrijen, de huidige Palestijnse of Irakeze godsbrigades, eenzame jongeren zijn, niet ouder dan dertig, goed geschoold, uit welvarende gezinnen, en eigenaardig niet dogmatisch religieus opgevoed. Het zijn ook meestal mannelijke machos en de opkomst van ook vrouwelijke zelfmoordterroristen blijven de uitzondering die de regel bevestigen.

De religie ontdekken deze kandidaten maar later wanneer ze in kontakt komen met godsdienstfanaten, die hen het sacrale van het geweld inpompen om alle niet godsdienstigen en ongelovigen aan hun godsdienst als potentiële vijanden te beschouwen en ze uit de weg te ruimen. Maar het is ook het gevoel van vernedering en extreem verlies dat deze jongeren doet doorslaan naar moorden, want niet iedere religieuze fundamentalist is vroeger een christelijk kruisvaarder geworden en wordt nu muslimmartelaar.

In onze sterk geseculariseerde maatschapij geldt echter deze religieuse motivatie niet, laat staan dat we voor onze nationaliteit nog zouden ten strijde trekken. Alleen allochtonen zijn wel een specifiek doelwit waarop absolute verliezers hun frustraties zouden durven uitwerken.

En even onrustwekkend doet dit specifieke geweld zich voor bij ons waar zoveel welvaart heerst. Opvoeding zal wel een rol spelen, echtscheidingen zullen kinderen blijven kwetsen, geweld thuis zal jongeren de straat doen opgaan om het na te bootsen. Maar niet iedere gekwetste jongere, of volwassene zal absurd, of schijnbaar absurd een moord begaan.

Dus blijft het enigma bestaan hoe een mens onvoorspelbaar en onzichtbaar zich kan ‘laten gaan’ tot zo daden. Hoe op grotere schaal bloedige dictators uit Oost en West, Noord en Zuid, zovele banale burgers konden meetrekken in de banaliteit van het absolute kwaad tot op een punt van wreedheid dat elke vorm van bestialiteit nog ver te boven gaat…

Tussen de cultuur en het individu staat de beschaving. Wij zijn het die de graad van beschaving invullen, die selecteren tussen de massa interessante en perverse informatie die op ons afkomt, die beslissen of wij voorrang geven aan materiële dan wel aan spirituele houvasten, of we vanaf jongsaf op school verplichte lessen en ateliers gaan geven in actieve geweldloosheid, en of wij in de dagelijkse omgang nog in staat zijn de eenzaamheid van de naast ons zittende te breken met een solidaire gebaar.

Geweld is van alle tijden, is genetisch ingebakken, dit weet ik al. Maar een tederder omgeving wordt wel een mogelijk krachtig vaccin om geweld in te tomen. De absolute verliezer die in een warme sfeer terechtkomt zal zijn onderliggende haat en wraakgevoelens naar boven doen komen, erover communiceren met een naaste vriend of vriendin, een broer of zus, een moeder of misschien een vader, daar ben ik wel van overtuigd. Zo wordt onvoorspelbaar geweld voorspelbaar, de onzichtbare dreiging van de banale burger zichtbaar.

Maar eerlijkheid dwingt mij toe te geven dat na zovele jaren luisteren en praten met mensen, patiënten ,binnen en buiten de grenzen, in oorlog en vrede, ik radeloos sta. En machteloos hoewel ik alles zou geven om als was het maar één mens zo’n moord niet te laten plegen.

Zij die nu toch alle uitleg hebben over de persoonlijkheden van de moordenaar op Bart of Jo, de zelfmoordterrorist, de massamoordenaar zou enige discretie in hun analyses sieren. Wie weet zijn wij de extreme verliezers…

Réginald Moreels, arts.