apr 29, 2007 - In Knesselare en Ursel    No Comments

Meer belang voor adviesraden

Vorig weekend had ik Karolien Van Lierde op bezoek. Zij studeert cultuurmanagement (en ik moet eerlijk toegeven, ik wist nog niet eens dat deze richting bestond) en in het kader van haar scriptie onderzocht zij of Knesselare kan voldoen aan de voorwaarden voor subsidiëring van een cultuurbeleidsplan.

Zoals het een goede studente betaamt, heeft ze daarvoor heel wat onderzoekswerk verricht en met heel wat mensen gesproken, dus ook met de oppositie. Op zich al een pluim waard.

Het was een interessant gesprek omtrent het huidige culturele leven en het cultuurbeleid in Knesselare. In voorbereiding daarvan had ik al wat zitten nadenken over wat ik belangrijk vind in het hoofdstuk “hoe kan een lokale overheid beter bijdragen tot een goed cultuurbeleid” en het gesprek verliep zo goed dat ik twee belangrijke aandachtspunten kon formuleren.

Mijn eerste stelling is dat het een jammere zaak is dat door het decreet Anciaux er niet langer politieke afgevaardigden mogen deel uitmaken van de cultuurraad.

Ik begrijp en onderschrijf de initiële doelstelling van Anciaux, met name dat een adviesraad onafhankelijk moet kunnen werken en oordelen, zonder rechtstreekse beïnvloeding van de politieke overheid waaraan ze adviseert. Maar tegelijk is het een rem op de goede werking van de cultuurraad.

Men spreekt immers constant over de toenemende kloof tussen politiek en burgers. Welnu, het feit dat er geen geformaliseerd contact meer is tussen cultuurraad en politiek, vind ik enkel maar een factor die de kloof nog verder verbreedt.

Men heeft dit vanuit het decreet willen tegengaan door de bevoegde schepen wel toe te laten op de vergaderingen, evenwel en uiteraard zonder stemrecht. Ik vind dat dit contraproductief werkt. Als een adviesraad al degelijk zou willen werken, dan moet ze kritisch durven zijn tegenover het beleid. Het is menselijk gedrag om minder durfvaardig te zijn in zijn of haar kritiek indien het beleid dat onder vuur ligt lichamelijk aanwezig is.

Even terzijde, in de bovenstaande alinea’s kan je cultuurraad eveneens vervangen door sportraad. Beiden zijn het slachtoffer van Anciaux geworden.

Andere adviesraden zijn hierdoor niet gehandicapt. Ik heb dat zelf ondervonden door in de vorige legislatuur deel uit te maken van de bibliotheekcommissie en van de milieuraad. Nu ik fractieleider ben in de gemeenteraad laat ik dit liever over aan andere mensen uit onze partij, bij voorkeur bestuurdsleden die geen mandaat uitoefenen. Want zo bereik je beide doelstellingen in één klap: er is geformaliseerd contact tussen politiek en de burgers die zich de moeite getroosten om in een adviesraad te zetelen. En het zijn niet de raadsleden (of schepenen!) zelf, dus het directe contact is er niet, wat toch iets meer ruimte moet geven om ongezouten meningen naar boven te laten drijven. En uiteraard moet het wel zo blijven dat de politiek afgevaardigden geen stemrecht hebben; ze hebben voornamelijk een rol als communicatieofficier.

Ik pleit er dus voor dat het terug moet mogelijk gemaakt worden om vertegenwoordigers van de politieke fracties aanwezig te laten zijn op de vergaderingen van cultuur- en sportraad.

Een tweede aandachtspunt ligt in het verlengde daarvan. Zoals ik al zei, de mensen die de bereidwilligheid tonen om zich in te zetten in een adviesraad, doen dit om onze gemeente een betere plaats te maken. Hun inzet moet gewaardeerd worden in plaats van ze nu soms moedeloos te maken. Want in wat anders dan moedeloosheid resulteert het als zulke inzet nergens toe leidt en een bestuur niet luistert naar het advies en andere aandachtspunten die naar boven komen drijven van en op zulke adviesraden?

Het klinkt immers allemaal mooi dat er voor de diverse beleidsdomeinen adviesraden zijn, maar als dit allemaal dode letter blijft of een adviesraad vervalt tot een eilandje of erger nog, een orgaan waar enkel subsidiecentjes te rapen valt, dan is het om moedeloos van te worden.

Net daarom ben ik er voorstander van dat op zijn minst de voorzitter van de betrokken adviesraad wordt uitgenodigd op de gemeenteraad om toelichting te verschaffen of op zijn minst het advies van de betrokken adviesraad te formuleren bij een agendapunt dat een beleidsdomein behandelt waar de adviesraad recht van spreken heeft.

Ik zou dus graag hebben dat wanneer de gemeenteraad iets bespreekt wat zijn weerslag heeft op sport, dat de voorzitter van de sportraad ook zijn zegje mag komen doen. Idem voor milieuraad, cultuurraad, de nog op te richten seniorenraad, de Gecoro, enz…

Zo gaat het werk van al die mensen niet verloren. Nu is een advies dikwijls (als het al zo is) werkelijk een dode letter: een brief aan de betrokken schepen waar de rest van de gemeenteraad geen weet van heeft. Hoe kunnen wij als raadsleden dan een onderbouwd besluit nemen als we verstoken blijven van het advies van de mensen die terecht de deskundigen genoemd mogen worden?

Samengevat stel ik dus voor dat:

  1. er terug afgevaardigden van de fracties mogen aanwezig zijn op de vergaderingen van de cultuur- en sportraad:
  2. de betrokken adviesraadvoorzitters gevraagd wordt het advies te komen toelichten bij ieder agendapunt waar dit van toepassing kan voor zijn

Voor het eerste punt is een decreetswijziging nodig. Ik hoop dat mijn ideetje zijn weg zal vinden in de scriptie van Karolien en dat vervolgens de scriptie op de juiste bureau’s in Brussel zal belanden.

Het tweede punt is een zaak die het huidig bestuur kan regelen. Ze hebben de mond vol over goede communicatie met de burger en ik durf er niet aan twijfelen dat ze daar echt hun best voor doen. Ik hoop dat ze het belang van die communicatie dan ook voldoende hoog inschatten om de politieke moed te hebben deze communicatie open te trekken naar de ganse gemeenteraad. Op die manier zal het advies aan belang winnen en kan de gemeenteraad er des te meer rekening mee houden, dwars van meerderheid of oppositiestellingen.

Ik hoop ook dat zulke maatregel blijk zal geven aan de betrokken adviesraden dat hun werk en bijhorende opbouwende kritiek niet in dovemansoren terecht komen, maar vrij gehoord zal worden door iedereen. Ik heb daarom ook tegen Karolien gezegd dat ik van mening ben dat deze maatregel wel eens voor meer enthousiasme zou kunnen zorgen in de diverse adviesraden.

Ik wil Karolien dan ook bedanken voor het gesprek. Het heeft me de kans gegeven door haar wederwoord enkele ideeën naar boven te laten borrelen waar ik al wel eens had over nagedacht, maar nog niet echt voldoende had over nagedacht. Bij deze dus wel…