De vervuiler betaalt – niet altijd

In Vlaanderen geldt de normale simpele regel “De vervuiler betaalt” als basisregel in de complexe regelgeving omtrent afvalbeheer.

Deze regel is eerder dit jaar door het Europees Parlement nogmaals bevestigd voor ondernemingen:

Na zes weken debat hebben de Europarlementsleden zich uitgesproken voor striktere regels betreffende de verantwoordelijkheid van ondernemingen die aan de basis liggen van milieuschade. Het gaat om een herbevestiging van de regel “de vervuiler betaalt”. Voortaan is bepaald dat ondernemingen volledig verantwoordelijk…

(bron: Prevent)

We kennen allemaal de dossiers omtrent Umicore die om de saneringsplannen in Hoboken, Olen, Balen en Overpelt te realiseren 20 miljoen euro heeft uitgetrokken op hun begroting (bron: Nieuwsblad), of de verplichte sanering van tankstations waar de kosten gedragen worden door alle vervuilers – dus zowel de pretroleumsector als de automobilist (bron: BOFAS).

Voorbeelden genoeg van historische vervuilingen waar de oorspronkelijke veroorzaker toch nog moet – terecht – betalen.

Maar in Knesselare dus soms niet.

In de Hoekestraat werden onlangs de rioleringen naar aanleiding van de Aquafin werken vervangen. Soms kan men de rioleringen niet verwijderen omwille van de wortels van bomen of andere planten. In dat geval metselt men de oude rioleringen toe en stort men ze vol met beton.

Onafhankelijk of men de riolering uitgraaft dan wel laat zitten, moet men ze voordien steeds reinigen. Gewoonlijk zitten zulke rioleringen overvol met slib. Dit moet dan gereinigd worden in een erkende reinigingsinstallatie. Dit was dan ook voorzien in de oorspronkelijke offerte.

In de Hoekestraat heeft men echter vastgesteld dat het slib veel vuiler was dan voorzien. Dit betekent dan ook een aanzienlijke meerkost van 16.500 ¤. De aannemer en het betrokken studiebureau laten geen enkele twijfel bestaan over de oorzaak van de extra vervuiling. Dit is geheel te wijten aan de industriële activiteit van een (voormalig) bedrijf uit de buurt.

Ik snap dan ook niet waarom het schepencollege geen enkele stap heeft ondernomen om het principe “de vervuiler betaalt” te respecteren en de rekening te presenteren aan de vervuiler. Dit is evengoed een historische vervuiling zoals de voorbeelden die ik bovenaan in het artikel gaf. Het schepencollege weet heel goed welk bedrijf hiervoor verantwoordelijk was en dat men eventueel kan aanspreken om deze rekening te betalen.

Maar als men dat niet doet, dan moeten wij als belastingbetaler weer opdraaien voor kosten die eigenlijk niet voor ons bestemd waren.

Het is oneerlijk tegenover de bedrijven die wel hun verantwoordelijkheid opnemen. Het is even oneerlijk tegenover al de belastingbetalers. Daarom hoop ik dat het schepencollege alsnog de nodige stappen zal ondernemen om met de eigenaar van het bedrijf te gaan praten.

Raadslid Roland Bonami wist op de gemeenteraad nog te vertellen dat een lager gelegen weiland in de Hoekestraat werd opgehoogd met slib. Normaal is hiervoor een vergunning nodig. De burgemeester kon zich niet herinneren ooit een vergunning afgeleverd te hebben. Laat ons dan maar hopen dat het ook geen vervuild slib is dat men daar gestort heeft. Het college was er vrij gerust in net omdat er in het dossier enkele meetstaten zaten die aantoonden dat het vervuilde slib werd afgevoerd naar een reinigingsinstallatie.

Wordt vervolgd.