Tagged with "n-va Archives - David Geens - De kunst van het mogelijke"
dec 12, 2017 - In Vlaanderen    No Comments

Het ga je goed, Peter Dedecker

Verrassend nieuws deze week: Peter Dedecker, lid van de N-VA kamerfractie, stopt met actieve politiek. Niemand, buiten waarschijnlijk enkele ingewijden, zagen dit aankomen. Aangezien ik Peter al ken voor hij volksvertegenwoordiger werd, wil ik hem ter afscheid een brief schrijven.

 

Beste Peter,

Ik heb met verrassing kennis genomen van je afscheid, hoewel pas over anderhalf jaar in 2019, van de actieve politiek. Dat je nog je mandaat uitdoet enerzijds en anderzijds nu al geen twijfel wil laten bestaan over je toekomst en dus ook categoriek niet opkomt “ter steun van de partij”, is voor mij echter geen verrassing. Anderen mogen speculeren dat het not done is om je partij zo de rug toe te keren en niet eens meer wil steunen door enigszins hypocriet je verkiesbaar te stellen terwijl je weet dat je niet zal zetelen, voor mij is het gewoon typerend voor de eerlijke mens die je bent.

 

Ik heb het voorrecht gehad je weg naar het parlement van op de eerste rij mee te maken. Door allerlei spelingen van het lot, zat ik in het arrondissementeel partijbestuur als secretaris (en zelfs even als de facto voorzitter) en heb ik de vergaderingen meegemaakt waarin je naar voren werd geschoven als verkiesbare kandidaat voor de Kamer.

Ik herinner me nog dat dit niet zonder slag of stoot is verlopen. ik zelf had mijn bezwaren, ingegeven door het feit dat in ons arrondissement alle postjes naar Gent gingen en het Meetjesland, traditioneel op vele vlakken een wingewest voor de oude Volksunie, in de steek werd gelaten. Anderen opperden het bezwaar over je onervarenheid en je jeugd. Die twee dingen waren voor mij echter pluspunten, waarvan ik hoopte dat ze je onbevangen naar het parlement zou meenemen.

 

Dat heb je gelukkig ook gedaan en je hebt bewezen een goede keuze te zijn. diverse media hebben je uitgeroepen tot één van de betere kamerleden. Zeker niet onterecht, want ik ken je als een harde werker, iemand die vol engagement zit. Zo is trouwens ook de ondertitel van je blog “uit engagement voor Vlaanderen en Gent” (spijtig genoeg niet voor het Meetjesland, voeg ik daar fijntjes monkelend aan toe).

 

Er circuleren nu vele speculaties over het waarom van je beslissing en ik kan er enkel maar eentje aan toevoegen. Ik kan dus ook grandioos mis zijn, maar ik heb zo mijn vermoeden dat je engagement de reden is waarom je deze rol hebt opgenomen én ook de reden waarom je er mee stopt. Je bent een idealist, je wil dingen veranderen om het voor iedereen beter te maken. Dat is nog steeds de meest zuivere reden om in de politiek te gaan en zou eigenlijk de enige reden mogen zijn.

Jammer genoeg is de politiek niet gemaakt voor idealisten. Onze soort, ik reken me er ook bij, is ook de eerste om door diezelfde politiek teleurgesteld te worden. Als idealist loop je vaak met je hoofd tegen de muur. Idealisten zijn ook vaak de meest teleurgestelden in de politiek. De Belgische ziekte, die trouwens ook al lang Vlaanderen heeft besmet, in de politiek is een microbe die teert op voorzichtige evenwichten. Idealisten tonen vaak een sturm und drang die gevaarlijk is voor deze evenwichten. Ik spreek uit ervaring.

 

De N-VA is dan ook niet de makkelijkste partij voor idealisten. Het is een beest met twee hoofden. Enerzijds is ze gedroomde speelvijver voor idealisten. Het ontstaan van deze Vlaamse partij is enkel en alleen gevoed door idealisme. Zonder idealisme had deze partij nooit bestaan. Maar met idealisme alleen was ze een randfenomeen gebleven. Gelukkig telde de vlaams-nationalistische partij een Bart De Wever onder haar zonen.

 

Bart De Wever is zonder meer de beste politicus van deze eeuw en misschien zelfs van de naoorlogse decennia. Hij is een meester-strateeg én idealist. Een bijzondere combinatie, maar soms ook gevaarlijk. Ik verdenk Bart op geen enkele manier dan dat hij gedreven wordt om van Vlaanderen een betere plaats te maken. Zijn drijfveer is wat mij betreft gebaseerd op puur idealisme.

De manier waarop echter is bij hem ontdaan van de zeemzoete sfeer die er meestal hangt rond idealisme. Op dat punt is hij de nieuwe Godfather en is politiek niks meer dan “it’s strictly business”. Wie zijn voorbeelden uit de Romeinse oudheid bestudeert, weet dat pragmatisme, populisme en opportunisme geen drijfveren zijn, maar middelen om het doel te bereiken.

 

Dat maakt natuurlijk dat politiek voor hem is wat een schaakspel is voor een grootmeester. Een veldslag met slechts één koning en koningin, enkele belangrijke stukken en een heleboel pionnen, die soms met pijn in het hart weliswaar geofferd moeten worden om het groter doel te bereiken. Dat hij dit alles zo kan bekijken en er kan naar handelen, is wat hem de politicus maakt die hij is. De leider die we eigenlijk heel hard nodig hebben om ons naar ons doel te leiden. Hard en pijnlijk als je echter een pion bent.

 

De N-VA toont ook elders twee hoofden. Ze heeft een stevige basis, met partijmilitanten die een sterke greep houden op de partijraad, het hoogste partijorgaan. Maar soms zou je hen eerder bestempelen als konijnen die naar de lichtbak, genaamd BDW, staren. Hoewel, de verkiezing van Eddy Vermoesen als penningmeester was toch een vuist naar hen die rond de lichtbak zaten.

Zij die denken dat de partijraad alles van Bart De Wever slikt als zoete koek, hebben tegelijk gelijk en ongelijk. Ja, de voorstellen van het partijbestuur en BDW worden bijna altijd geslikt. Maar dan vooral omdat ze beseffen dat de grote leider gewoon gelijk heeft. Het is moeilijk een alternatief kiezen als je idealist bent en beseft dat de aangeboden weg de juiste weg is.

Ik ben er zeker van dat de dag waarop de houdbaarheidsdatum van Bart overschreden wordt, ook de dag is waarop hij door de partijraad die hem nu aanbidt, kalt gestelt zal worden door hem erevoorzitter te maken en te mummificeren of iets dergelijks.

 

Ik weet op dit moment dus niet goed of je keuze voort komt uit een besef dat je maar een pion bent op het speelbord die ondanks alle inzet er niet is in geslaagd te upgraden naar een toren of loper of dat er ergens een teleurstelling is van sturm und drang met de kop tegen de muur.

Ik weet wel dat je gevoelens naar de partij gemeend zijn. Walter Pauli mag insinueren dat je afscheid strikt gedirigeerd is als positief verhaal (even terzijde, de partij kennende zal men wel degelijk de communicatie begeleid hebben), maar misschien zijn de woorden wel gewikt en gewogen, maar de gevoelens niet. Je bent immers een oprechte partijmilitant en ik twijfel niet of je hart ligt nog steeds bij de partij. Misschien gebeten door het ene hoofd, maar nog steeds verliefd op het andere. De keuze die je nu gemaakt hebt, zal hoe dan ook een verscheurende keuze geweest zijn en je gedrevenheid om drie maand geleden te stellen dat je nog schepen wilde worden, is enkel een bewijs van je inzet en engagement. Ongekend in de politiek en daarom onherkenbaar voor verslaggevers zoals Pauli.

 

Peter dedecker, Jeroen Lemaitre, David GeensIk schreef je op twitter reeds dat het steeds de besten zijn die eerst gaan. Dat compliment meende ik. Je doorzicht en je motivatie heb ik van dichtbij meegemaakt. We hebben samen stappen gezet in de N-VA. Ik koester nog deze foto: drie jonkies binnen de partij in 2009. Inmiddels hebben we alle drie vaarwel gezegd aan de actieve politiek. Misschien omdat we alle drie idealisten zijn die verandering wilden, maar tegelijk realist genoeg om te beseffen dat politiek alleen niet gelukkig maakt.

 

Dat de politiek iets verliest, dat de N-VA een sterk parlementslid verliest met jouw vertrek, staat buiten kijf. Ik herinner me ooit nog een zinnetje dat ik wisselde met een partijkopstuk na de grote sprong voorwaarts van de partij: “iedereen die verkozen moest worden, is verkozen; spijtig genoeg zijn er nog meer verkozen”. Jij zat duidelijk bij de groep die verkozen moest worden omdat je een meerwaarde was.

 

Ik hoop dat we onze traditie van ons jaarlijkse lunch verder zullen zetten. Het thema de volgende keer “waarom zijn we gestopt?”. Daar gaan boeiende verhalen uit komen die ooit misschien verteld kunnen worden. Intussen mag de politiek misschien rouwig zijn om je vertrek, de ICT wereld kan zich enkel maar verheugen. Ik heb het zo niet op burgerlijk ingenieurs omdat ze vaak wel de klok horen luiden maar de klepel niet kunnen bedienen, maar ook op dat vlak ben je, net zoals in de politiek, a-typisch naar mijn mening.

 

Je hebt wel mijn leven moeilijker gemaakt. Ik denk nog steeds dat de N-VA het beste toekomstbeeld heeft voor onze maatschappij. Een inclusieve maatschappij voor wie onze waarden naar waarde weet te schatten, maar niet blind voor hen die deze waarden verwerpen. Economisch nog steeds de beste structuren weet op te bouwen en vertrouwen heeft in de ondernemers in ons land. Misschien spijtig genoeg wel een verlies heeft opgetekend in haar Europese reflex. En hoewel BDW de richting van het conservatisme heeft gekozen, op ethische kwesties wat mij betreft soms te geforceerd progressief.

Maar gecombineerd met een persoon zoals jij, was het voor mij nog altijd makkelijk om jouw naam aan te stippen op het computerscherm. Stilaan wordt het echter moeilijk om nog zonder meer te weten op wie ik nu moet stemmen. Daarvoor kan ik je dus niet bedanken.

 

Maar wel voor je inzet, je gedrevenheid, je passie, kortom je engagement. Doe voort zoals je bezig was in je laatste maanden en dan kan je zeker met fierheid terugkijken op deze periode. In politiek kent men geen vrienden en ik matig me niet de titel van je vriend aan, maar wel van geëngageerde kennis.

Vanuit die genegenheid wens ik je nog een mooie toekomst toe in de wondere wereld van de techniek.

 

Met werkelijk hoogachtende groeten,

 

 

 

jan 10, 2012 - In de pers    No Comments

N-VA Knesselare alleen naar kiezer

N-VA-Knesselare-Ursel trekt in oktober 2012 alleen naar de stembus. ‘De afdeling kon op korte tijd veel nieuwe leden verwelkomen. We willen het nationale succes van de N-VA nu lokaal doortrekken’, zegt David Geens, afdelingsvoorzitter N-VA Knesselare-Ursel.

‘Door alleen op te komen geven we duidelijkheid aan de kiezer. Deze gemeente wordt al een hele tijd bestuurd door telkens dezelfde partij. Er is dringend nood aan een nieuwe frisse wind.’

Wie de nieuwe leden zijn, wordt voorlopig niet meegedeeld.

© 2012 Corelio

N-VA Knesselare-Ursel alleen naar verkiezingen

N-VA-Knesselare-Ursel trekt in oktober 2012 alleen naar de stembus.

De afdeling kon op korte tijd veel nieuwe leden verwelkomen. Wij willen het nationale succes van de N-VA nu lokaal doortrekken. Voor de toekomst van de partij is het cruciaal dat de N-VA zich ook in zoveel mogelijk steden en gemeenten stevig op de politieke kaart zet. Onze N-VA-afdeling gaat deze uitdaging in 2012 met veel enthousiasme aan.

Door alleen op te komen geven we duidelijkheid aan de kiezer. Deze gemeente wordt al een hele tijd bestuurd door telkens dezelfde partij. Er is dringend nood aan een nieuwe frisse wind. Wij geloven ook dat Knesselare niet langer als een eiland mag bestuurd worden, maar dat we als afdeling van een nationale partij veel beter contacten kunnen leggen met andere instanties en hogere overheden.

Wie trouwens zich geroepen voelt om in eender welke vorm ook mee te werken of gehoord wil worden om dit mogelijk te maken: je bent van harte welkom. Lid of geen lid: we luisteren graag.

Siegfried spreekt

Ook via deze weg wil ik alle inwoners van Ursel en Knesselare van harte uitnodigen op de startactiviteit van N-VA Knesselare-Ursel.

Op maandag 20 juni om 20u verwelkomen we Siegfried Bracke, N-VA kamerlid, in café De Swaene in Knesselare.

Siegfried zal ons schetsen waar we vandaag staan met de regeringsvorming en een tip van de sluier lichten waar we nog kunnen op hopen.

Iedereen is van harte welkom; toegang is gratis en we voorzien een drankje. Verspreid het nieuws gerust onder uw vrienden en kennissen.

En als u een brandende vraag heeft voor Siegfried: u zal die zeker kunnen stellen die avond.

mei 11, 2011 - In Vlaanderen    No Comments

De paradox van de N-VA

Gisteren heb ik een lezing van Carl Devos bijgewoond (Rederijkerskamer te Knesselare).

1 uitspraak is heel hard blijven hangen. Ik citeer Carl Devos: “Di Rupo heeft me tijdens een etentje verteld dat we in Vlaanderen niet voldoende beseffen hoe de perceptie van N-VA is in Wallonië. Ik kan bepaalde toegevingen en compromissen niet verkocht krijgen in Wallonië verkocht krijgen als N-VA aan de andere kant staat, dixit Di Rupo, maar hetzelfde akkoord met de andere Vlaamse partijen zou wel aanvaardbaar zijn.”

Daar zit dan een enorme paradox in voor de N-VA. Het is duidelijk dat het dankzij haar eclatante overwinning is, dat de Franstaligen voor de eerste keer bereid zijn om over bepaalde zaken te willen onderhandelen. En dat terwijl het klassieke smeergeld (en dan bedoel ik effectief geld dat dient om de compromissen lekker smeerbaar, zeg maar smeuig en verteerbaar voor iedereen te maken) er deze keer niet is. Een unicum.

Maar als we even de stelling van Di Rupo voor waar aannemen, dan moeten we vaststellen dat de N-VA en haar kiezers pas (ten dele) hun doel zuden bereiken door een stap op zij te zetten. Dan zou de veroorzaker zelf geen deel mogen uitmaken van de triomfators.

De enige uitweg voor Franstaligen

Vanmorgen besefte ik dat het maar al te waar is. Maar de reden die Di Rupo opgaf aan Carl Devos is volgens mij niet de juiste. Een akkoord met de N-VA is niet perse an sich onverkoopbaar in Wallonië. Dat is ten dele waar; alles wat de N-VA zegt zal veel verdachter zijn in Franstalige ogen dan wanneer een voorstel van pakweg CD&V komt.

Maar er is vooral een strategische keuze mee gemoeid. Een bewijs uit het ongerijmde.

Stel even dat we een verregaande staatshervorming kunnen uitwerken. Als de N-VA daarin een leidende rol speelt, bestaat de kans dat de Vlaamse kiezer de N-VA hiervoor beloont. Eindelijk een partij die voet bij stuk heeft gehouden en daardoor de buit heeft binnengehaald, zou dan wel eens een brede perceptie kunnen worden.

Ik zeg wel “kan”, want zeker is het niet, maar het risico bestaat. Het kan ook anders uitdraaien. N-VA is, hoe zeer ik de partij inmiddels ook beter ken en mij in de meeste programmapunten perfect kan terugvinden die niet communautair geïnspireerd zijn, en blijft (ten dele) een zweeppartij. Een zweeppartij is een partij rond 1 thema. En eenmaal dat thema binnengehaald wordt of zelfs al voldoende geïncorporeerd wordt bij de gangbare thema’s van alle partijen, dan verdwijnt de bestaansreden van die zweeppartij.

Kijk maar naar Groen!. Hoe moeten zij niet blijven vechten tegen de kiesdrempel. Ooit haalden ze die moeiteloos, nu is het iedere keer bang afwachten. Is milieu dan niet meer belangrijk? Jawel, maar iedere partij is inmiddels groen. Het succes van Groen! toen het nog Agalev was, is dat ze de politieke klasse een groen geweten heeft geschopt. Hun betere verkiezingsuitslagen waren de reden waarom alle partijen milieu hebben opgenomen als vast onderdeel in hun partijprogramma’s.

Daardoor vervalt hun zweepfunctie. Een zweeppartij blijft enkel maar bestaan als “stok achter de deur”, maar eenmaal een piek bereikt, heeft ze ten dele haar doel bereikt.

Dus, terugkerend naar de Vlaamse zaak, door de overwinning van N-VA is het duidelijk dat dit thema zwaar leeft in de grondstroom van Vlaanderen.

ik kom terug op mijn bewijs uit het ongerijmde.

Als de N-VA zelf de buit binnenhaalt, is de uitkomst van toekomstige verkiezingen een vraagteken, een gok zeg maar. Stel dat de N-VA groot blijft, dan betekent dit voor de Franstaligen dat er opnieuw een verplichte staatshervorming op hun bord komt. Zolang een zweeppartij groot blijft, blijft de zweep immers knallen.

En dat is een strategisch risico dat de Franstaligen willen uitsluiten.

Dus, zo redeneren ze, als deze staatshervorming niet te vermijden is, kunnen ze het best deze zo veel mogelijk afzwakken voor ze toegeven. Vervolgens – zo gaat mijn bewijs verder – geven ze dit enkel toe aan de traditionele partijen (die zelf geschrokken zijn van de zwepende onderstroom en liefst zo snel mogelijk willen terugkeren naar de orde van de dag waar ze zelf beter in zijn als bestuurspartij).

Deze traditionele partijen, met waarschijnlijk CD&V op kop, kunnen dan uitpakken met het feit dat zij winnen waar de N-VA “faalt” (ondanks het feit dat het de zweep is die voor de slag heeft gezorgd).

De kans is dan veel groter dat de N-VA haar momentum voorbij is. Als zweeppartij heeft ze dan een doel bereikt. Het volgende doel is weer een stuk minder gematigd, want zal gericht zijn op nog meer uitkleden van de federale staat. Een deel van de kiezers zal daarop afhaken, want laat ons eerlijk wezen: niet alle kiezers van de N-VA zijn splitsers.

Tegelijk zal de perceptie sterk gevoed worden dat de N-VA wel kan brullen, maar niet kan klauwen en dat het anderen zijn die de buit hebben moeten binnenhalen.

Welnu, en hier eindigt mijn bewijs, dat scenario is veel aanlokkelijker voor PS (en MR). Ze doen gewoon aan strategische kansberekening. Een akkoord met N-VA is veel minder zeker een eindpunt dan eenzelfde akkoord met CD&V en Open VLD.

En daar zit de paradox van de N-VA, besef ik nu. Hun aanwezigheid is nodig om de Franstaligen te bewegen, maar tegelijk zijn we de rem op de toegevingsbereidheid van Di Rupo.

De mogelijke scenario’s

Het eerste wat je dan denkt is “N-VA moet dan maar een stap opzij zetten, dan halen ze hun doel en misschien worden ze toch door de kiezer beloond”.

Klopt, maar het is onzeker en iedere partij, hoe nobel ook in haar doelstellingen, moet zich richten op de kiezer. Je bereikt maar iets als men voor je kiest (quod erat demonstrandum).

Plus, zoals ik al aangaf, is de kans groot dat als de N-VA dan vervalt tot pakweg een partij van 15%, ze aan de kant gezet wordt en de ongoing staatshervorming (waarvan Carl Devos gisteren terecht opmerkte dat de meeste federaties er tientallen jaren hebben over gedaan om zichzelf vorm te geven terwijl amper 2 decennia bezig zijn) stil valt.

Het andere scenario is het “niet plooen”-scenario. De N-VA moet aan tafel blijven. Ze moet mee in de triomftocht kunnen opstappen (als er al een triomftocht komt) om relevant te blijven en voldoende kiezers te blijven halen.

Of scenario B2: aan tafel blijven en de “anderen” lopen weg, waardoor bij nieuwe verkiezingen de N-VA nog versterkt uit de bus komt omdat het signaal dan heel simpel zal zijn “als u echt verandering wil, moet u de N-VA nog meer versterken”.

Kortom, daar zit de reden waarom de N-VA er niet kan uittrekken. Ondanks dat veel kiezers nu denken “waarom blijft de N-VA maar onderhandelen zonder uitzicht op een akkoord, wanneer zal de harde kern binnen de N-VA zeggen “we hebben er genoeg van” en de boel opblazen”, dat zou volledig in de kaart spelen van de Franstaligen.

We moeten aan tafel blijven zitten, zelfs al moeten we daarvoor keer op keer deadlines inslikken en onze geloofwaardigheid op het eerste zicht ondergraven. Daarom moeten we bochten maken, zoals nu toch bereid zijn om over het sociaaleconomische pakket mee te onderhandelen (wat trouwens als voordeel biedt dat er meer op tafel ligt om te geven en te nemen).

Dat snap ik nu en ik hoop dat we alleszins dat duidelijk kunnen maken aan onze kiezers. Niet plooien blijft de kernboodschap, maar wel blijven onderhandelen. De dag dat het lukt zonder N-VA, is de dag wat we Vlaanderen definitief verkopen aan de Franstaligen. En dat is wel het laatste waar de N-VA-kiezer ons heeft voor gemandateerd.

mrt 3, 2011 - In de pers    No Comments

GVP doet hele rit uit

De GVP, de grootste oppositiepartij van Knesselare, blijft zeker tot aan de gemeenteraadsverkiezingen van eind volgend jaar in haar huidige vorm verder werken.

Frontman David Geens is ondertussen voorzitter van N-VA Knesselare-Ursel. Ook raadslid Guido Van Hecke heeft een lidkaart van N-VA op zak. “Maar wij zijn in 2006 verkozen op de lijst van GVP en blijven dan ook zeker tot eind volgend jaar als GVP in de gemeenteraad zetelen”, zegt David Geens. “Ondertussen werken we wel verder aan de uitbouw van een sterke N-VA in onze gemeente. Hoe wij naar de kiezer gaan trekken is vandaag nog niet geweten. Of het een zelfstandige lijst wordt of een kartel weten we vandaag niet.” Natalie Busschaert, voorzitter van GVP, wou gisteren liever niet reageren.

(JSA)

© 2011 De Persgroep Publishing

feb 28, 2011 - In Knesselare en Ursel    No Comments

N-VA Knesselare-Ursel van start

Vanavond hebben de leden van de N-VA-afdeling Knesselare-Ursel hun stem kunnen uitbrengen om het eerste bestuur van deze nieuwe afdeling samen te stellen.

Als nieuwe voorzitter werd David Geens verkozen. Jean-Pierre Galle werd als ondervoorzitter aangeduid, zodat er een mooi evenwichtig duo is die Knesselare en Ursel samen kunnen vertegenwoordigen.

Met nog vier andere enthousiaste bestuursleden is daarmee het eerste bestuur een feit en is de afdeling klaar om uit de startblokken te schieten.

Wat staat er zoal op het programma?

In de eerste plaats een lokaal aanspreekpunt zijn voor N-VA, zowel kiezers als leden. N-VA ligt nog steeds goed in de markt en vele mensen zitten dan ook met vragen of sympathie voor onze partij. Voortaan kunnen zij dus bij de lokale bestuursleden aankloppen.

We beschouwen het dan ook als onze eerste taak om de mensen uit onze gemeente te woord te staan, zowel met vragen omtrent de lokale politiek als over de nationale politiek.

In de tweede plaats gaan we werk maken van een startmoment, waarop alle geïnteresseerden eens kunnen langskomen en kennismaken met andere gelijkgestemden. Onze eerste vergaderingen zullen dan voornamelijk bezig zijn met de praktische uitwerking hiervan. Dat we voor een verrassende spreker zullen zorgen, staat nu al vast.

We zullen ook werk maken van onze communicatie naar alle inwoners. Een huis-aan-huis-blad en een website zullen ook de nodige aandacht krijgen, zodat we – net zoals met de twee vorig genoemde punten – vlot kunnen communiceren met alle inwoners.

We staan dan ook open voor verdere uitbreiding van ons bestuur. Als er nog geëngageerde mensen zijn die lid zijn of willen worden van de N-VA, dan zijn ze altijd welkom. Ook voor een verkennend gesprek. Mail gerust naar d[email protected] of bel op 09/2588311.

En in 2012?

Dat is natuurlijk de vraag die op ieders lippen brandt.

Eerlijk? We kunnen daar nu nog geen antwoord op geven. Daar is het nog te vroeg voor. We moeten eerst werk maken van een sterke afdeling. Het zal het bestuur van de afdeling zijn die alle mogelijkheden bekijkt, wikt en weegt. Dat kan dus nog alle kanten uit en uiteindelijk zullen de N-VA-leden daarover het laatste woord hebben.

In de gemeenteraad zelf verandert er ook niets. Hoewel twee van de huidige GVP-mandatarissen inmiddels N-VA-bestuurslid zijn, zijn de GVP’ers verkozen op een GVP-lijst en blijven ze als dusdanig zetelen binnen de huidige fractie tot het einde van deze legislatuur. Dat is de keuze van de kiezer geweest.

We zullen als afdeling uiteraard onze visie vormen op de vele dossiers die de komende jaren nog beslist moeten worden in onze gemeente: de N44, Groen Ursel, het vliegveld, dorpsontwikkeling, verkeersveiligheid, financiële toestand, containerpark, … Stof genoeg dus om over na te denken en werk genoeg voor nog een pak mensen die zich hopelijk de komende weken/maanden zullen aansluiten.

feb 26, 2011 - In Vlaanderen    No Comments

Waarom De Wever gelijk heeft en De Gucht ongelijk

Ik heb net de column in De Standaard van Karel De Gucht gelezen.

Mooi intellectueel stuk en je moet De Gucht bewonderen hiervoor. Hij is een slimme mens en kan een mooie redenering opbouwen.

De Gucht verliest wel één ding uit het oog in zijn column. De geschiedenis heeft ons geleerd dat ongebreideld collectivisme (communisme) en doorgedreven individualisme (liberaal kapitalisme) beiden reeds schromelijk mislukt zijn.

Het Rijnlandmodel (zoals ook de CD&V al jaren bepleit) staat eigenlijk voor een maatschappijmodel in evenwicht: sterke individuen die vanuit hun eigen kracht een deel van die kracht doorgeven aan een grotere groep, aan hun samenleving.

N-VA en Bart De Wever trekken dit systeem duidelijk door: door te werken vanuit een eigen individuele indentiteit (Vlaming), kunnen we ons vanuit een zlefvertrouwen helemaal smijten in een groter homogeen geheel (Europa).

Geen zwaktebod

Het is daarom mijn inziens de juiste keuze dat je een globaal speelveld – Europa nu, misschien ooit een mondiale wereldgemeenschap – nooit vanuit een zwaktebod moet proberen te creëren, maar wel vanuit je eigen kracht en sterkte.

Je sluit geen blijvend huwelijk als je jezelf slecht in je vel voelt. Een relatie kan enkel maar lukken als beide partners voldoende zelfvertrouwen hebben, voldoende geloof in zichzelf, om met volle vertrouwen een stuk van zichzelf aan de ander te geven.

Het is met gemeenschappen en democratieën niet anders. Wie zich aansluit bij een groer geheel enkel en alleen maar om de eigen zwakte te compenseren, doet dit vanuit een temporeel kader. Ooit komt het moment om sterk genoeg te zijn om “weer op eigen benen te staan”.

Net zoals een individu pas goed kan functioneren in een groep als hij zelf sterk in zijn schoenen staat, zo geldt dat ook voor gemeenschappen die delen van hun taken afstaan aan anderen. Geen enkel democratische organisatie overleeft vanuit een zwaktebod. Integendeel… in zulke situaties gedijen dictators goed en komen ze op welhaast democratische wijze aan de macht.

Het is net het ontbreken van een identiteitsgevoel dat de ideale voedingsbodem is voor een gepredikt nationalisme dat deze lacune moet opvullen en bijgevolg kan misbruikt worden door de persoon die zich als bron van deze nieuwe identiteit voorstelt.

Ontbreken van identiteit is pas echt gevaarlijk

De Gucht maakt stiekeme verwijzingen naar uitspattingen van misplaatst nationalisme. Zonder het te zeggen denkt men dan aan het nazisme. Maar had Hitler kunnen de macht opnieuw grijpen als Duitsland niet enorm verzwakt was? Een groot volk was murw geslagen, hun identiteit was verbruizeld. Ze gingen onder zware lasten gebukt en werden de paria’s van Europa genoemd. Dat gebrek aan een zelfvertrouwende identiteitsgevoel was een zwart gat waar Hitler zijn ideeën kon in planten.

Het zou niet mogelijk geweest zijn als de Duitsers sterk in hun schoenen stonden.

Als je uit de geschiedenis iets kan leren, is dat overwinnaars pas echt wisten te overwinnen als ze de overwonnene snel terug zelfvertrouwen gaf en er een partner van maakte. De dictators die hun verslagen tegenstander totaal vernederde, werd nadien zelf snel het slachtoffer van wraakneming van de vernederde.

We zijn gelijkwaardig, maar niet gelijk

Het is dus volgens mij een terechte, zelfs de enige correcte keuze, om de eigen identiteit niet ten grabbel te gooien. Iedereen begint stilaan luidop te zeggen dat het huidig politiek correcte multiculturalisme mislukt is. Ik heb het al meermaals gezegd: we zijn allemaal gelijkwaardig, maar daarom niet allemaal aan mekaar gelijk. Gelukkig zijn er verschillen. Het zijn die verschillen die de moeite waard zijn.

En je kan de verschillen pas op waarde schatten, als je weet waarin je verschilt. Een eigen identiteit is niet slecht. Een uitgegomd, doorzichtig zelfbeeld is het eerste waar een psycholoog zal aan werken bij zijn patiënt.

Een sterk Vlaanderen voor een krachtig Europa

Zo moet het dus ook zijn in ons gemeenschapsbeleving. Een sterke eigen communiteit die krachtig genoeg is om samen te werken met gelijkwaardige (!!) partners. Een sterk Vlaanderen in een krachtig Europa voor een betere wereld.

feb 1, 2011 - Internet    No Comments

Overheid moet voorbeeld geven voor IPv6

Vandaag kwam er in de commissie infrastructuur een item aan bod waar ik volledig achtersta. Proficiat aan Peter Dedecker om zulke doordachte en goed gestoffeerde vraag te stellen. Hij laat zich duidelijk goed informeren.

Uit het voorlopig verslag:

Peter Dedecker (N-VA): Mevrouw de voorzitter, dit is een technische maar niettemin belangrijke en actuele vraag.

IANA maakte zonet bekend dat de laatste IP-adressen versie 4 werden uitgedeeld aan de regionale beheersautoriteiten. De deadline was vandaag.

Voor de communicatie over het internet wordt gebruikgemaakt van het IP-protocol versie 4. Het nadeel is dat het aantal IP-adressen en dus het aantal mogelijk aan te sluiten computers of andere apparaten beperkt is tot 4,2 miljard waarvan er nog een groot aantal van die adressen om tal van redenen onbruikbaar is voor gewone communicatie.

Er is een sterke toename van het aantal internetcompatibele apparaten zoals de smartphone waarvan de minister terecht een grote fan is. Ik kan hem daarin geen ongelijk geven.

Er worden ook meer en meer auto’s, slimme energiemeters, gps-toestellen, televisies tot zelfs koelkasten aangesloten op het internet. Zeker is dat de toename van het aantal aansluitingen in de groeilanden een groter probleem wordt. De adressen geraken uitgeput. Volgens de voorspellingen zal dit vandaag het geval zijn voor IANA.

De regionale autoriteiten kunnen er nog een aantal uitdelen maar dat zal niet al te lang meer duren.

Op die manier dreigt het onmogelijk te worden om bijkomende toestellen aan te sluiten op het internet. Om dit te vermijden is jaren geleden versie 6 van het IP-protocol ontwikkeld. Dat biedt een nagenoeg onuitputbaar aantal adressen. Volgens sommigen zijn er meer adressen dan er zandkorrels zijn in de Sahara. Dat is niet geheel onterecht. België hinkt helaas flink achterop bij de uitrol van deze nieuwe standaard.

Professor Bonaventure van de UCL, de Franstalige tegenhanger van de KUL, waarschuwt dan ook dat als er niet snel iets verandert, de groei van het Belgische internet in gevaar komt met alle gevolgen vandien voor onze positie inzake innovatie, iets wat u wellicht nauw aan het hart ligt.

Het is het probleem van de kip of het ei.

De Belgische service providers zoals hostingbedrijven kunnen nu wel de technologie aannemen maar ze maken er geen actief werk van omdat er geen vraag naar is. Er zijn immers geen Belgische klanten die gebruik maken van IPv6 omdat de service providers het niet ondersteunen. Die providers kijken de kat uit de boom.

Er is natuurlijk een beperkte investering aan verbonden terwijl de uitrol van IPv6 geen direct commercieel voordeel biedt voor hun klanten. In de toekomst zal dat helemaal anders zijn.

Er is ook geen vraag omdat er nauwelijks applicaties of websites zijn die bereikbaar zijn via Ppv6.

Sommigen zoeken hun toevlucht tot lapmiddeltjes. Telenet voorziet nieuwe Fibernetklanten van een NAT-router met privaat IP-adres. De klant kan daarna nog zelf zijn eigen draadloze router zetten met NAT wat dan weer peer-to-peer, voice-over IP-applicaties, telewerken en andere innovatieve toestanden in het gedrang brengt. Ik denk dat wij dat niet kunnen aanvaarden.

De Belgische overheid zou echter haar verantwoordelijkheid kunnen nemen en de vicieuze cirkel – het kip-of-het-ei-verhaal – doorbreken. Dat kan met onze operator Belgacom, waarin de Staat nog altijd een meerderheidsbelang heeft. Dat is nodig om de groei van het Belgische internet en onze positie inzake innovatie te vrijwaren. Ook het BIPT en de overheid zelf kunnen hierin een rol spelen.

Ik heb de volgende vragen.

Ten eerste, is Belgacom vandaag reeds in staat om doorgaand internationaal IPv6-verkeer, via haar dochter Belgacom lCS, te behandelen?

Ten tweede, heeft Belgacom reeds proefprojecten uitgevoerd met betrekking tot de uitrol van IPv6 bij professionele of residentiële klanten, al dan niet gecombineerd met IPv4? U weet ook wel dat er mogelijkheden zijn om beide naast elkaar te laten leven.

Ten derde, is er een IPv6-aanbod voor professionele of residentiële klanten?

Ten vierde, in hoeverre is Belgacom voorbereid op de migratie naar IPv6 en wat zijn de plannen hierin?

Ten vijfde, in hoeverre bent u het met mij eens dat Belgacom, vooralsnog een overheidsbedrijf, hierin een maatschappelijke rol te spelen heeft, om onze positie inzake innovatie en groei van het internet en de IT-sector te versterken?

Ten zesde, in hoeverre beschikt het BIPT over gegevens inzake de IPv6-readyness van onze telecomoperatoren en dienstverleners? Welke maatregelen zou het BIPT kunnen nemen om de positie van IPv6 in België te verbeteren, onze markt en infrastructuur op een overstap voor te bereiden en de beschikbaarheid van IPv6 te stimuleren?

Ten zevende, in hoeverre is de overheid zelf klaar voor de toekomst en compatibel met IPv6 en een migratie hiernaar? Hoe zit het met Belnet, Fedict, de IT-platformen van de verschillende overheidsdiensten, enzovoort? Acht u het mogelijk om vanuit de overheid, via de federale administraties, een voorbeeldrol te spelen inzake de promotie van IPv6 en de voorbereidingen hierop voor onze markt?

Minister Vincent Van Quickenborne: Mevrouw de voorzitter, collega, ik dank u voor uw interessante vraag, maar op de eerste vijf vragen, waarin het gaat over Belgacom, kent u waarschijnlijk het antwoord al?

Peter Dedecker (N-VA): U verwijst mij naar de bevoegde minister.

Minister Vincent Van Quickenborne: Ik ben niet verantwoordelijk voor Belgacom. Dat weet u toch?

Peter Dedecker (N-VA): Ik zal die vraag uitsplitsen en doorverwijzen.

Minister Vincent Van Quickenborne: Het is niet dat ik daarop niet wil antwoorden, maar het probleem is dat de vraag mij niet toelaat om erop te antwoorden, omdat het echt wel gaat over het overheidsbedrijf zelf. Ik ben niet de voogdijminister. Ik kan dus alleen maar antwoorden op uw zesde en zevende vraag. Dat zal ik dan ook doen.

Ik hecht ook belang aan de toekomst van IPv4 en de implementatie van IPv6. Het is inderdaad zo dat vandaag de laatste cijfers zijn toebedeeld en dat wij aan ons maximum zitten. In het BIPT wordt die problematiek aandachtig gevolgd. Stricto sensu heeft het instituut ter zake echter geen wettelijke bevoegdheid.

Hoe wordt dat dan opgevolgd? Welnu, er is een regelmatig contact tussen DNS, BIPT, Belnet, de apparatuurtoeleveranciers van de versie 6 en sommige operatoren.

Met name Belnet is daar heel nauw bij betrokken. Het volgt het vraagstuk van nabij sinds 2003. Belnet, het netwerk van de universiteiten, waarvan de voogdij valt onder minister Laruelle, levert aanzienlijke inspanningen om die nieuwe technologische ontwikkeling te verspreiden. Enkele universiteiten, zoals die van Mons en UCL, hebben de versie 6-technologie reeds toegepast. De lijst van de organisaties die de versie 6 toepassen, zal ik u zo dadelijk overhandigen. Er zitten ook hogescholen tussen. Ik vernoem bijvoorbeeld KATHO, de Hasseltse Universiteit, IBBT. Er zijn dus nogal wat organisaties, die dat toepassen.

Het evenwicht dat moet worden bereikt, bestaat erin het potentieel van de versie 4 maximaal te benutten en te combineren met het gebruik van versie 6. Op die manier zullen we geen tekort aan adressen hebben.

Men zou kunnen overwegen dat de Belgische overheid een voorbeeldfunctie op zich zou nemen voor een voortijdige en harmonieuze implementatie. Ik heb dan ook aan Fedict gevraagd, naar aanleiding van uw vraag, om al onze administraties ertoe aan te zetten om dat effectief zo snel als mogelijk in te voeren.

Peter Dedecker (N-VA): Mijnheer de minister, het is inderdaad een goede zaak dat u via Fedict een voorbeeldrol zult opnemen bij onze administraties. Ik merk inderdaad dat er vooral onderwijsinstellingen en wetenschappelijke instellingen op zitten. Het is nog altijd blijkbaar een groot probleem voor de residentiële klant, die daar nog lang niet klaar voor is.

Het BIPT kan wettelijk gezien inderdaad geen zaken doen. Er zal echter wel iets moeten gebeuren. Volgens mij kan het niet anders dan dat de overheid een initiatief neemt. Ik kijk daarvoor alvast hoopvol uit naar het antwoord van minister Vervotte, wat Belgacom daarin zou kunnen doen.

Pagina's:123»